Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Grandes Lignes JFC
› 3 B,C en D
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Grandes Lignes JFC
, deel 2
3 B,C en D
Jaar 4 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
accompagner = begeleiden l'adversaire = de tegenstander agressif = agressief arrêter = stoppen attraper = pakken, vangen l'autorité = de autoriteit, het gezag le chef d'équipe = de teamleider le coureur = de wielrenner la course contre la montre = de tijdrit le dernier = de laatste détester = haten s'entraîner = trainen l'endroit = de plaats, de plek l'épreuve = de wedstrijd l'équipe = het team fatigant = vermoeiend gagner = winnen heureux = gelukkig le joueur = de speler le maillot de bain = het badpak parcourir = een afstand afleggen le parcours = de route de weg participer = deelnemen le premier = de eerste professionnel = professioneel le rêve = de droom réussir = slagen seul = alleen le temps = de tijd la vie quotidienne = het dagelijks leven à la fois = tegelijkertijd admirer = bewonderen avoir besoin de = nodig hebben avouer = toegeven, bekennen les Bleus = het Franse nationale voetbalelftal le centre de formation = het opleidingscentrum le championnat = het kampioenschap collectif = team comparer = vergelijken la condition = de voorwaarde le copain = de vriend en plein air = in de buitenlucht l'endroit = de plek, de plaats l'excuse, l'effort = de smoes, het excuus individuel = individueel la montagne = de berg motivé = gemotiveerd n'importe quand et n'importe où = ongeacht wanneer of waar offrir = aanbieden offert = aangeboden la persévérance = het doorzettingsvermogen peureux = angstig la puissance, la force = de kracht la raison = de reden la salle de sport = de sportzaal le sport de combat = de vechtsport la tactique = de tactiek la vitesse = de snelheid l'attaquant = de aanvaller le but = het doelpunt le calendrier = de kalender célèbre, fameux = beroemd la chance = het geluk, de kans changer = veranderen le cyclisme = de wielersport le cycliste = de wielrenner la détermination = de vastberadenheid digne = waardig extraordinaire = buitengewoon finalement = uiteindelijk fonctionner = functioneren la forme = de vorm fou = gek l'héritier = de opvolger l'image = het beeld le magazine = het tijdschrift marquer = scoren le métier = het beroep paresseux = lui le poste = de positie, de plaats préféré = lievelings ressembler a = lijken op d'un seul coup = in één keer, opeens la surcharge = de overbelasting le surnom = de bijnaam surprendre = verrassen la victoire = de overwinning Quel sport fais-tu? = Welke sport doe je? Je fais du foot et de la natation. = Ik doe aan voetballen en zwemmen. Combien de fois est-ce que tu t'entraînes par semaine? = Hoe vaak per week train je? Où est-ce que tu fais ce sport? = Waar beoefen je die sport? Es-tu membre d'un club? = Ben je lid van een club? Est-ce que tu participes aussi à des matchs/ compétitions/ tournois? = Doe je ook mee aan wedstrijden/ toernooien? Gagnez-vous souvent? = Winnen jullie vaak? Est-ce que le dernier match s'est bien passé? = Hoe ging jullie laatste wedstrijd? On a fait match nul. = We hebben gelijkgespeeld. Depuis combien de temps est-ce que tu fais du surf? = Hoe lang doe je al aan surfen? Depuis l'âge de neuf ans. = Sinds mijn negende. Pourquoi n'aimes-tu pas le sport? = Waarom houd je niet van sport? Je trouve que c'est fatigant. = Ik vind het vermoeiend. Je ne peux pas courir. = Ik kan niet rennen. Quels sports détestes-tu? = Aan welke sporten heb je een hekel? Je déteste les sports d'équipe. = Ik heb een hekel aan teamsporten. Je fais du sport parce que... = Ik sport omdat ik... Qu'est-ce qui te plaît dans ce sport? = Wat vind je zo leuk aan die sport? C'est relaxant. = Het is ontspannend. C'est bon pour la santé. = Het is gezond. C'est mon rêve de devenir footballeur professionnel. = Het is mijn droom om profvoetballer te worden. Je veux devenir prof d'EPS. = Ik wil gymleraar worden. Mon but est... = Mijn doel is... C'est un sport de ballon. = Het is een balsport. L'équipe se compose de six joueurs. = Het team bestaat uit zes spelers. C'est un sport très dur. = Het is een zware sport. Il faut respecter beaucoup de règles. = Je moet je aan veel regels houden. Il y a toujours beaucoup de spectateurs lors des matchs. = Er zijn altijd veel toeschouwers bij de wedstrijden. L'esprit d'équipe joue un rôle important dans ce sport. = Teamgeest is erg belangrijk bij deze sport. Pour ce sport, on a besoin d'un casque et de protections d'épaules. = Voor deze sport heb je een helm en schouderbeschermers nodig. Qui est ton idole? = Wie is jouw idool? Pour quelle raison? = Om welke reden? Parce qu'il/elle gagne toujours. = Omdat hij/zij altijd wint. Parce il/elle est le plus fort/ la plus forte. = Omdat hij/zij de sterkste is. Parce qu'il/elle joue bien. = Omdat hij/zij goed speelt. Tu es supporteur de/d'...? = Ben je supporter van...? Ils gagnent souvent? = Winnen ze vaak? Tu vas régulièrement voir des matchs? = Ga je regelmatig naar wedstrijden? C'est la meilleure équipe. = Het is het beste team. Je le/la/les trouve... = Ik vind hem/haar/hen... Ils jouent mieux que... = Ze spelen beter dan... Ils gagnent trop d'argent. = Ze verdienen te veel geld. Il donne une image positive au sport. = Hij geeft de sport een positief beeld. C'est le meilleur sportif de tous les temps. = Hij is de beste sporter aller tijden.
Ingezonden op 27-01-2015 - 784x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
28-01-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!