Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
thematische woordenschat engels khlim 1afb
› 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
thematische woordenschat engels khlim 1afb
hoofdstuk 2
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
sector = sector public sector = openbare sector private sector = particuliere sector production = productie producer = producent goods = goederen services = diensten consumer = consument want = behoefte need = behoefte land = land labour = arbeid capital = kapitaal machinery = machines specialization = specialisatie line of business = branche division of labour = arbeidsverdeling simplification = vereenvoudiging standardization = standaardisering mass production = massaproductie industry = industrie mainstream = voornaamste black = zwart undisclosed = niet bekendgemaakt gray = grijs moonlighting = zwart werken input = productiefactor output = productie necessity = noodzaak utility = nut factor = productiefactor entrepreneutrial = ondernemers inventiveness = vindingrijkheid key industry = sleutelindustrie growth industry = groeiindustrie primary = primair basic materials = grondstoffen farmer = landbouwer farming = landbouw farm = bebouwen agriculture = landbouw agricultural = agrarisch fisherman = visser forestry = bosbouw lumberjack = houthakker cut down = vellen mining = mijnbouw mine = delven coal-miner = mijnwerker extractive = extratief extract = onttrekken agribusiness = landbouwindustrie cattle raising = veeteelt fishery = visserij quarrying = steenhouwen quarry = steengroeve prospect = prospecteren energy = energie power station = elektrische centrale utility company = nutsbedrijf generate = opwekken power supply = energievoorziening nuclear power = kernenergie solar power = zonne-energie wind energy = windenergie hydropower = waterkracht oil rig = booreiland oil driller = boortorenarbeider drill = boren fossil fuel = fossiele brandstof coal-fired = kolengestookt oil-fired = met olie gestookt non-renewable = eenmalig renewable = vernieuwbaar biomass = biomassa geothermal energy = geothermische energie manufacturing = fabricage heavy industry = zware industrie steel manufacturing = staalfabricage iron and steel industry = ijzer- en staalindustrie light industry = lichte industrie booming = zich snel ontwikkelen declining = dalend finished = afgewerkt consumer goods = consumptiegoederen secondary = secundair buiding = bouw housing = woningen craftsman = handwerksman handmade = met de hand gemaakt engineer = ingenieur electrical engineer = elektrotechnicus electronics = elektronica microelectronics = micro-elektronica aerospace = ruimtevaart automobile = auto commercial vehicle = bedrijfsauto mechanical engineering = werktuigbouwkunde precision engineering = fijnmechanica chemicals = chemicalien processing = verwerkend buoyant = bloeiend ailing = noodlijdend defunct = ter ziele semi-finished = half ontwikkeld producer goods = productiegoederen capital goods = kapitaal goederen construction = bouw civil engineer = civiel ingenieur structional engineer = bouwkundig ingenieur automotive industry = automobielindustrie shipbuilding = scheepsbouw food processing = verwerking van levensmiddelen textiles = textiel clothing industry = kledingindustrie synthetic = synthetisch plastics = kunststoffen rubber = rubber arms = wapens tertiary = tertiair sertvice sector = dienstsector commerce = handel trade = handel trade = handel drijven import = invoer export = uitvoer insurance = verzekering banking = bankwezen transport = vervoer communications = communicatie tourism = toerisme travel agent = reisagent travel agency = reisbureau external = extern home = binnenlands foreign = buitenlands distributive = distributie warehousing = opslag catering = catering advertising = reclame personal services = persoonlijke dienstverlening health care = gezondheidszorg entertainment industry = amusementsindustrie film industry = filmindustrie publishing = uitgeversbedrijf
Ingezonden op 22-02-2015 - 465x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!