Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Artevelde HS
› 1 Didactiek
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Artevelde HS
1 Didactiek
Jaar 1 (volksuniversiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
beroepsprofiel = omschrijving van Vaardigheden,Kennis,Attitudes, Ervaren, Taken + verwachtingen, 1 gemeenschappelijk, vers. functies. Basiscompetenties = afleiding beroepsprofiel, V,K,A, Beginende, 3 sets, Basiscompetenties om doortegroeien naar beroepsprofiel. Functionele gehelen = opgedeeld in 3 clusters 1ste cluster = verantwoordelijkheid v.d. leraar t.a.v. de lerende. competenties 1ste cluster = Begeleider van leer- en ontwikkelingsstoornissen, opvoeder, inhoudelijk expert, organisator, innovator/onderzoeker 2de cluster = verantwoordelijkheid v.d. leraar t.a.v. de school/onderwijsgemeenschap competenties 2de cluster = partner van ouder/verzorgers, lid van een schoolteam, Partner van externen, Lid v.d. onderwijsgemeenschap 3de cluster = Verantwoordelijkheid v.d. leraar t.a.v. de maatschappij Beroepsattitudes = gelden voor alle functionele gehelen Beroepsattitude 1 = Beslissingsvermogen: standpunt durven innemen + verantwoorelijkheid Beroepsattitude 2 = Relationele gerichtheid : respect en empathie, tonen Beroepsattitude 3 = kritische ingesteldhied: zichzelf en omgeving in vraag stellen, waarde van een bewering of feit verifiëren voor je stelling in neemt Beroepsattitude 4 = Leergierighied: Actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden/verdiepen Beroepsattitude 5 = Organisatievermogen: Plannen om het doel op een efficiente manier te bereiken Beroepsattitude 6 = Zin voor samenwerking: Bereid zijn om gemeenschappelijk aan een taak te werken Beroepsattitude 7 = Verantwoordelijkheidszin: zich verantwoordelijk voelen voor de school Beroepsattitude 8 = Flexibiliteit: Bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden Functies van het beroeps profiel = Voor de leerkracht/lerarenopleidingen/overheid/onderwijs-werkveld Functie beroepsprofiel leerkracht = wat word er verwacht, verantwoordelijkheden t.o.v. : School/collega's/Leerlingen/Ouders Functie beroepsprofiel lerarenopleiding = vertrekken vanuit basiscompetenties voor het opleidingsprogramma waardoor de opleidings doelen en eindtermen aansluiten (competentie gerichte standaard voor PR) Functie beroepsprofiel overheid = waken over en controleren van kwaliteit v.h. onderwijs , d.m.v. doorlichtingen Functie beroepsprofiel onderwijs- of werkveld = Schoolbestuur en clb: Basiscompetenties, inhoud professionalisering (waar naar groeien) Banken en bedrijven: wat kan de leerkracht Bijsturing sinds 2007 = 3 gebieden: Taalvaardighied, Diversiteit in de klas, ICT Bijsturing taalvaardigheid = Standaardnederlands beheersen + beginsituatie goed inschatten: taalaanpak opmaat van de leerlingen uitwerken Bijsturing Diversiteit in de klas = Inspelen op diversiteit om elk individu(of maatschappelijke groep) dezelfde kansen te bieden: thema gelijke kansen Bijsturing ICT = vertrouwd zijn met: gelijke kansen en toegang tot kennismaatschappij. Leerkract ICT-vompetenties bij leerlingen ontwikkelen Didactisch modellen = Mens & maatschappijbeeld/Leerdoelen/Didactische principes/Did. wv/Beginsituatie/ Interactie Did. model Mens & maatschappijbeeld = vaardigheden: ICT,Kennis Did. model leerdoelen = duidelijk Did. model did. pricipes = Bv.: vb. die