Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans 13562419
› 4 toetsweek, woordjes
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans 13562419
4 toetsweek, woordjes
Jaar 2 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ziek = malade moe =fatigué(e) erg, ernstig = grave te laat zijn = être en retard pijn hebben = avoir mal overal = partout de rug = le dos de arm = le bras het been = la jambe het hoofd = la tête de mond = la bouche natuurlijk = bien sûr het lichaam = le corps het oog, de ogen = l'oeil, les yeux de neus = le nez het oor = l'oreille de tand = la dent de voet = le pied de hand = la main de vinger = le doigt het bot, de botten = l'os les os de haar, de haren = le cheveu, les cheveux het hart = le coeur het bloed = le sang de volwassene = l'adulte de wereld = le monde het voedingsmiddel = l'aliment ontdekken = découvrir denken = penser bellen = appeler hopen = espérer je moet = il faut gelukkig (bijwoord) = heureusement mogelijk = possible tot straks = à tout à l'heure gisteren = hier al = déjà de spier = le muscle de huid = la peau de koorts = la fièvre de huisarts le médecin de afspraak = le rendez-vous de schriftelijke overhoring = l'interro(gation) bewegen = bouger nodig hebben = avoir besoin de minder = moins meer = plus dat wil zeggen = c'est-à-dire zijn eigen = son (sa) propre de gezondheid = la santé het ziekenhuis = l'hôspital het gips = le plâtre de kruk = la béquille de röntgenfoto = la radio de arts = le docteur de verpleegster = l'infirmière de schouder = l'épaule de buik = le ventre de beweging = le mouvement de oefening = l'exercice gezond = sain(e) vervolgens = ensuite vorige week = la semaine dernière volgende week = la semaine prochaine de fiets = le vélo de auto = la voiture stom = bête vreselijk = terrible enkele = quelques opletten = faire attention lopen = marcher herhalen = répéter uitglijden = glisser laten zien = montrer meten = mesurer verkrijgen = obtenir de huisarts = le médicin vandaag = aujourd'hui morgen = demain vanmiddag = cet après-midi het ongeluk = l'accident het medicijn = le médicament
Ingezonden op 28-02-2015 - 748x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
18-03-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!