Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
EXAMENDIOOM
› 2 Woordjes 1 t/m 500
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
EXAMENDIOOM
2 Woordjes 1 t/m 500
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
gewoon; veelvoorkomend = (are) common evenwicht; balans = a balance burger = a civilian kolom = a column (wed)strijd = a contest nadeel = a disadvantage in de steek laten = abandon in staat = able afschaffen = abolished in overvloed voorkomen = abounds in misbruiken = abused toegang tot = access to toegankelijk = accessible onderbrengen; huisvesten = accommodated vergezellen; begeleiden = accompanied by volbrengen = accomplished volgens = according to uitleggen; verklaren = account for verklaren = accounted opstapelen = accumulated beschuldigen van = accused for bereiken; presteren = achieved toegeven; erkennen = acknowledge verwerven = acquired daad; wet = act handelen; doen = acted eigenlijk = actually aanpassen = adapted toevoegen = add verslaafde = addict verslaafd aan = addicted to bijkomend = additional (zich) aanpassen aan = adjust to bewonderen = admired toegeven = admit toelaten = admitted adolescent; jong volwassene = adolescent volwassenen = adults gevorderde = advanced voordeel = advantage tegenstander = adversary voorstander van = advocate of treffen = affect van invloed zijn op = affected veroorloven = afford per slot van rekening = after all leeftijd = age verslechteren; verergeren = aggravated eens zijn met = agree with vervreemden = alienated bondgenoten = allies bedrag = amount bedragen = amounted verslag = an account voorouders = ancestors heel oud = ancient aankondigen = announced irriteren = annoying jaarlijks = annual bezorgd = anxious mensaap = ape zijn excuus aanbieden = apologised aantrekkingskracht hebben op = appeals solliciteren = applied for toepassen = apply benoemen = appointed afspraak = appointment benaderen = approach goedkeuren = approve willekeurig = arbitrary bevooroordeeld zijn = are biassed gebied; terrein = areas ruziemaken = arguing wat betreft = as for verklaren; beweren = asserted aannemen; ervan uitgaan = assumed vastmaken; hechtten aan = attached aanvallen = attacked proberen = attempted aanwezig zijn bij = attend zolder(kamer) = attic houding; mentaliteit = attitude toeschrijven aan = attributed to veiling = auction publiek; toehoorders = audience beschikbaar = available gemiddeld = average vermijden; ontlopen = avoid prijs = award toekennen == awarded bewust = aware ontzag = awe lastig; onhandig = awkward ondersteunen = backed kaal = bald verbieden = banned bloot = bare kaal = bare nauwelijks = barely koopje = bargain onderhandelen = bargained gedragen = behaved toebehoren aan = belongs to heilzaam = beneficial profiteren van = benefit from bovendien = besides verraden = betrayed verder dan = beyond de schuld geven; krijgen == blamed mengen = blend stimuleren = boosted grens = border remmen = brake (in)ademen = breathe kort = brief blut = broke bruut; wreed = brutal inbreker = burglar begraven = buried doorgaan = carry on terloops = casual (remark) vrije tijds = casual (wear) doden en gewonden = casualties inhalen = caught up with zaak; oorzaak = cause veroorzaken = caused voorzichtig = cautious vieren = celebrate beroemdheden = celebrities (ontbijt)granenproducten = cereals voorzitter = chairman betwisten = challenged liefdadigheid = charity burger = citizens beleefd = civil ambtenaar = civil servant beweren = claimed geestelijkheid = clergy gemengd onderwijs = coeducation toeval = coincidence ineenstorten; mislukken = collapsed botsen = collided troosten = comforted een misdaad plegen = commit a crime gemeenschappelijk = common (use) gemeenschap; gemeente = community forenzen; heen en weer reizen = commute vergelijken = compare dwingen; verplichten = compelled concurreren = compete concurrerend = competitive klagen = complaining begrijpen = comprehend verplicht = compulsory verwekken = conceive (a child) bedenken = conceive (a plan) betreft = concerned bezorgdheid = concerns bedenken = conceive beton = concrete veroordelen = condemn gedrag = conduct bekennen; toegeven = confess zelfverzekerd = confident vertrouwelijk = confidential beperken = confine bevestigen = confirm verwarren = confused veroveren = conquered dientengevolge = consequently behouden = conserve overwegen = consider aanzienlijk = considerable zich