aansluiten bij leefwereld, motiveren, actualiteit, Visualiseren Did. model did. wv = Discussie, ICT, Groepswerk, OLG, Rollenspel, Simulatiespel Did. model beginsituatie = Andere noten: app-generatie/ Eigen initiatief / Motivatie / Achtergrond/ Voorkennis/ Leeftijd Waarom een analyse v.h. did. proces? = om greep te krijgen op de complexiteit v.h. didactische handelen Belang Did. model = onderwijsleersituatie op een envoudige wijze weergeven Definitie didactiek = Systematische, intentionele hulp door leerkrachten verschaft in scholen, door middel van cultuurgoed, aan zich vormende leerlingen, op weg tot cultuurwezen accentverschuiving binnen de didactiek? = Nu meer aandacht voor de leerling als individu, leerkracht heeft een pedagogische taak (als opvoeder) + didactische taak ( begeleider van leer- en ontwikkelingstoornissen ) Didactische driehoek = symbolische driehoek waarin leerling, leerinhoud en leerkracht hoekpunten vormen , (geeft hoofdrolspelers in het onderwijs aan) Nadeel Did. driehoek = te eenvoudig, complexiteit did. realiteit niet voldoende verduidelijkt Model van de did. analyse = Verheldert de did. situatie beter , 5 fasen: doelstellingen, beginsituaties, onderwijsleersituatie, de uitvoering, de evaluatie model v.d. did. analyse praktijk = doelstellingen: wat wil ik bereiken / Beginsituatie: waarmee beginne, rekening houdend met voorkennis en eigen geaardheid v.d. leerlingen / Onderwijsleersituatie: hoe? (welke leerinhoud, hoe ordenen, welke did. wv, welke hulpmiddelen, welke leeractiviteiten,..) / Uitvoering / Evaluatie: met welk resultaat?Doelstellingen bereikt? L.I.N.C model = linken tussen verschillende: componenten v.h. didactisch handelen/ schakels binnen één vak / vakken L.I.N.C. model buiten de cirkel = Mens & maatschappijbeeld, Algemene doelen L.I.N.C. model Mens & maatschappijbeeld = maatschappij --› verschillende kenmerken --› taken die de school moet vervullen --› vormingsdoelen berijken L.I.N.C. model Algemene doelen = optimale persoonlijkheidsontplooiing of uitgroei tot cultuurwezen --› maximale kansen functioneren binnen huidige maatschappij. - Weinig aanduidingen voor opzetten van concrete onderwijs/leer -activiteiten. - algemene doelen --› lesdoelen = concretisering v.d. algemene doelen - beinvloeden hele tijd did. handelen (slechts te berijken door de jaren en vakken heen) L.I.N.C. pijl van algeme doelen naar lesdoelen = de eindtermen, ontwikkelingsdoelen, leerplannen --› hieruit worden lesdoelen geformuleerd L.I.N.C. model componenten binnenin de cirkels = lesdoelen, beginsituatie,onderwijsleersituatie L.I.N.C. model lesdoelen = bepaald door kenmerken v.d. beginsituatie L.I.N.C. model beginsituatie = Geheel van factoren met betrekking op: leerling, school, leerkracht, klasgroep, situationele gegevens. beinvloeden : niveau v.d. lesdoelen, aantal doelen, basisdoelen, differentiële doelen. - Analyse v.d. beginsituatie --› afhankelijk v.d. vooropstelde doelen. L.I.N.C. model pijlen lesdoelen ,beginsituatie, onderwijs = wisselwerking tussen lesdoelen en beginsituatie is bepalend voor het onderwijsleersituatie: kiezen v.d. leerinhoud, de did.wv, de media L.I.N.C. model onderwijsleersituatie driehoek = leerkracht brengt via opleiding leerinhouden over, interactie tussen leerkracht en leerling, leerling word via leerprocessen, begeliedt door de leerkracht --› leerinhouden L.I.N.C. model componenten