Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
engels 13562419
› 5 start up 41 - 50
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
engels 13562419
5 start up 41 - 50
Jaar 2 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
weather forecast = weerbericht temperature = temperatuur degree= graad below zero = onder nul to freeze = vriezen to snow = sneeuwen snow = sneeuw whole = geheel very, quite = heel, erg sky = lucht, hemel cloud = wolk star = ster lovely, beautiful = prachtig rainbow = regenboog maybe, perhaps = misschien may = kan misschien drop = druppel earth = aarde fog = mist however = echter rather, pretty = vrij, nogal to blow = waaien, blazen hurricane = orkaan storm, gale = storm to rise = stijgen, omhooggaan nature = de natuur wood = bos enormous, huge = enorm path = pad along = langs tree = boom quiet = rustig branch = tak root = wortel stick = stok leaf = blad kind, sort = soort mountain = berg high = hoog to cover= bedekken such a = zo'n to climb = klimmen, beklimmen hill = heuvel rock = rots ground = grond spot = plek flower = bloem desert = woestijn area = gebied tulip = tulp daffodil = narcis rubbish, litter = rommel, afval cave = grot lake = meer deep = diep canal = kanaal, gracht river = rivier across = over wide = breed, wijd clear = helder bottom = bodem to sink = zinken to drown = verdrinken flood = overstroming bridge = brug mill = molen power = kracht coast = kust island = eiland beach = strand sand = zand wave = golf ocean = oceaan shell = schelp shore = oever (van meer) bank = oever (van rivier) below sea level = onder de zeespiegel above sea level = boven de zeespiegel money = geld coin = munt cash = contant geld purse = portemonnee to change = wisselen cash machine, cashpoint = geldautomaat bankcard = bankpas to save = sparen poor = arm rich = rijk to be lucky = geluk hebben to accept = aannemen tax = belasting free = gratis to lend = lenen value = waarde worth = waard admission = toegang, toegangsprijs sum = som beggar = bedelaar bank account = bankrekening shop, store = winkel to shop = winkelen shopping centre, mall, shopping mall = winkelcentrum shopkeeper = winkelier customer = klant shop assistant = verkoopster, verkoper closed = dicht department store = warenhuis lift = lift escalator = roltrap sale = uitverkoop bargain = koopje market = markt chemist = apotheker, drogist product = product toys = speelgoed brand = merk to steal = stelen shoplifter = winkeldief basement = souterrain trolley = winkelwagentje basket = mandje else = anders present, gift = cadeau company = bedrijf to work = werken employment, work = werk unemployed = werkloos job = baan jobcentre = arbeidsbureau wage = loon salary = salaris to earn = verdienen secretary = secretaresse office = kantoor boss = baas factory, plant = fabriek business = zaak income = inkomen industry = industrie lazy = lui to become = worden to fire, to sack = ontslaan employer = werkgever trainee = stagiare to apply (for) = solliciteren (naar) letter of application = sollictatiebrief job interview = sollicitatiegesprek profession, occupation = beroep vacancy = vacature staff = personeel till, until = tot already = al, reeds immediately, at once = onmiddelijk period = periode century = eeuw ago = geleden to meet = ontmoeten meeting = vergadering usually = gewoonlijk date = datum not yet = nog niet hardly = nauwlijks at last, finally = eindelijk, ten slotte suddenly = plotseling still = nog steeds present = tegenwoordige huidige, aanwezig as soon as = zodra in general = over het algemeen daily = dagelijks to pass = voorbijgaan afterwards = daarna to celebrate = vieren even = zelfs within = binnen in = over to oversleep = zich overslapen hardly ever = bijna nooit the future = de toekomst Easter = Pasen probably = waarschijnlijk in any case = in ieder geval old-fashioned = ouderwets modern = modern gradually = geleidelijk to turn up = komen opdagen to fix = vaststellen eldest = oudste (bij familieleden) to keep = blijven sunset = zonsondergang sunrise = zonsopgang a.m. = voor 12 uur 's middags p.m. = na 2 uur 's middags today, nowadays = tegenwoordig crime = misdaad murder = moord to murder = vermoorden murderer = moordenaar to look for = zoeken (naar) to search = doorzoeken prison, jail = gevangenis prisoner= gevangene to escape = ontsnappen police = politie policeman = politieagent police station = politiebureau policewoman = politieagente thief = dief to arrest = arresteren to follow = volgen nowhere = nergens law = wet lawyer = advocaat stone = steen pickpocket = zakkenroller fact = feit false = vals, onecht to beat = slaan criminal = misdadiger, crimineel innocent = onschuldig burglar = inbreker violence = geweld to kidnap = ontvoeren gang = bende to accuse (of) = beschuldigen (van) to rob = beroven to deny = ontkennen witness = getuige to prove = bewijzen proof, evidence = bewijs guilt = schuldig to release = vrijlaten little = weinig less= minder suicide = zelfmoord hostage = gijzelaar court = rechtbank to appear = verschijnen to disappear = verdwijnen trial = proces to hide = verbergen illegal = onwettig, illegaal against = tegen
Ingezonden op 15-03-2015 - 535x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!