Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Over Alle Vakken Voor 1 t/m De 5 Havo Door 141573
› 3 Neue Kontakte; hoofdstuk 3: Redemittel E + de werkwoorden Wissen und Fahren
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Over Alle Vakken Voor 1 t/m De 5 Havo Door 141573
3 Neue Kontakte; hoofdstuk 3: Redemittel E + de werkwoorden Wissen und Fahren
Jaar 1 (mavo/havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Redemittel E: Kann ich Sie etwas fragen? = Mag ik u wat vragen? Bitte. = Toe maar. Ich suche die Mozartstraße. = Ik zoek de Mozartstraat. Sehen Sie das Kaufhaus dort? = Ziet u dat warenhuis daar? Da gehen Sie nach links. = Daar gaat u naar links. Vielen dank. = Dank u wel. Bitte. = Graag gedaan. Wo ist der Bahnhof, bitte? = Kunt u mij zeggen waar het station is? Tut mir leid, ich bin nicht von hier. = Sorry, ik ben niet van hier. Ist die Sporthalle hier in der Nähe? = Is de sporthal hier vlakbij? Du fährst hier geradeaus und dann die zweite Straße links. = Je gaat hier rechtdoor en dan de tweede straat links. Wie weit ist das? = Hoe ver is dat? Etwa fünfhundert Meter. = Ongeveer vijfhonderd meter. Wissen Sie, wo das Schwimmbad ist? = Weet u waar het zwembad is? Gehen Sie geradeaus. An der ersten Kreuzung ist das Schwimmbad. = U gaat rechtdoor. Bij het eerste kruispunt is het zwembad. Danke. = Bedankt. Keine Ursache. = Geen dank. Werkwoorden Wissen und Fahren: ich (voor wissen) = weiB du (voor wissen) = weiBt es (voor wissen) = wieB (geld ook voor er/Florian en sie/Martina) wir (voor wissen) = wissen ihr (voor wissen) = wisst sie/Daniel und Romario (voor wissen) = wissen (geld ook voor Sie) ich (voor fahren) = fahre du (voor fahren) = fährst es (voor fahren) = fährt (geld ook voor er/Florian en sie/Martina) wir (voor fahren) = fahren ihr (voor fahren) = fahrt sie/Daniel und Romario (voor fahren) = fahrt (geld ook Sie)
Ingezonden op 20-02-2015 - 1109x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Deze lijst is gemaakt en gepubliceerd door 141573, hier nog wat informatie voor dat je deze lijsten gaat oefenen:
De nodige informatie voor dat je gaat oefenen:
Dit hoofdstuk is uit het boek Neue Kontakte, van uitgeverij Noordhoff
Heb je opmerkingen over deze lijst of wil je er wat over vragen/vertellen? Het kan allemaal! Reageer op deze lijst en ik zal op alles reageren.
Moet er iets aangepast worden omdat er iets niet goed is? Reageer dan ook via het reactieformulier onderaan mijn lijst, en ik zal er op reageren als ik het heb aangepast!
Veel succes met leren en lezen!
Greetz 141573
P.s. Ook als er wat, in deze informatie staat, dat fout geschreven is, zou ik dat ook graag horen via een reactie dat via het reactieformulier, hier onder, geplaats word. Zet er even bij of je wilt dat andere mensen dit ook kunnen lezen, dan kan ik het eventueel, wel bewaren, maar weg halen voor andere mensen die dit ook lezen.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!