van de cirkels = procesevaluatie, did. principes,transparantie L.I.N.C. model procesevaluatie = na les evalueren --› verwachtingen/inschattingen correct? + kenmerken v.d. huidige leersituatie?. verschil voorbereiding uitvoering mogelijk. L.I.N.C. model procesevaluatie essentiele vragen = beginsituatie correct ingeschat? Doelen goed gekozen? Wv gepast gekozen om doelen te bereiken? Is de onderwijsleersituatie goed verlopen? L.I.N.C. model procesevaluatie leerproces v.d. leerlingen = hoe komt leerling tot zijn resultaat? Welken fouten maakte hij? Hoe komt hij aan zijn fouten? Hoe kan de leerling bijgestuurd worden? L.I.N.C. model procesevalutie: procesvariabelen = welbevinden, betrokkenheid= belangrijke bron voor procesevaluatie --› handelen v.d. leerkracht bevragen en bij sturen. L.I.N.C. model did.principes = krachtlijnen, beinvloeden alle beslissingen v.h. did. handelen. Aanschouwelijkhieds-, Motivatie- ,ACtiviteits - INtegratie-, GEleidelijkheids- , DIfferentiatie-, Principe L.I.N.C. model transparantie = zinvol en zelfstandig leren --› inzicht in verschillende componenten v.h. didactisch handelen. Leerlingen moeten een duidelijk beeld hebben van: Beginsituatie, lesdoelen, manier van werken, evaluatieprocedure. = taak v.d. leeraar L.I.N.C. model linken tussen schakels = schakel bestaat nooit op zichzelf, verticale samenhang, binnen elk vak , nieuwe schakel--›nieuwe beginsituatie en nieuwe doelen--›wisselwerking--›onderwijsleersituatie L.I.N.C. model linken met andere vakken = did. handelen is geen geisoleerde activiteit. wat er in andere vakken gebeurt beinvloedt beginsituatie, lesdoelen en leersituatie: horizontale samenhang, alle vakken binnen jaar + VOETen Wie bepaald doelen, eindtermen = algemene doelen --› eindtermen : overheid / --›leerplandoelen: leerplan commissie / --› lesdoelen: leerkracht classificeren van lesdoelen op basis van persoonlijkheidsdomeinen = wat wil ik met mijn leerlingen berijken --› deelvragen: wat moeten ze na deze les beter kennen of zien? " ..." kunnen? Welke houdingen moeten ze verwerven? Hoe voelen ze zicht bij dit alles? - Niet alle doelen even kwalitatief/waardevol classificatieschema persoonlijkheidsdomeinen = structuur van de persoonlijkheid: uitgangspunt, Van elk doel --› een domein van de persoonlijkheid. - ontwikkelen van een systeem waarin doelen geordend kunnen worden volgens domeinen v.d. persoonlijkheid waarmee ze in verband staan. Persoonlijkheidsdomeinen domeinen = Cognitieve domein, dynamisch-affectieve domein, psychomotorische domein. Niet te scheiden, nauw verbonden, beinvloeden elkaar: verwerven van kennis beinvloed door motivatie, bij psychomotorische activiteiten meestal kennis en attitude aan bassis. Vb.: correct uitvoeren van vijlbeweging. weten (cognitief) hoe de vijl te hanteren, bereid hebben (affectief) het zo te doen Cognitieve domein = Verstandelijk functioneren: kennis, geheugen, toepassen, creatief en kritisch denken,... cognitieve doelen bv.: taxonomie uitleggen. Dynamisch-affectieve domein = dynamische aspecten v.h. gedrag --› drijfveren die het gedrag in een richting sturen: gevoelens, belangstelling, attitudes, waarden, motivatie. --› Affectieve doelen vb.: intresse tonen in de problemen van anderen. Psychomotorische domein = motorische zintuiglijke en lichamelijke vaardigheden: goede spiertonus, correcte uitspraak, juist hanteren van materiaal, nauwkeurig