Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
HCE Engels
› 789 yolo
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
HCE Engels
789 yolo
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
junction = kruispunt traffic jam = verkeersopstopping speed ramp = verkeersdrempel verge = berm congestion = opstopping pace = snelheid altitude = hoogte right of way = voorrang rush hour = de spits; spitsuur to exceed = overschrijden prohibited = verboden convertible = cabriolet casualty = slachtoffer collision = botsing to skid = slippen bend = bocht to avert = voorkomen cautious = voorzichtig to commute = forenzen destination = bestemming itinerary = reisplan; reisbeschrijving to be due = moeten aankomen carriage = wagon aviation = luchtvaart vehicle = voertuig maintenance = onderhoud cargo = lading to dazzle = verblinden valid = geldig to stroll = slenteren to roam = zwerven to come across = toevallig tegenkomen coach = touringcar fare = tarief; kaartje leaflet = folder to assemble = zich verzamelen to abandon = verlaten to disembark = van boord gaan pit stop = tussenstop hitchhiker = lifter stoep = pavement; sidewalk voetganger = pedestrian kruispunt = crossroads botsen tegen = to crash into inhalen = to overtake een boete krijgen = to be fined benzinestation = gas station; petrol station brandstof = fuel perron = platform vertraging = delay file = tailback annuleren = to cancel VVV = tourist information centre informeren naar = to inquire about bezienswaardigheid = sight tegenstander = opponent scheidsrechter = referee halve finale = semi-final verslaan = to defeat toeschouwer = spectator aan sport doen = to do a sport; to play a sport vrijetijdsbesteding = pastime fitnessen = work out vrijwillig = voluntary presteren = to perform lid = member blessure = injury valsspelen = to cheat toegangsprijs = admission charge prijs = award to announce = aankondigen to convey = meedelen; overbrengen to propose = voorstellen to endorse = goedkeuren to preach = preken tabloid = roddelblad headlines = koppen; krantenkoppen topic = onderwerp slip of the tongue = verspreking issue = kwestie ratings = kijkcijfers to highlight = benadrukken newsagent = kiosk; krantenverkoper editor = redacteur latter = laatstgenoemde data = gegevens abbreviation = afkorting to browse = bladeren survey = enquête; onderzoek; marktonderzoek poll = opiniepeiling to indicate = te kennen geven to define = omschrijven to derive from = afleiden van to imply = blijken uit; laten doorschemeren assertion = bewering to decline = weigeren to evade = ontwijken regardless of = ongeacht significance = belang incomprehensible = onbegrijpelijk oral; verbal = mondeling to emphasize = benadrukken to contradict = tegenspreken in italics = cursief; schuingedrukt to persuade = overhalen to assure = verzekeren to acknowledge = erkennen pledge = plechtige belofte gesture = gebaar overdrijven = to exaggerate toegeven = to admit beweren = to claim uitgeven = to publish uitzenden = to broadcast de boodschap overbrengen = to get the message across reclamespotje = commercial kijker = viewer middel = means sms’en = to text message contact houden = to keep in touch meedelen = to inform verwijzen = to refer overtuigen = to convince gerucht = rumour contest = wedstrijd {met jury} contestant = deelnemer {aan wedstrijd} to compete = deelnemen {aan wedstrijd} competitive = prestatiegericht impartial = onpartijdig substitute = invaller; vervanger pitch = veld; sportveld grandstand = tribune tournament = toernooi martial arts = oosterse vechtsporten event = gebeurtenis challenge = uitdaging pursuit = bezigheid to subscribe to = abonneren op suspense = spanning jigsaw = puzzel dice = dobbelstenen stakes = inzet achievement = prestatie equipment = uitrusting attempt = poging stamina; endurance = uithoudingsvermogen strength = kracht to strive for = streven naar adept = bekwaam leading part = hoofdrol unparalleled = ongeëvenaard invincible = onoverwinnelijk victory = overwinning defeat = nederlaag effort = inspanning draw = gelijkspel to award = toekennen premier league = eredivisie, hoogste voetbalcompetitie runner-up = tweede trainers = sportschoenen tracksuit = trainingspak to dash = rennen; hardlopen gear = spullen; uitrusting
Ingezonden op 16-12-2014 - 725x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!