Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Mijn Grieks
› 0 Hoofdstuk 2 t/m 5
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Mijn Grieks
0 Hoofdstuk 2 t/m 5
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
καί = en; ook; zelfs οὐ, οὐκ, οὐχ = niet δέ, δ' = en; maar ἐστι(ν) = hij is ὁ θεός = god ὁ ἄνθρωπος = mens; man ἔχει = hij heeft ὁ δοῦλος = slaaf τί = waarom? ἡ χώρα = land; streek πρός = naar(toe); tot φέρει = hij draagt; hij brengt τὸ θηρίον = wild dier; beest βαίνει = hij gaat ἡ μάχη = gevecht; strijd φεύγει = hij vlucht (voor) ὁ φόβος = angst; vrees νῦν = nu εἰς = naar; naar binnen; tot γάρ = want τοῦτο = dit; dat ποιεῖ = hij doet; hij maakt λαμβάνει = hij neemt; hij pakt (vast) ὁ δεσπότης = heerser; meester αυτικα = meteen ένταυθα = daar ευρισκει = hij vindt; hij ontdekt; hij treft aan μεγας = groot πολυς = veel φοβερος = angstaanjagend μια = één ουδεν = niets ή κεφαλή = hoofd; kop άλλά = maar ζητει = hij zoekt δεινος = verschrikkelijk; geducht μακρος = lang επειτα = daarna κρυπτει = hij verbergt ούτω(σ) = zo; op die manier αποκτεινει = hij doodt καλει = hij roept o φιλος = vriend νέος = nieuw; jong αλλος = ander εκαστος = ieder προτον μεν ... επειτα δέ = eerst ... daarna οὖν = dan; nu; dus ἀνδρεῖος = dapper ἡ βασίλεια = koningin μάλα = erg; zeer καλός = mooi τὸ δῶρον = geschenk; cadeau φιλος = geliefd θαυμάζω = bewonderen; zich verwonderen φιλέω = houden van σύ = jij; u ἐγώ = ik ὅτι = dat; omdat ἐθέλω = willen; bereid zijn ἐπιθυμέω = verlangen te; om ἐπί = op … af; naar μέλλω = op het punt staan om; van plan zijn; zullen αἰτέω = (iemand) vragen (om) λέγω = zeggen ὥσπερ = zoals σός = jouw; uw αὐτήν = haar πέμπω = sturen; zenden ἥκω = komen; gekomen zijn σέ; σε = je; jou; u λύω = losmaken ὁ ξένος = vreemdeling κακός = slecht τὸ ἔργον = werk; daad δή = dan; dus τί = wat?; waarom? ἐνθάδε = hier(heen) ἐμός = mijn ἀεί = altijd κελεύω = bevelen; verzoeken; vragen om ἐμέ; με = mij; me παρέχω = verschaffen; geven ἄγω = brengen; leiden λείπω = verlaten; laten αὐτόν = hem ὕστερον = later
Ingezonden op 28-02-2015 - 287x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
01-03-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!