Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Grieks-Pallas
› 20 alle woordjes nagekeken en wel
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Grieks-Pallas
20 alle woordjes nagekeken en wel
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ἡ πατρίς (πατρίδος) = vaderland τὸ ἔπος (ἔπους) = uitspraak; verhaal; woord σώφρων (σώφρονος) = verstandig ξένος = buitenlands; vreemd προσέρχομαι = ergens naar toe gaan προσῆλθον = ik ging naar τὸ εἶδος (εἶδους) = 1 gestalte; uiterlijk 2 soort; vorm ὁ βασιλεύς (βασιλέως) = koning ἐντυγχάνω = ontmoeten; tegenkomen + dat. ἐνέτυχον = ik ontmoette εὐμενής (εὐμενοῦς) = welgezind; goedgezind δέχομαι = ontvangen ἐρωτάω (+acc.) = vragen (aan); vragen τὸ ἔθνος (ἔθνους) = volk εὐρύς (εὐρέος), εὐρεῖα, εὐρύ = breed πάντως = geheel en al; volkomen σαφής (σαφοῦς) = duidelijk ἀληθής (ἀληθοῦς) = waar; werkelijk ὁ μῦθος = 1 verhaal; mythe 2 woord ψευδής (ψευδοῦς) = leugenachtig; onwaar ἐπί +dat. = aan; bij; op ἡ ναῦς (νεώς) = schip τὸ ψεῦδος (ψεύδους) = leugen ἀναγιγνώσκω = herkennen ὁ ἐνιαυτός = jaar εἴσω = naar binnen ὑπό +gen. = door (toedoen van); door δυσμενής (δυσμενοῦς) = vijandig; slechtgezind πρό +gen. = voor τρέφω = 1 voeden 2 opvoeden πρίν +inf./A.c.I. = voordat οἴχομαι = weg(gegaan) zijn; weg zijn ὡς = 1 zoals 2 toen; zodra als ᾐσθόμην = ik bemerkte; ik nam waar αἰσθάνομαι = (be)merken; merken; waarnemen ἡ ἰσχύς (ἰσχύος) = kracht ἠρόμην = ik vroeg ταχύς (ταχέος ), ταχεῖα, ταχύ = snel πάλαι = lang geleden; vroeger; allang τὸ τάχος (τάχους) = snelheid τὸ κράτος (κράτους) = kracht τὸ βάθος (βάτους ) = 1 diepte 2 hoogte κομίζω = 1 brengen; halen; meenemen 2 verzorgen ὁ οἰκέτης = (in huis dienende) slaaf; slaaf; bediende ὁ/ἡ ἰχθῦς (ἰχθυος) = vis ποῦ: = waar? ὁ γονεύς, οι γονεῖς = ouder(s) ψεύδομαι = liegen τὸ γένος (γένους) = 1 geslacht; afkomst 2 soort ἡ μνήμη (+gen.) = herinnering (aan) σύν +dat. = met; in gezelschap van; met behulp van τὸ ὄρος (ὄρους) = berg πᾶς (παντός), πᾶσα (πάσης), πᾶν (παντός) = 1 geheel 2 ieder 3 allen τὸ κτῆμα (κτῆματος ) = bezit οἴομαι = denken; menen ἡδύς (ἡδέος), ἡδεῖα, ἡδύ (ἡδέος) = aangenaam; fijn που: = 1 ergens 2 denk ik; misschien τοιόσδε, τοιάδε, τοιόνδε = zodanig; dergelijk ὁ ποῦς (ποδός) = voet ταχέως = snel λευκός = wit ἐκπλήττω = verbijsteren; laten schrikken ἐκπλήττομαι = versteld staan; hevig schrikken τὸ ἔτος (ἔτους) = jaar σιγάω = zwijgen; stil zijn οὐδείς (οὐδένος) οὐδεμία οὐδέν (ουδένος) = 1 niemand; niets 2 geen enkel(e) μηδείς (μηδένος) μηδεμία μηδέν (μηδένος) = 1 niemand; niets 2 geen enkel ἐπυθόμην = ik vernam
Ingezonden op 03-02-2015 - 804x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!