Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Jess-EN-exam-words
› 1 C
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Jess-EN-exam-words
1 C
Jaar 6 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
to calculate = (be)rekenen to carry on = doorgaan met casual = terloops, vrijetijds- casualties = doden en gewonden to catch up (on) = inhalen to cause = veroorzaken cause = oorzaak, zaak cautious = voorzichtig to celebrate = vieren celebration = viering celebrity = beroemdheid censorship = censuur cereals = (ontbijt)graanproducten chain = ketting, keten chair; chairman = voorzitter to challenge = uitdagen, betwisten challenge = uitdaging to charge = belasten, berekenen, als prijs vragen to charge with = beschuldigen van charge = pupil charity = liefdadigheid(sinstelling) citizen = burger civil = beleefd, burger- civil servant = ambtenaar to claim = beweren; eisen claim = eis to clarify = verduidelijken clarity = helderheid close = dichtbij, hecht coeducation; coed = gemengd onderwijs to coincide with = samenvallen met coincidence = toeval to collapse = ineenstorten, mislukken collapse = instorting to collide = botsen collision = botsing column = kolom, rubriek, zuil to combat = (be)strijden; vechten tegen combat = strijd to come to terms with = zich verzoenen met; zich neerleggen bij to come down to = neerkomen op to comfort = troosten comfort = troost to commit (a crime) = (een misdaad) begaan common = gemeenschappelijk, gebruikelijk, gewoon, ordinair in common = gemeen(schappelijk) commonplace = cliché community = gemeenschap, gemeente to commute = forenzen; pendelen commuter = forens to compare = vergelijken compared to/with = vergeleken met in comparisation to/with = in vergelijking met comparison = vergelijking to compel = dwingen; verplichten compulsion = dwang compelling = boeiend to compete = concurreren competition = wedstrijd competitive = concurrerend to complain = klagen complaint = klacht complicity = medeplichtigheid to comprehend = begrijpen comprehension = begrip compulsatory = verplicht to conceal = verbergen to conceive = bedenken concept = ontwerp to conceive = verwekken conception = verwekking concern = bezorgdheid, zorg, bedrijf concerned = bezorgd, desbetreffende concrete = beton(nen), concreet conclude = besluiten in conclusion = concluderend to condemn = veroordelen condemnation = veroordeling on the condition that = op voorwaarde dat to conduct = leiden; dirigeren conductor = dirigent conduct = gedrag to confess (to) = (op)biechten (aan) confession = bekentenis confident = vol (zelf)vertrouwen confidence (zelf)vertrouwen confidential = vertrouwelijk to confine = beperken to confirm = bevestigen confirmation = bevestiging to confuse = verwarren confusion = verwarring in connection with = met betrekking tot to conquer = veroveren conquest = verovering conscious = zich bewust consequently = dientengevolge to conserve = behouden conservation = behoud as a consequence = als gevolg daarvan; daardoor consequently = als gevolg daarvan; dientengevolge to consider = overwegen; beschouwen considering = in aanmerking nemend consideration = overweging considerable = aanzienlijk to consist of = bestaan uit consistent = consequent conspicuous = opvallend to conspire = samenzweren conspiracy = samenzwering to consult {consultation}= raadplegen to contain {container}= bevatten contemporary = tijdgenoot, hedendaags; tijdgenoot, eigentijds contempt = minachting contemptuous = minachtend to contend = beweren; stellen content; contented = tevreden content; contents = inhoud contest = wedstrijd continual = aanhoudend continuous = voortdurend to contradict = tegenspreken contradiction = tegenstelling on the contrary = integendeel contrary to = in tegestelling tot by contrast = daarentegen in contrast to = in tegenstelling tot to control = beheren, besturen control = controle to convene = samenkomen convention = samenkomst convenient = gemakkelijk; comfortabel to convert = veranderen, bekeren to convey = overbrengen, kenbaar maken; meedelen; duidelijk maken to convict = veroordelen convict = veroordeelde conviction = veroordeling, overtuiging to convince = overtuigen to cope (with) = zich weten te redden, aankunnen core = kern council = (gemeente)raad court = (gerechts)hof coward = lafaard cowardice = lafheid to create = scheppen; creëren creation = schepping creature = schepsel; wezen credible = geloofwaardig credibility = geloofwaardigheid critic = criticus crop = landbouwgewas, oogst to crush = verpletteren; vernietigen to cure = genezen current {bn}= huidig; actueel current {zn}= stroom; stroming curriculum = leerplan, vakkenpakket to curse = (ver)vloeken curse = vloek customary = gebruikelijk
Ingezonden op 03-01-2015 - 1290x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
06-01-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!