Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
N.K. Duits
› 3 Redemittel
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
N.K. Duits
3 Redemittel
Jaar "
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wo waren Sie zur Tatzeit? = Waar was u op het tijd van misdrijf? Ich war auf dem Weg zum Antiquitätenladen. = Ik was op weg naar de antiekwinkel. Wen/was haben Sie am Tatort gesehen? = Wie/wat heeft u op het plaats delict gezien? Ich habe den Ermordeten gesehen. = Ik heb het slachtoffer gezien. Waren außer Ihnen noch andere Personen am Tatort? = Waren er behalve u nog andere personen op het plaats delict? Ja, als ich zum Tatort kam, sah ich jemanden. = Ja, toen ik op het plaats delict kwam, zag ik iemand. Haben Sie irgendetwas gesehen, das mit dem Mord zusammenhängen könnte? = Heeft u iets gezien, dat met de moord te maken zou kunnen hebben? Ich habe Scherben auf dem Boden gesehen. = Ik heb scherven op de grond gezien/ Womit ist der Mord begangen worden? = Waarmee is de moord gepleegd? Der Mord muss mit einer Porzellanskulptur begangen worden sein. = De moord moet met een porseleinen beeld gepleegd zijn. Wer kommt nach Ihrer Meinung als Täter in Frage? = Wie komt volgens u als dader naar voren? Der Mann, der vor mir am Tatort war, muss der Täter sein. = De man, die op het plaats delict was, moet de dader zijn. Wie gut kannten Sie den Ermordeten? = Hoe goed kende u het slachtoffer? Ich kannte ihn sehr gut. = Ik kende hem heel goed. In welcher Beziehung standen Sie zu dem Ermordeten? = Welke relatie had u met de vermoorde? Der Ermordete war ein Kollege von mir/mein Onkel. = Het slachtoffer was een collega van mij/mijn oom. Wie sah die Skulptur aus? = Hoe zag het standbeeld eruit? Die Skulptur stellte die griechische Göttin Aphrodite dar. = Het standbeeld stelde de Griekse godin Aphrodite voor. Ist Ihnen etwas Verdächtiges aufgefallen? = Is u wat verdachts opgevallen? Nein, ich habe nichts gesehen. = Nee, ik heb niks gezien. Ja, der Benno war sehr aufgeregt. = Ja, Benno was zeer opgewonden. Welches Motiv könnte der Mörder gehabt haben? = Welk motief kon de dader gehad hebben? Er wollte das Vermögen seines Onkels haben. = Hij wilde het vermogen van zijn oom hebben. Er wollte den Laden übernehmen. = Hij wilde de winkel overnemen. Wo wurde die andere Hälfte der Skulptur gefunden? = Waar werd de andere helft van het standbeeld gevonden? In Seidels Kofferraum. = In de kofferbak van Siedel. Warum haben Sie den Mord begangen? = Waarom heeft u deze moord begaan? Ich war es nicht! = Ik was het niet! Eine Gruppe von Jugendlichen hat Schüler aus den unteren Klassen mit Drohungen erpresst. = Een groep jongeren heeft leerlingen van lagere klassen met drugs gechanteerd. Die Tatverdächtigen sind von mehreren Zeugen beobachtet worden. = De verdachten zijn door meerdere getuigen waargenomen. Die Schüler wurden gezwungen, ihre Handys/Markenkleidung abzugeben. = De leerlingen werden gedwongen, hun mobielen/merkkleding af te geven. Die 14jährige wurde des Diebstahls von Sportschuhen verdächtigt. = De veertienjarige werd van diefstal van sportschoenen verdacht. Die Schülerin hat in einer Boutique teure Markenkleidung gestohlen. = De leerlinge heeft in een boetiek dure merkkleding gestolen. Sie erhielt eine Anzeige wegen Diebstahls. = Ze ontving een aanklacht wegens diefstal. Die beiden Jugendlichen haben mit einem gefälschten