Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
all right unit 3
› 3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
all right unit 3
, deel 1
hoofdstuk 3
Jaar 1 (vmbo-t)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ik ga mijn flat verkopen = I am going to sell my flat We gaan slapen = We are going to sleep Sue gaat hem het huis laten zien = Sue is going to show him the house Ik ga een spel spelen = I'm going to play a game Wij gaan voetbal kijken = We're going to watch football Sue gaat een flat kopen = Sue's going to buy a flat Ga jij je flat verkopen ? = Are you going to sell your flat ? Gaat hij een huis kopen ? = Is he going to buy a house ? Gaan we naar het huis kijken ? = Are we going to see the house Jij gaat je flat niet verkopen = You are not going to sell your flat Hij gaat geen flat kopen = He isn't going to buy a flat Ik ga niet naar het huis kijken = I'm not going to see the house klein = small kleiner = smaller kleinste = smallest hoog = high hoger = higher hoogste = highest leuk = nice leuker = nicer leukste = nicest Ik ben ouder dan mijn zus = I am older than my sister Jij bent de leukste jongen die ik ken = You are the nicest boy I know gek = crazy gekker = crazier gekste = craziest groot = big groter = bigger grootste = biggest De keuken is kleiner dan de badkamer = The kitchen is smaller than the bathroom De tuin is groter dan een voetbalveld = The garden is bigger than a football pitch Hij is zo sterk als een olifant = He is as strong as an elephant Het huis is zo klein als een telefooncel = The house is as small as a phone box. Jij bent Ben, toch ? = You are Ben, aren't you ? Dat is Tin, nietwaar ? He's Tim, isn't he ? Janice is je zuster, toch ? = Janice is your sister, isn't she ? We zijn in Engeland, toch ? = We are in England, aren't we ? Jullie zijn Engelsen, toch ? You are English, aren't you ? Zij zijn blij, nietwaar ? = They are happy, aren't they ? Ik ben jou vriend, toch ? = I am your friend, aren't I ? Jij bent Sophie niet, of wel ? = You aren't Sophie, are you ? Dat is jou hond niet, of wel ? = That isn't your dog, is it ? Wij zijn niet in Engeland, of wel ? = We are not in England, are we? gezellig = cosy slechts = just vreemd = strange soort = kind veel = lots of Het is echt groot = It's really big Er zijn twee slaapkamers = There are two bedrooms Er is geen tuin = There is no garden Ronald is een lange jongen met bruin haar = Ronald is a tall guy with brown hair Hun huis is zo groot als een kasteel = Their house is as big as a castle Het is het kleinste huis in Londen = It's the smallest house in London Ik vind Linda aardiger dan Jo = I think Linda is nicer than Jo Dit is een leuke kleur, nietwaar ?= This is a nice colour, isn't it ? Wat is jouw lievelingskleur ? = What's your favourite colour? Wat dacht je van roze ? What about pink ? Wat vind jij ervan ? = How about you ? Ik ben weg van deze keuken ! = I love this kitchen! Wat een mooie tuin! = What a lovely garden ! Ik heb een hekel aan groen! = I hate green! Het is vreselijk! = It's horrible! Dat is niets voor mij = That's not for me
Ingezonden op 08-12-2014 - 896x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!