een cirkel vormen kunnen knippen,... classificeren van doelen met behulp van de taxonomie = 3 domeinen is eerste stap nu verder specificeren in niveaus van functioneren Wat is taxonomie = hierarchische ordening: niveaus - Vergelijk: relgels voor het formuleren van lesdoelen opsommen V.S. lerdoelen correct formuleren meerwaarde van een taxonomie = Brede vorming / Didactiek: ontwikkelen van onderwijsstrategie --› wv / Werkvolgorde, planning: bv.: via begrijpen naar toepassen / Evaluatie / Bepalen basis-en verdiepingdoelen Taxonomie van De Block = 1.GEDRACHSNIVEAU: Weten, Inzien, Toepassen, Integreren. 2.INHOUDSNIVEAU: Attitudes, methode, structuur, relatie, begrip, feit 3.TRANSFERNIVEAU: vaktypische, vrij algemene, algemene. Taxonomie van De Block gedrachsniveau = mate van beheersing,fase van leerproces, WETEN: letterlijk opzeggen, reproduceren, imiteren bewustwording. INZIEN: kunnen uitleggen in eigen woorden, vb geven, verbanden leggen, TOEPASSEN: Aanwenden in nieuwe situaties, uitvoeren,INTEGREREN: volledige beheersing, spontaan gebruiken = eigenlijke doel leer- en vormingsproces (Bekijk nog eens schema's pg.21) Taxonomie van De Block inhoudsniveau = hanteren van vereenvoudigde kubus. opdracht 7 pg 87 Cursus Oorspronkelijk schema inhoudsniveaus (Taxonomie van De Block) = Feiten, Begrippen, Relaties, Structuren, Methodes, Attitudes Vereenvoudigd schema inhoudsniveaus (Taxonomie van De Block) = Kennis, Vaardigheden, Attitudes Taxonomie van De Block transferniveau = toepasbaarheid, VAKTYPISCHE: weinig trasferabel, relatief minder belangrijk voor algemene vorming, VRIJ ALGEMENE: bepaald vakgebied: Theoretische weteschappelijke, Technische, Maatschappelijke, Esthetische. --› intresante leer- en vormings resultaten maar geen algemene vorming, ALGEMENE: in alle vakken nastreven, algemene vorming Belang van het formuleren van lesdoelen, correcte formulering = duidelijke omschrijving van het gedrag dat je van de lln verwacht. Leerkracht: wat ga jij doen, Leerlingen : wat moeten zij doen, Leerinhouden: welke leerinhouden zullen de leerlingen verwerken, Controle of evaluatie: Hoe ga je controleren of het gestelde doel bereikt is. Concretiseren van doelen = Duidelijke vorm, explicitiete vorm, welke verwachtingen. Lesdoelen = Gedragsveranderingen, wenselijk en realiseerbaar, Leerkracht streeft ze intentioneel en systematisch na, innderlijk en uiterlijk gedrag Nadelen bij ontbreken van concrete lesdoelen = Niet-relevant onderwijs (onvoldoende inzicht op wat belangrijk is wat bij moet blijven) Weinig efficiënt onderwijs (moeilijk om onderwijsstrategie, evaluatieprocedure te vinden) Wanner is het doel bereikt? (moeilijk zonder scherp omschreven doel (einddoel makelijk verschuiven, niet gewenste niveauaanpassing) Niet transparant comuniceren (Transparantie: lln duidelijk beeld op beginsituatie,...) Formuleringscriteria = gedrag waarneembaar formuleren,inhoud zo concreet mogelijk omschrijven,per lesdoel inhouds- en gedragsniveau aangeven, lesodelen steeds formuleren in leerlingengedrag, wv niet opnemen in het lesdoel, soms gebruikte hulpmiddelen en minimumprestaties aangeven . OEF: pg 96-98 Gedrag waarneembaar formuleren = actieve werkwoorden ( niet actief: weten, inzien, integreren) (actief: bv.: aanduiden, omschrijven, samenvatten,...) D
Ingezonden op 13-01-2015 - 1819x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!