bewust = conscious consequent = consistent bestaan uit = consists of opvallend = conspicuous samenzweren = conspired raadplegen = consult bevatten = contained eigentijds; hedendaags = contemporary minachting = contempt inhoud = content tevreden = content (with the test results) inhoud = contents aanhoudend = continual voortdurend = continuously tegenspreken = contradict bijdrage = contribution besturen = controlling gemakkelijk; comfortabel = convenient nonnenklooster = convent overbrengen = convey veroordeelde = convict overtuiging = conviction overtuigen = convince aankunnen; zich weten te redden = cope kern = core kroning = coronation (gemeente)raad = council toonbank; balie = counter platteland = countryside (gerechts)hof = court scheppen; creëren = create schepsel; wezen = creature geloofwaardig = credible criticus = critic wreedheid = cruelty genezen = cure stroom = current (of air) actueel = current (words that are no longer) vloeken = curses zuivel = dairy beschadigen = damaged schulden = debts periode van tien jaar = decade bederven = decays bedriegen = deceived beschaafd; fatsoenlijk = decent verklaren = declare in verval raken; achteruit gaan = declined toewijden = dedicated definitief; duidelijk; beslist = definite vertragen = delayed opzettelijk = deliberate in verrukking (brengen) = delighted bezorgen = delivered eigen = demand veeleisend = demanding ontkennen = denied afhankelijk van = dependent on afleiden van; ontlenen aan = derived from verdienen = deserves wensen = desire wanhopen = despaired wanhopig; uitzichtloos = desperate verachten = despised ondanks = despite bestemming = destination lot = destiny vernietigen = destroyed bepalen; vaststellen = determine vastbesloten = determined ontwikkelen = develop instrument; middel = device waardigheid = dignity teleurstelling = disappointment afkeuren = disapprove ramp = disaster ontmoedigen = discouraged ziekte = disease verminderen = diminished blijkbaar; ogenschijnlijk = it was apparent zuil = the columns schadevergoeding = the damages gehandicapten; invaliden = the disabled behandelen; er mee om kunnen gaan = to deal with minderjarig = under age --- walging = disgust walgelijk = disgusting ongehoorzaamheid = disobedience tentoonspreiden = displayed discussie; geschil; twist = dispute verstoren = disrupted verte; afstand = distance ver = distant duidelijk = distinct onderscheiden = distinguish eminent; befaamd = distinguished afleiden = distracts storen = disturbed scheiden = divorced binnenlands; huis; huiselijk = domestic twijfelachtig = doubtful rijbewijs = driving licence rijexamen = driving test verwacht; verschuldigd = due te wijten aan; tengevolge van = due to saai; dof = dull schemering = dusk wonen = dwells enthousiast = eager rand = edge de uitgave verzorgen; bewerken = to edit redacteur = editor inspanning = effort bejaarden = elderly in verlegenheid gebracht = embarrassed te voorschijnkomen; opkomen = emerged noodgeval = an emergency benadrukken = emphasized keizerrijk = empire in dienst hebben/nemen = employs in staat stellen = enables tegenkomen; ontmoeten = encountered uithoudingsvermogen = endurance verdragen = endure onderneming = enterprises geheel = entirely recht geven op = entitles recht hebben op = entitled omgeving; milieu = environment benijden; jaloers zijn op = envy vestigen; oprichten = established gelijk = equal even(zeer); in gelijke mate = equally uitrusting = equipment tijdperk = era 300. tijdperk = era ontsnappen = Escaped gevestigde orde = establishment schatten = to estimate gebeurtenis = event uiteindelijk = eventually bewijs(material) = evidence kwaadaardig = evil Overdrijven = exaggerating tentoonstellen = exhibited verbannen = exiled bestaan = exist spannend = exciting uitgeput = exhausted uitbreiden = expand ten koste van = at my expense onkosten = expenses ondervinden; ervaren = experienced uitbuiten = exploited verkennen = explored ontdekkingsreiziger = explorer blootstellen aan = exposed to uitbreiden = extended mate = extent uitgestorven = extinct onder ogen zien/wachten staan = to face feitelijk; gebaseerd op feiten = factual zakken voor/er niet in slagen = failed nalaten = fails tamelijk = fairly geloof = faith onjuist; verkeerd = information bekend; vertrouwd = familiar to me hongersnood = famine leuk vinden; vallen op = fancy modieus = fashionable fatal; dodelijk = fatal (nood)lot = fate gunst = favour vóór = in favour of ten gunste van; in het voordeel van = in your favour kenmerk; gelaatstrek = feature genoeg hebben van = to be fed up with mede- = fellow-(students) vrouwelijk = female vruchtbaar = fertile verzonnen; denkbeeldig = fictional fel = fierce hevig = fierce getallen = figures figuur; vorm = figure boete = 350 a fine stevig = firm firma = firm passen = fit bloeien; gedijen = flourished vloeiend = fluently kracht; geweld = forces dwingen = forced gelukkig = fortunate stichten = founded voeden = fuelled van brandstof voorzien = fuel voortaan = In future in de toekomst = In the future verkrijgen; verwerven = gained gat = gap Kloof = gap (zich) verzamelen = gathered versnellingen = gears huisarts = general practitioner(G.P.) gul ; royal; edelmoedig = generous vriendelijk; zacht = gentle echt = genuine oprecht = a genuine gebaar = gesture reusachtig = gigantic wereldwijd; mondiaal = Global roddelen = gossiping sierlijk; elegant = graceful afstuderen;een opleiding voltooien = graduate begrijpen = grasp dankbaar = grateful graf = grave ernstig = grave gulzig = greedily raden = guess th schuldig = guilty omgaan met = to handle tegenspoed; ontbering = hardship Kwaad doen = harm onschadelijk = harmless koppen = headlines toenemen; vergroten = heightened erfgenaam = heir vandaar = hence erfgoed = heritage held; hoofdpersoon in een verhaal = hero heldin; hoofdpersoon = heroine aarzelen = hesitating kapen = hijacked eerlijkheid = Honesty vandalen = Hooligans gijzelaar = hostage vijandig = hostile enorm = huge menselijk = 400 human mens = human nederig = humble vernederen = humiliated onwetendheid = Ignorance negeren; geen notitie nemen van = ignore analfabeet = illiterate denkbeeldig = imaginary suggereren = implies met zich meebrengen = imply opleggen = imposed indruk maken op = impress verbeteren = improve trouwens = incidentally de neiging hebben te = inclined toenemen = increasing in toenemende mate = increasingly ongelooflijk = incredible onafhankelijk = independent aanwijzen = indicated aangeven = indicated onverschillig = indifferent verontwaardigd = indignant onvermijdelijk = inevitable verwondingen = injuries onschuldig = innocent informeren (naar) = inquired met klem beweren; volhouden = insisted beledigen = to insult van plan zijn = intend belang = interest rente = interest uitvinden; bedenken = invented onderzoeken = investigating betrekken bij = involved met zich meebrengen = involves zaak; kwestie = issue uitgave; nummer (van tijdschrift = issue zich voegen bij = joined stickie = joint gezamenlijk = joint gewricht = joint rechter = judge veroordelen = judge rechtvaardigen = justify jeugd = juvenile enthousiast; fanatiek = keen arbeid = Labour arbeiders = labourers gebrek hebben aan = lacks grotendeels = largely wettig = lawful gazon; grasveld = lawn rechtszaak = lawsuit wettig = legal wetgeving = Legislation rechtmatig; wettig = legitimate vrijetijd; recreatie = for leisure niveau = level waarschijnlijk (komen) = 450 likely grens = limit beperken = limit afval = litter maan- = lunar gek = lunatic voornaamste; hoofd- = main voornamelijk = mainly handhaven = maintained belangrijke; major; meerderjarig = major meerderheid = majority mannelijk = male handleiding = manual met de hand = manually fabriceren = manufactured huwelijks = marital volwassen; rijp = mature middel(en) = means ondertussen = meanwhile/in the meantime maat = his measure maatregelen; meten = measures middeleeuws = medieval lidmaatschap = membership repareren = mended enkel en alleen; alleen maar = merely minderjarig = (she is a) minor minder belangrijk (vak) = minor (in philosophy) minderheid = minority ellendig = miserable ongeluk = mishap bespotten = mocked bescheiden; matig = modest toezicht houden op = monitored humeur; stemming = mood sterfelijk = mortal automobilist = motorist Vermenigvuldigen = multiply menigte = multitud gespierd = muscular wederzijds = mutual verwaarlozen = neglected moed = nerve zenuw = nerves nota nemen van; opmerken = note briefje; mededeling = a notice berucht = notorious roman = novel nieuw = novel (suggestion) nieuwtje = novelty romanschrijver = novelist talrijke = numerous gehoorzaam = obedient gehoorzamen = obey
Ingezonden op 02-01-2015 - 1705x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
10-03-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!