Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
ang
› 3 circulatie
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
ang
, deel 3
3 circulatie
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
De drukgolf over de arteriële vaatboom plant zich met dezelfde snelheid voort als het bloed = onjuist De weerstand die het stromende bloed ondervindt is vooral gelokaliseerd in de musculeuze arteriën = onjuist De uitstroom van bloed uit de arteriële vaatboom wordt bepaald door de diameter van de arteriolen die de doorstroming van de weefsels regelen (autonome zenuwstelsel) = juist De arteriële bloeddruk ontstaat door ‘overvulling’ van de arteriën met bloed zodat zij enigszins gerekt zijn = juist De elasticiteit van de aorta laat toe dat deze opgepompt wordt = juist De polsdruk is het verschil tussen de systolische en diastolische bloeddruk = juist Het grootste verval van de bloeddruk vindt plaats in de arteriolen en capillairen = juist De weerstand die het stromende bloed ondervindt is vooral gelokaliseerd in de arteriolen en capillairen = juist Ademhaling en spierpomp helpen bij de veneuze terugstroming = juist Als de gemiddelde bloeddruk niet verandert is de uitstroom van bloed uit de arteriële vaatboom gelijk aan de cardiac output = juist De drukgolf over de arteriële vaatboom plant zich sneller voort dan het bloed = juist De arteriële bloeddruk verhoogt als de cardiac output groter wordt dan de uitstroom van bloed uit de arteriële vaatboom = juist De weerstand die het stromende bloed ondervindt is vooral gelokaliseerd in de venulen en capillairen = onjuist De elasticiteit van de aorta beperkt de drukschommelingen die samenhangen met de hartactie = juist De elasticiteit van de bloedvaten laat toe dat de diameter van het bloedgevulde vat groter is dan de diameter van het lege vat worden zodat steeds sprake is van bloeddruk = juist De arteriële bloeddruk ontstaat doordat de wand van de arteriën elastisch zijn en bovendien is de wand door de vulling van de arteriën met bloed gerekt is = juist De polsdruk neemt toe als de aortawand stijver wordt (minder compliant) = juist De arteriële bloeddruk ontstaat doordat door ‘overvulling’ van de arteriën met bloed de diameter van de arteriën groter is dan wanneer zij leeg zijn = juist De weerstand die het stromende bloed ondervindt is vooral gelokaliseerd in de venen = onjuist De polsdruk neemt af als de aortawand stijver wordt (minder compliant) = onjuist De weerstand die het stromende bloed ondervindt is vooral gelokaliseerd in de elastische arteriën = onjuist Gedurende de isovolumetrische relaxatiefase schuift de verwijding van de aorta op in de richting van de musculeuze arteriën (drukgolf) = juist De elasticiteit van de aorta laat toe dat deze opgepompt wordt zodat er nog steeds druk is ook al is het hart van de aorta ‘afgekoppeld’ (aortakleppen gesloten) = juist De arteriële bloeddruk ontstaat door contractie van de gladde spieren in de wand van de arteriën = onjuist Gedurende de ejectiefase verwijdt het allereerste begin van de aorta en stijgt de aortadruk = juist
Ingezonden op 04-03-2015 - 3772x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!