Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
EXAMENDIOOM
› 1 Woordjes 1 t/m 150
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
EXAMENDIOOM
1 Woordjes 1 t/m 150
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
abandon = in de steek laten able = in staat abolished = afschaffen abounds in = in overvloed voorkomen abused = misbruiken access to = toegang tot accessible = toegankelijk accompanied by = vergezellen, begeleiden accomplished = volbrengen accommodated = onderbrengen, huisvesten according to = volgens accounted = verklaren an account = verslag account for = uitleggen, verklaren actually = eigenlijk accumulated = opstapelen accused for = beschuldigen van achieved = bereiken, presteren acknowledge = toegeven, erkennen acquired = verwerven act = daad, wet acted = handelen, doen adapted = aanpassen add = toevoegen additional = bijkomend addicted to = verslaafd aan addict = verslaafde adjust to = (zich) aanpassen aan admired = bewonderen admit = toegeven admitted = toelaten adolescent = adolescent, jong volwassene adults = volwassenen advanced = gevorderde advantage = voordeel adversary = tegenstander advocate of = voorstander van affected = van invloed zijn op affect = treffen afford = veroorloven after all = per slot van rekening age = leeftijd under age = minderjarig aggravated = verslechteren, verergeren agree with = eens zijn met alienated = vervreemden allies = bondgenoten amount = bedrag amounted = bedragen ancestors = voorouders ancient = heel oud announced = aankondigen annoying = irriteren annual = jaarlijks anxious = bezorgd ape = mensaap it was apparent = blijkbaar, ogenschijnlijk appeals = aantrekkingskracht hebben op apply = toepassen applied for = solliciteren appointed = benoemen appointment = afspraak apologised = zijn excuus aanbieden approach = benaderen approve = goedkeuren arbitrary = willekeurig areas = gebied, terrein arguing = ruziemaken as for = wat betreft asserted = verklaren, beweren assumed = aannemen, ervan uitgaan attached = vastmaken, hechtten aan attacked = aanvallen attempted = proberen attend = aanwezig zijn bij attic = zolder(kamer) attitude = houding, mentaliteit attributed to = toeschrijven aan auction = veiling audience = publiek, toehoorders available = beschikbaar average = gemiddeld avoid = vermijden, ontlopen aware = bewust award = prijs awarded = toekennen awe = ontzag awkward = lastig, onhandig backed = ondersteunen a balance = evenwicht, balans bald = kaal banned = verbieden bare = bloot bare = kaal barely = nauwelijks bargained = onderhandelen bargain = koopje behaved = gedragen belongs to = toebehoren aan benefit from = profiteren van beneficial = heilzaam besides = bovendien betrayed = verraden beyond = verder dan are biassed = bevooroordeeld zijn blamed = de schuld geven, krijgen blend = mengen boosted = stimuleren border = grens brake = remmen breathe = (in)ademen brief = kort brutal = bruut, wreed broke = blut burglar = inbreker buried = begraven carry on = doorgaan casual (wear) = vrije tijds casual (remark) = terloops casualties = doden en gewonden caught up with = inhalen cause = zaak, oorzaak caused = veroorzaken cautious = voorzichtig chairman = voorzitter challenged = betwisten celebrate = vieren celebrities = beroemdheden cereals = (ontbijt)granenproducten charity = liefdadigheid citizens = burger civil = beleefd civil servant = ambtenaar a civilian = burger claimed = beweren clergy = geestelijkheid coeducation = gemengd onderwijs coincidence = toeval collapsed = ineenstorten, mislukken collided = botsen a column = kolom the columns = zuil comforted = troosten commit a crime = een misdaad plegen common (use) = gemeenschappelijk (are) common = gewoon, veelvoorkomend community = gemeenschap, gemeente commute = forenzen, heen en weer reizen compare = vergelijken compelled = dwingen, verplichten compulsory = verplicht compete = concureren competive = concurrerend comprehend = begrijpen complaining = klagen concieve = bedenken
Ingezonden op 31-12-2014 - 1504x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!