Sammelausweis Geldspenden für das Rote Kreuz eingesammelt. = De beide jongeren hebben met een vals collectepaspoort geld voor het rode kruis ingezameld. Die Täter wurden von einem Lehrer auf heißer Tat erwischt. = De daders werden door een leraar op heterdaad betrapt. Die Schülergruppe hatte illegale Kopien von aktuellen Spielfilmen aus dem Internet heruntergeladen und auf DVDs gebrannt. = De groep scholieren heeft illegale kopieën van actuele speelfilms van het internet gedownload en op DVD's gebrand. Die Beschuldigten sollen Raubkopien von DVDs auf dem Schulhof verkauft haben. = De beschuldigden zouden illegale kopieën van DVD's op het schoolplein hebben verkocht. Er hatte sich auf den Diebstahl und den Weiterverkauf von Fahrrädern spezialisiert. = Hij heeft zich op het gebied van diefstal en het verder verkopen van fietsen gespecialiseerd. Er hat die Tat erst nach langem Leugnen zugegeben. = Hij heeft de daad na lang ontkennen toegegeven. Die beiden Schülerinnen stahlen nachts in der Diskothek teure Handys aus den Hand- und Jackentaschen der Diskogäste. = De beide scholieren stalen 's nachts in de discotheek dure mobieltjes uit handtassen en jaszakken van de discobezoekers. Der Zeuge hat die Tatverdächtigen identifiziert. = De getuige heeft de verdachte geïdentificeerd. Er ist ohne Führerschein gefahren und hat mit überhöhter Geschwindigkeit einen Unfall verursacht. = Hij heeft zonder rijbewijs gereden en heeft met een te hoge snelheid een ongeluk veroorzaakt. Der Fall soll vor dem Schülergericht verhandelt werden. = Het geval zal bij de scholierenrechtbank besproken worden. Erzähl doch mal von Alexander! = Vertel nog eens over Alexander! Er ist groß und hat braune Augen. Und die Hauptsache: er ist sympathisch! = Hij is lang en heeft bruine ogen. En de hoofdzaak: hij is sympathiek! Das wäre voll mein Typ! Was noch mehr? = Dat is helemaal mijn type! Wat nog meer? Dazu ist er sportlich und Nichtraucher. = Daarbij is hij sportief en hij rookt niet. Beschreibe dich mal, wie siehst du aus? = Beschrijf jezelf eens, hoe zie je er uit? Ich bin mittelgroß, habe halblange schwarze Haare und eine dunkle Haut! = Ik ben middelgroot, heb halflang zwart haar en een donkere huid. Und wie kleidest du dich? Erzähl mal! = En hoe kleed je je? Ich trage gern knallige Farben und gewagte Klamotten. Und du? = Ik draag graag opvallende kleuren en gewaagde kleding. En jij? Ich habe eine Stupsnase, rotes Haar und Sommersprossen. = Ik heb een wipneus, rood haar en zomersproeten. Schick mir doch mal ein Foto, dann werde ich dir meines schicken. = Laat mij eens een foto zien, dan laat ik die van mij zien. Du, wie steht's um Renate? = Jij, hoe gaat het met Renate? Du weißt, ich bin noch immer in sie verknallt. = Je weet, ik ben nog altijd verliefd op haar. Und sie auch in dich, oder mag sie dich einfach nur? = En zij ook op jou, of vindt zij jou alleen aardig? Weiß ich nicht ganz. Ich müsste sie mal einladen. = Weet ik niet helemaal. Ik zou haar eens uit moeten nodigen. Ja, mach doch! Wer nicht wagt, der nicht gewinnt! = Ja, toe maar! Wie niet waagt, die niet wint! Du hast Recht! Übrigens, deine neue Freundin Erika, wie soll ich mir die vorstellen? = Je hebt gelijk! Overigens, je nieuwe vriendin Erika, hoe moet ik me haar voorstellen? Total hübsch ist sie, etwas vollschlank, hat 'ne tolle Figur, und lacht gern und viel. = Ze is heel