Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
English vocabulary SMB1
› 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
English vocabulary SMB1
, deel 1
hoofdstuk 1
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
abandon = verlaten, opgeven accessible = toegankelijk according to = volgens accumulation = vermeerdering accurate = precies, nauwkeurig achievement = prestatie, succes acknowledge = erkennen, accepteren acquire = aanschaffen/kopen, verwerven add = toevoegen, optellen addict = verslaafde additional = bijkomend adequately = voldoende adult = volwassenen advantage = voordeel advertise = adverteren advertisement = advertentie advertising agency = reclamebureau affair = zaak affect = beïnvloeden afford = zich veroorloven affordable = betaalbaar agree = het eens zijn aim = doel amount = bedrag announce = bekendmaken, aankondigen annual = jaarlijks apology = excuus, verontschuldiging appear = verschijnen apply = toepassen, benutten apply for = solliciteren naar appoint = benoemen approval = goedkeuring, toestemming area = gebied, streek arise = ontstaan assessment = beoordeling assign = toewijzen, aanstellen assume = aannemen, veronderstellen assure = verzekeren, beloven as to = wat betreft attach = vastmaken, bevestigen attitude = houding, gedrag authorize = machtigen average = gemiddeld avoid = vermijden, ontwijken aware = bewust, op de hoogte bankrupt = failliet bankruptcy = faillissement ban = verbieden benefit from = profiteren van bet = wedden bill = rekening board of directors = raad van commissarissen boardroom = directiekamer borrow = lenen branch = filiaal, bijkantoor brand = merk brief = kort, beknopt browse = bladeren, grasduinen burglar = inbreker calculation = berekening cancel = annuleren career = loopbaan careful = zorgvuldig case = zaak, geval, kwestie cash = contact geld cause = veroorzaken cell phone = mobiele telefoon Chief Executive Officer = algemeen directeur chain = keten characterize = kenmerken, typeren charge = (be)rekenen, factureren chief = hoofd, chef claim = opeisen colleague = collega commitment = verplichting commuter = forens comparison = vergelijking competition = concurrentie competitor = concurrent complain = klagen complaint = klacht comply with = voldoen aan, opvolgen compulsory = verplicht concern = bezorgdheid condition = voorwaarde confess = bekennen confidence = vertrouwen confirm = bevestigen consequence = gevolg consider = overwegen considerable = aanzienlijk consist of = bestaan uit consultation = overleg consumer = consument control = beheersen convenient = gemakkelijk, handig cope with = aankunnen corporate = bedrijfs- cover = dekken counsel = begeleiden criminal = misdadiger criticise = bekritiseren culprit = dader, schuldige current = huidige customer = klant customs = douane damage = schade debt = schuld decide = besluiten declare = verklaren decrease = verminderen, afnemen deficit = tekort
Ingezonden op 28-01-2015 - 426x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!