Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Conversation française
› 2 leçon 16
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Conversation française
, deel 2
2 leçon 16
Jaar 7 (volksuniversiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
joli = mooi, leuk {betreft zicht, gedicht} agréable = mooi, leuk, gezellig {betreft sfeer} intime = vertrouwelijk; privé ; intiem la reprise = het herstel ; de verbetering l’antisémitisme = het antisemitisme {masculin} faire de la propagande = reclame maken ; propaganda maken le coussin = het kussen le cousin = de neef protégé = beschermd la condition = de voorwaarde changer = veranderen appartenir = toebehoren une application = een toepassing ; een programma ; een app en ce moment = op dit ogenblik à ce moment = op dat ogenblik un usager ; un utilisateur = een gebruiker la boîte de Pandore = de doos van Pandora indemne = ongedeerd malsain = ongezond pratique = handig ; gemakkelijk la gare routière = het busstation l’aliment = het voedingsmiddel {masculin} la nourriture = voedsel taper une lettre = een brief typen la bibliothèque = de bibliotheek ; de boekenkast la librairie = de boekhandel le prêt = de uitleen ; de lening ; de hypotheek l’itinéraire = de route {masculin} les petites routes, les routes secondaires = de binnenwegen prendre les petites routes ; emprunter les petites routes = binnendoor tijden. rapide = snel {bijvoegnaamlijk naamwoord} rapidement = snel {bijwoord} avoir le sens ; avoir l’esprit critique = een kritisch geest hebben {positif} un critique = een recensent une critique = een beoordeling {goed of slecht} les relations humaines = de sociale contacten chacun à sa façon ; chacun à sa manière = ieder op zijn manier par manque de temps = bij gebrek aan tijd le bulletin d’informations = het nieuwsbericht fiable = betrouwbaar le travail à la chaîne = het lopendebandwerk s’occuper de = zorgen voor ; zich bezighouden met faire la cuisine = koken faire à manger = het eten maken Monsieur Bricolage = = een doe-het-zelf {Franse winkelketen} le bricoleur = de doe-het-zelver gâté = verwend l’abondance = de overvloed {féminin} la surabondance = de overmaat c’est de la cochonnerie = het is troep manger des cochonneries = troep eten des épices = kruiden ; specerijen {féminin} gâcher ; gaspiller = verspillen ; verkwisten à consommer jusqu’au 1er mai = te gebruiken tot en met 1 mei à consommer de préférence avant le 1er mai = Bij voorkeur voor 1 mei gebruiken {later kan ook} la chaîne du froid = de ononderbroken koeling {levenmiddelen} la vague de froid = de koudegolf les produits laitiers = zuivelproducten ça fait marcher le commerce = het is goed voor de handel le bon vivant = de levensgenieter ; de bon vivant viable = levensvatbaar l’enterrement = de begrafenis {masculin} extraterrestre = buitenaards atterrir = landen le terreau = de tuingrond étonner = verbazen le tonnerre = de donder étonnant = verbazend
Ingezonden op 30-01-2015 - 536x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
03-02-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Gecorrigeerd door Fatima Beddar
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!