knap, volslank, heeft 'n mooi figuur en lacht graag en veel. Deine Augen verraten, dass du dich in sie verliebt hast! = Je ogen veraden, dat je verliefd op haar bent! Glaub mir, ich liebe sie bis zum Mond und wieder zurück! Und sie liebt mich. = Geloof me, ik houd van haar tot de maan en weer terug! En zij houdt van mij. Da darfst du von Glück reden! = Dan mag je met geluk spreken! Dazu ist sie intelligent, sie will sogar Physik studieren. = Daarbij is ze intelligent, ze wil zelfs natuurkunde studeren. Hört sich prima an! Sollen wir nicht mal zu viert was machen? = Dat klinkt prima. Zullen wij niet eens wat met z'n vieren doen? Emanzipation muss sein... Stimmt doch, auch Frauen müssen Karriere machen können. = Emancipatie moet zijn... Klopt toch, ook vrouwen moeten carrière kunnen maken. Ich finde aber, in einer Familie soll die Mutter für die Kinder da sein. = Ik vind echter, dat de moeder in een gezin er voor de kinderen moet zijn. Warum muss es die Mutter sein, was hältst du denn vom Vater? = Waarom moet het de moeder zijn, was vind je dat van de vader? Na ja, entweder geht der Vater oder die Mutter ganztags arbeiten. = Nou ja, of de vader of de moeder gaat fulltime werken. Oder: Mutter und Vater gehen beide halbtags arbeiten. = Of: moeder en vader gaan allebei halve dagen werken. Das heißt dann, sie arbeiten ganztags und das Kind wird tagsüber aus den Händen gegeben. = Dat betekent dan, ze werken fulltime en het kind wordt overdag uit handen gegeven. Ja, es wird dann tagsüber von anderen betreut. = Ja, het wordt dan overdag door anderen verzorgd. Beruf und Kinderkriegen sind also nicht leicht vereinbar. = Beroep en kinderen zijn dus niet zo makkelijk te combineren. Doch, ich würde meinen Beruf nach einer Babypause auf jeden Fall wieder fortsetzen. = Jawel, zou mijn beroep na een babypaze weer willen voortzetten. Ich weiß nicht, für mich hängt das stark von der Situation ab. = Ik weet niet, voor mij hangt dat sterk van de situatie af. Klar muss man dabei alles berücksichtigen: eigene Interessen, den Partner und das Kind. = Natuurlijk moet je daarbij met alles rekening houden: eigen interesses, de partner en het kind. Also abwägen, was welche Priorität hat... = Dus afwegen, wat welke prioriteit heeft... Zum Beispiel, was der Beruf einem bedeutet. = Bijvoorbeeld, wat het beroep voor je betekent. Auch Vater- und Muttergefühle sollte man dabei nicht unterschätzen. = Ook vader- en moedergevoelens moet je daarbij niet onderschatten. Jeder muss dabei die eigenen Prioritäten prüfen! = Daarbij moet iedereen zijn eigen prioriteiten op de proef stellen! Dabei wird es immer auf einen Kompromiss hinauslaufen. = Daarbij zou het altijd op een compromis uitlopen. Bedenke dabei, dass eine Kinderkrippe die Sozialisierung fördert. = Bedenk daarbij, dat een creche de socialisering bevordert. Ja, es wird auch gesagt, dass für ein Kind der Umgang mit anderen Kindern wichtig ist. =Ja, er wordt ook gezegd, dat voor een kind de omgang met andere kinderen belangrijk is. Aber ehrlich gesagt habe ich über Kinder ja oder nein noch gar nicht nachgedacht. = Maar eerlijk gezegd heb ik over wel of geen kinderen nog niet nagedacht. Du hast Recht. Das hat noch Zeit! = Je hebt gelijk. Dat heeft nog tijd!
Ingezonden op 18-12-2014 - 1468x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
27-12-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!