Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
HCE Engels
› 123 yolo
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
HCE Engels
123 yolo
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
spouse = echtgenoot; echtgenote offspring = kroost; kinderen sibling = zus; broer infant = klein kind youth = jongen; jongeman elderly = bejaarden ancestor = voorouder posterity = nageslacht hereditary = erfelijk humanity = mensheid to descend from = afstammen van tribe = stam ally = bondgenoot associate = relatie guardian = voogd to rear = opvoeden; grootbrengen to shack up = samenwonen to fancy = verliefd zijn op marital = huwelijks; huwelijkse matrimony = huwelijk alimony = alimentatie womanizer = rokkenjager adultery = overspel bigamy = bigamie; gelijktijdig getrouwd zijn met 2 personen single = alleenstaand gap = kloof row = ruzie to maintain = onderhouden affection = genegenheid faithful = trouw to age = ouder worden to resemble = lijken op familiar = bekend guestroom = logeerkamer coffin = doodskist deceased = overledene bereavement = sterfgeval; verlies van een dierbare obituary = overlijdensbericht cemetery = kerkhof orphan = wees kennis = acquaintance kennismaken met = to make acquaintance verkering hebben = to date verloofd = engaged uitmaken = to split up vrijgezel = bachelor weduwe = widow collega = colleague opvoeden = to raise passen op = to look after delen = to share worden = to turn {leeftijd} puber = adolescent minderjarige = minor mensheid = mankind public school = particuliere kostschool grammar school = gymnasium comprehensive school = scholengemeenschap boarding school = kostschool GCSE; General Certificate of Secondary Education = Examen Algemeen Voortgezet Onderwijs to graduate = afstuderen curriculum = leerplan; vakkenpakket tuition fee = schoolgeld grant = studiebeurs careers adviser = decaan compulsory; obligatory = verplicht attendance = aanwezigheid punctual = op tijd aanwezig fluency = spreekvaardigheid pronunciation = uitspraak eloquent = welsprekend to multiply = vermenigvuldigen proficient = vaardig scholar = geleerde term = trimester to advance = vorderen illiterate = analfabeet to assess = beoordelen to excel = uitblinken attentive = oplettend to submit = inleveren truant = spijbelaar to be in detention = nablijven to mark = nakijken to overlook = over het hoofd zien perception = waarneming comprehension = begrip innovation = vernieuwing aptitude = aanleg to comprehend; to grasp = begrijpen vocabulary = woordenschat survey = overzicht tedious = saai voortgezet onderwijs = secondary education klas = form; grade diploma = certificate rector = principal; headmaster conrector = deputy principal; deputy; deputy head rooster = timetable lezing = lecture agenda = diary kennis = knowledge geschoold = skilled spijbelen = to play truant cijfer = mark; grade gemiddeld = average een onvoldoende halen voor = to fail vooruitgang = progress to recuperate = herstellen to inoculate = inenten to benefit = goed doen to alleviate = verlichten agony = ondraaglijke pijn cardiac arrest = hartstilstand obesity = zwaarlijvigheid paralysis = verlamming contagious = besmettelijk to neglect = verwaarlozen to monitor = controleren disabled = invalide deformed = mismaakt retarded = zwakbegaafd pathological = ziekelijk; abnormaal to shiver = rillen to vomit = overgeven to pant = hijgen to digest = verteren to moan = kreunen to suffocate = stikken intoxicated = onder invloed to go into rehab = afkicken ward = zaal; ziekenhuiszaal feeble = zwak kidney = nier germ = bacterie sedative = kalmeringsmiddel to soothe = verzachten prescription = recept to administer = toedienen numb = verstijfd; verdoofd lethal = dodelijk; zeer gevaarlijk malignant = kwaadaardig contaminated = besmet morbid = ziekelijk incurable = ongeneeslijk to subject to = onderwerpen aan guinea pig = proefkonijn to regain = terugkrijgen geestelijk gezond = sane druk = strain huisarts = GP; General Practitioner raadplegen = to consult eerste hulp = first aid ziektekostenverzekering = health insurance flauwvallen = to faint in elkaar zakken = to collapse ziek worden = to fall ill hoesten = to cough verstuiken = to sprain ziekte = disease wond = injury herstellen = to recover lijnen = to slim
Ingezonden op 16-12-2014 - 697x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!