Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
thematische woordenschat engels khlim 1afb
› 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
thematische woordenschat engels khlim 1afb
hoofdstuk 1
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
motivation = motivatie motivate = motiveren keenly = zeer efficiently = efficient involvement = medezeggenschap satisfaction = tevredenheid secure = zeker security = zekerheid fulfilment = voldoening potential = potentieel recognition = erkenning suggestion scheme = ideeenbussysteem promote = bevorderen promotion = bevordering seniority = ancienniteit prospects = kansen affiliation = band morale = moreel work environment = werkomgeving absenteeism = absenteisme esteem = achting alienation = vervreemding turnover = verloop brain drain = uittocht van intellect employment = werkgelegenheid commence = beginnen employ = in dienst hebben full employment = volledige werkgelegenheid self-employed = zelfstandig employee = werknemer work force = personeel staff = personeel personnel = personeel labour force = beroepsbevolking human recources = mankracht employer = werkgever manual = hand labourer = handarbeider unskilled = ongeschoold blue-collar = hand skilled = vakkundig semi-skilled = halfgeschoold white-collar = kantoor professional = van de vrije beroepsgroepen managerial = bestuurs full-time = voltijds part-time = deelltijds shift = ploeg leave = verlof sick leave = ziekteverlof be on sick leave = met ziekteverlof zijn maternity leave = zwangerschapsverlof holiday = vrije dag vacation = vakantie bank holiday = officiele feestdag day off = vrije dag freelance = onafhankelijk workaholic = werkverslaafde workmate = collega home-worker = thuiswerker non-manual = niet-manueel superior = superieur job-sharing = duobanen flexitime = variabele werktijden paternity leave = vaderschapsverlof parental leave = ouderschapsverlof sabbatical = sabbatsverlof wage = loon minimum wage = minimumloon salary = salaris earnings = inkomsten basic wage = basisloon basic salary = basissalaris hourly = uur flat rate = uniform tarief time rate = tijdtarief piece rate = stukloon solely = enkel double time = overwerktoeslag 100% overtime = overuren shift pay = ploegendiensttoeslag raise = loonsverhoging rate = percentage gross = bruto net = netto take-home = netto maternity rights = zwangerschapsrechten maternity pay = loon dat word doorbetaald tijdens het bevallingsverlof maternity benefits = geboortepremie pension scheme = pensioensregeling old-age pension = ouderdomspensioen company pension = bedrijfspensioen national insurance = sociale verzekering contribution = bijdrage deduction = inhouding sick-pay scheme = ziekte-uitkeringsstelsel performance = prestatie bonus = premie wage structure = loonstructuur unsocial hours = ongewone werktijden incremental = oplopend in accordance with = volgens increment = periodiek appraisel = evaluatie evaluation = evaluatie asses = vaststellen goal deffinition = bepaling van de dolestellingen fringe benefit = secundaire arbeidsvoorwaarde perk = emolument expense account = onkostennota per diem = dagelijks remuneration = vergoeding emolument = emolument cost-of-living allowence = prijscompensatie golden handshake = gouden handruk superannuation = lijfrente statutory = wettelijk voluntary = vrijwillig pay as you earn = loonbelasting merit pay = prestatieloon incentive = premie profit-sharing = winstdeling working conditions = arbeidsomstandigheden safety = veiligheid health = gezondheid welfare = welzijn responsibility = verantwoordelijkheid responsible to sb = verantwoording verschuldigd aan responsible for = verantwoordelijk voor duties = werkzaamheden function = functie title = titel skills = vaardigheden physical = lichamellijk mental = geestelijk concentration = concentratie boredom = verveling noise = lawaai job discription = taakomschrijving requirement = eis education = opleiding expierence = ervaring vacancy = vacature vacant = open application = sollicitatie application form = sollicitatieformulier apply for = solliciteren naar appoint = benoemen hire = in dienst nemen candidate = kandidaat curriculum vitae = carriere beschrijving refernce = referentie job centre = arbeidsbureau attract = aantrekken interview = interviewen interview = sollicitatiegesprek suitability = geschiktheid short-list = voordragen abilities = bekwaamheid monotomy = eentonigheid drudgery = geestdodend werk menial = slaven competence = bekwaamheid effort = moeite initiative = initiatief stamina = uithoudingsvermogen nervous strain = belasting van de zenuwen health hazards = gezondheidrisico's adequately = voldoende employment agency = uitzendbureau state employment agency = arbeidsbureau head hunters = koppensnellers classified advertisements = rubrieksadvertenties applicant = sollicitant testimonial = getuigschrift shortlist = aanbevelingslijst screen = op geshiktheid testen take on = aannemen fill = bekleden contract = contract probationary period = proeftijd panel = commissie aptitudes = aanleg equel opportunity = gelijkberechting equel pay = gelijke betaling discrimination = discriminatie discrimination against = discrimineren training = opleiding train = studeren instruction = onderricht instruct = onderwijzen trainee = stagiair training course = bijscholingscursus training centre = opleidingscentrum apprentice = leerjongen apprenticeship = leerlingschap school leaver = schoolverlater retraining = omscholing retrain = omscholen qualifications = kwalificaties on-the-job = in de praktijk further = verder attain = bereiken learning-by-doing = leren in de praktijk off-the-job = buiten het bedrijf internally = intern externally = extern lecture = voordracht instill = bijbrengen seminar = cursus youth training scheme = opleidingsprogramma voor jongeren placement = arbeidsbemiddeling line of work = branche vocotional = beroeps in-service = bedrijfs introduction = introductie visit = bezoek case study = gevalsanalyse role play = rollenspel personal skill instruction = leren door te laten zien skills analysis = vaardigheidsanalyse discovery method = heuristische methode unemployment = werkloosheid unemployed = werkloos unemployed = werklozen short-time = werktijdverkorting out of work = zonder werk redundancy = afvloeiing redundant = werkloos sack = ontslaan fire = ontslaan jobless = werkloos retire = met pensioen gaan retirement = pensionering give sb notice = iemand ontslag aanzeggen hand in one's notice = zijn ontslag indienen be on the dole = steun trekken unemployment benefit = werkloosheidsuitkering income support = sociale bijstand under-employed = geen volledige baan hebben lay-off = tijdelijk ontslag lay off = tijdelijk ontslag dismiss = ontslaan dismissal = ontslag termination = opzegging notice = opzeging period of notice =opzegtermijn resignation = ontslag natural wastage = natuurlijk personeelsverloop severance pay = ontslagpremie seasonal = seizoens cyclical = conjunctureel structural = structureel regional = regionaal frictional = frictie labor union = vakbond labor unionist = vakbondslid trades union congress = britse vakcentrale american fedration of labor & congress of industrial organizers = overkoepelende organisatie van amerikaanse industriebonden negotiate = onderhandelen militant = militant picket line = stakerspost shop steward = vakbondsvertegewoordiger workplace = werkplek closed shop = onderneming waarin het lidmaatschap van een vakbond verplicht is voor alle werknemers industrial relations = arbeidsverhoudingen labour flexibility = arbeidsflexibiliteit industrial democracy = bedrijfsdemocratie worker participation = medezeggenschap worker representation = vertegenwoordinging van werknemers co-determination = medebeschikkingsrecht craft = ambacht general = algemeen industrial = industrieel ballot = stemming rank and file = achterban sole recognition = erkennen als enige no-strike deal = antistakingsakkoord single status emploment = tewerkstelling met uniformen status confederation of british industry = britse werkgeversfederatie umbrella organization = overkoepelende organisatie lock-out = uitsluiting open shop = bedrijf waar vakbondslidmaatschap niet verplicht is dispute = geshil conflict = conflict go-low strike = langzaam-aan-actie call for = verzoeken overtime ban = verbod op overwerk non-cooperation = het niet samenwerken strike = staking official = officieel unofficial = onofficieel call out = uitroepen fail = mislukken picketing = posten picket = posten organizational picketing = georganiseerde posten strike pay = stakingsuitkering strike fund = stakingskas grievance = grief demarcation dispute = vakbondsgeschil work-to-rule = stiptheidsactie sit-in = staking scab = werkwillige blackball = boycotten stoppage = werkonderbreking wildcat strike = onofficiele staking selective strike = prikactie all-out = totaal negotiating table = onderhandelingstafel secondary picketing = indirecte staking labour legislation = arbeidswetgeving bargain = onderhandelen collective bargain = collectieve arbeidsonderhandelingen labor contract = collectieve arbeidsovereenkomst bargaining = onderhandelen break down = afbreken agreement = akkoord drive a hard bargain = keihard onderhandelen demand = eis back down = terugnemen procedure = procedure state one's case = z'n kwestie voorleggen repressentation = vertegewoordiging arbitrator =bemiddelaar arbitrate = arbitreren arbitration = arbitrage arbitration clause = arbitrageclausule settle = bijleggen unsettled = onbeslist disciplinary = disciplinair compensation = schadevergoeding re-employ = weer in dienst nemen tripartite = driezijdig interference = inmenging wage freeze = loonstop wage claim = looneis misconduct = ambtsmisdrijf demarcation = afbakening suspend = schorsen suspension = schorsing mediatation = bemiddeling cooling-off period = afkoelingsperiode arbitral tribunal = arbitragecommissie verdict = oordeel conciliation = verzoening mediator = bemiddelaar reinstate = herstellen
Ingezonden op 15-02-2015 - 639x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!