Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Pourqoi Pas! 2

2 Woordjes 2.1 t/m 2.4

Jaar 2 (Gymnasium)

vive les vacances = leve de vakantie
les vacances = de vakantie
le carnet de voyage = het reisdagboek
le voyage = de reis
le grand tour de france = de grote ronde van Frankrijk
gagner = winnen
voyager = reizen
prendre = nemen
l'avion = het vliegtuig
durer = duren
visiter = bezichtigen; bezoeken
passer = doorbrengen
la visite = de bezichtiging; het bezoek
continuer = vervolgen
en autocar = per bus
être fort en = goed zijn in
la géographie = aardrijkskunde
une chaîne de montagnes = een bergketen
une montagne = een berg
un pays = een land
un fleuve = een rivier
un océan = een oceaan
une mer = een zee
une ville = een stad
un village = een dorp
une capitale = een hoofdstad
une île = een eiland
en train = met de trein
en voiture = met de auto
en avion = met het vliegtuig
en bus = met de bus
en bateau = met de boot
en métro = met de metro
en moto = met/ op de motor;met de motor;op de motor
à vélo = met/op de fiets;op de fiets;met de fiets
à cheval = te paard
à pied = te voet
partir = vertrekken
arriver = aankomen
nous sommes bien arrivés = we zijn goed aangekomen
le continent = het continent
américain(e) = Amerikaans
australien(ne) = Australisch
la pêche = de visvangst
le tourisme = het toerisme
la banane = de banaan
un climat tropical = een tropisch klimaat
la pluie = de regen
sec/sèche = droog
la monnaie = de munteenheid
traverser = oversteken
naître = geboren worden
mourir = sterven
le nord = het noorden
au nord de = ten noorden van
le sud = het zuiden
au sud de = ten zuiden van
l'ouest = het westen
à l'ouest de = ten westen van
l'est = het oosten
à l'est de = ten oosten van
le temps = het weer
il fait chaud = het is warm
il fait froid = het is koud
il fait beau = het is mooi weer
il fait mauvais = het is slecht weer
il pleut = het regent
il neige = het sneeuwt
le soleil = de zon
le vent = de wind
la neige = de sneeuw
le brouillard = de mist
il fait du soleil = de zon schijnt
il fait du vent = het waait
il fait du brouillard= het is mistig
l'été = de zomer
le project = het plan
pour l'été = voor de zomer
aller à la plage = naar het strand gaan
aller aux États-Unis = naar de VS gaan
faire de la randonnée = wandelen
amusant(e) = leuk
pratiquer l'anglais = het Engels in praktijk brengen
inquiet/inquiète = bezorgd;ongerust
la visite chez famille = het familiebezoek
fatigant(e) = vermoeiend
louer un appartement = een appartement huren
s'inscrire = zich inschrijven
rester chez moi = thuisblijven
les idées vacances = de vakantieplannen
la paysage = het landschap
en camping = op de camping
aventurier/-ière = avontuurlijk
cet été = deze zomer
le mois = de maand
cette année = dit jaar
pendant = tijdens
au mois de = in de maand
faire du camping = kamperen
le terrain de camping = het kampeerterrein
monter la tente = de tent opzetten
la saizon = het seizoen
l'automme = de herfst
l'hiver = de winter
le printemps = de lente
janvier = januari
février = februari
mars = maart
avril = april
mai = mei
juin = juni
juillet = juli
août = augustus
septembre = september
novembre = november
décembre = december
le camping = de camping
les bottes = de laarzen {v. mv}
la tente = de tent
les baskets = de basketbalschoenen {v. mv}
le MP3 = de mp3-speler
l'appareil photo = het fototoestel {m}
la casquette = de helm
le sac de couchage = de slaapzak
l'anorak = het windjack; de anorak
sur = op
sous = onder
à côté de = naast
sans = zonder
devant = voor
derrière = achter
à gauche (de) = links (van)
à droite (de) = rechts (van)
l'arbre = de boom
mettre = leggen; zetten
là-bas = daarginds
ici = hier
dans = in
entre = tussen
les bagages {m. mv} = de bagage
le sac à dos = de rugzak
la valise = de koffer
la pierre = de steen
dessus = erop
dessous = eronder
la caravane = de caravan

Ingezonden op 16-12-2014 - 680x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Pourqoi pas hoodstuk 2 herziene editie

Vakken

Pourqoi Pas! 2

2 Woordjes 2.1 t/m 2.4