Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Engels basiswoordenlijst Cito shuffled
› 11 shuffled list page 11
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Engels basiswoordenlijst Cito shuffled
11 shuffled list page 11
Jaar 6 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
defect = gebrek to restrict = beperken to envy = jaloers zijn op fine = boete to relieve = verlichten haunted mansion = spookhuis superfluous = overbodig to suffice = voldoende zijn posh = chic illiterate = analfabeet contemporary = tijdgenoot to contain = bevatten to invent = bedenken to judge = oordelen to force = dwingen lunatic = gek to be at stake = op het spel staan honesty = eerlijkheid in vain = tevergeefs to destroy = vernietigen to abound = in overvloed voorkomen to allude to = een toespeling increasingly = in toenemende mate to overlook = over het hoofd zien to charge with = beschuldigen to curse = vloeken to indulge in = zich te buiten gaan to sentence = veroordelen cowardice = lafheid tension = spanning lawful = wettelijk environmental = milieu audience = publiek to reject = afwijzen to address = adresseren to neglect = verwaarlozen to value = waarderen to brake = remmen upbringing = opvoeding continuous = voortdurend to complain = klagen effort = inspanning burglar = inbreker to stain = besmeuren single = alleenstaand to hijack = kapen expenses = kosten major = belangrijkst to employ = in dienst nemen shallow = ondiep cereals = graanproducten to bother about/with = zich drukmaken to restore = restaureren bare = kaal to get rid of = kwijtraken scientist = wetenschapper subject = onderwerp to raise = optillen burden = last sensation = gevoel age = leeftijd competitive = concurrerend refuse = afval to argue = redeneren to suppress = onderdrukken accessible = toegankelijk to edit = de uitgave verzorgen to advocate = voor staan compelling = boeiend to save = redden to prevent = voorkomen to occupy = bezetten area = gebied to conceal = verbergen impact = inslag border = grens to convict = veroordelen to require = vereisen gear = uitrusting offence = overtreding
Ingezonden op 06-01-2015 - 1180x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!