Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Duits 13562419
› 3 zinnen en woorden tot en met Kapital 3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Duits 13562419
3 zinnen en woorden tot en met Kapital 3
Jaar 2 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
der Anfang = het begin einfach = gemakkelijk fast = bijna es gibt = er is die Freundschaft = de vriendschap sich gewöhnen an = wennen aan oft = vaak schwierig = moeilijk der Unterricht = de les wie = als Mein Bett steht links. Es ist weiß. = Mijn Bett staat links. Het is wit Neben dem Kleiderschrank ist die Tür. = Naast de klerenkast is de deur. Die Tür ist blau. = De deur is blauw. Es gibt eine Couch im Zimmer. = Er is een bank in de kamer Der Computer steht auf dem Schreibtisch. Er ist grau. = De computer staat op het bureau. Het is grijs. Ich habe einen Fernseher. = Ik heb een tv. brauchen = nodig hebben die Farbe = de kleur gefallen = bevallen hinter = achter neben = naast nie = nooit riesig = reusachtig der Stock = de verdieping wichtig = belangrijk die Zukunft = de toekomst Er steht unter dem Fenster. = Het staat onder het raam. Kommst du mit auf mein Zimmer? Nein, keine Lust. = Ga je mee naar mijn kamer? Nee, geen zin. Das Buch ist braun. = het boek is bruin. Die Gardinnen sind schwarz. = De gordijnen zijn zwart. Kann ich zu dir kommen? Ja, gern. = Kan ik bij je komen? Ja, graag. Du musst gut aufpassen. = Je moet goed opletten. Tolle Idee, diese Poster an der Wand. = Leuk idee, die posters aan de muur. Der Teppich ist gelb. Wunderbar. = Het tapijt is geel. Geweldig! Auf dem Fensterbrett stehen Pflanzen. Sie sind grün. = Op de vensterbank staan planten. Ze zijn groen. Die Wände sind orange. = De muren zijn oranje. Dann kann ich dir mein Zimmer zeigen. = Dan kan ik je mijn kamer laten zien. Sollen wir in die Disko gehen? = Zullen we naar de disco gaan? Wer kommt morgen? = Wie komt er morgen? Mit wem fährst du nach Aachen? = Met wie ga je naar Aken? Ist die Antwort nicht richtig? Doch! = Is het antwoord niet juist? Jawel! rot = rood rosa = roze die Wand = de muur die Tür = de deur der Tisch = de tafel der Teppich = het tapijt der Stuhl = de stoel das Bücherregal = de boekenplank der Computer = de computer das Fenster = het raam der Fernsher = de televisie die Lampe = de lamp der Schrank = de kast der Schreibtisch = het bureau die Stereoanlage = de stereo-installatie
Ingezonden op 17-12-2014 - 1079x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!