Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Français Debutant
› 13
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Français Debutant
, deel 1
hoofdstuk 13
Jaar 2 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
antwoordapparaat = répondeur de toets (toetsenbord) = la touche ster = étoile plaatsen; drukken = appuyer samenvoegen; verbinden = joindre draad = fil geloven; denken; menen = croire de waarheid = la vérité helpen = aider terugbrengen; brengen = ramener jasje = veste behandelen = traiter het hangt ervan af = ça dépend nadenken; overpeinzen = réfléchir verliezen = perdre op zakenreis = en déplacement dat is niet de moeite waard = ce n'est pas la peine deel, portie = la part onderwerp = sujet het is genoteerd = c'est noté u kunt op mij rekenen = vous pouvez comptez sur moi terugbetalen; vergoeden = rembourser tegemoet komen = faire des concessions à quelqu'un wat hebben ze gedaan? = qu'est-ce qu'ils ont fait? voltooid tegenwoordige tijd = le passé composé salaris = salaire zenden; sturen = envoyer de tekening = le dessin vrije tijd; vrijetijdsbesteding = les loisirs evenement organiseren = l'organisation d'événements beheersen; bedwingen = maîtriser u wilt een goed salaris verdienen = vous voulez gagner un bon salaire beschikbaar = disponible grondbeginselen, basiskennis = notions gangbaar; gewoon = courant gisteren = hier beter; best = meilleur een sollicitatiegesprek = un entretien d'embauche zwakheden = faiblesses afgelopen juli = en juillet dernier ik ben erg gemotiveerd en ik leer zeer snel = je suis très motivé et j'apprends très vite beginnen = commencer juridische opleiding = formation de juriste babbelen, kletsen = bavarder oversteken = traverser zwemmen = nager strijken = repasser ondertekenen; signeren = signer
Ingezonden op 25-01-2015 - 736x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!