Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
4 vwo woordenlijsten
› 0 Nederlands woordenschat blok 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
4 vwo woordenlijsten
0 Nederlands woordenschat blok 4
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
trendy = eigentijds, modieus clou = dat waar het om draait, de kern promoveren = de graad van doctor verwerven fenomeen = verschijnsel cryptische = moeilijk te begrijpen, duister referentie = verwijzing intrigerend = boeiend, fascinerend dissertatie = wetenschappelijk werk om de graad van doctor te verkrijgen (proefschrift) evidentie = heel duidelijke hachelijke = gevaarlijk, riskant brands = merken gemanipuleerde = door kunstgrepen behandeld, beïnvloed registreren = optekenen, vastleggen strategie = aanpak pointe = dat waar het om draait, de kern mysterieus = geheimzinnig geapprecieerd = gewaardeerd slogan = slagzin, reclameleus onomstotelijk = onbetwistbaar, onweerlegbaar relativeren = afzwakken confronteerden (met) = in aanraking brengen met kompaan = collega, kameraad interpretatie = uitleg, betekenisverklaring adequate = juist, passend condities = voorwaarden bagatelliseren = als iets onbeduldends voorstellen prefereren = de voorkeur geven aan afleiden (uit) = uit gegevens een conclusie trekken beredeneren = verstandelijk verklaren, uitleggen afwegen = overwegen welk alternatief het beste is. afzetten (tegen) = vergelijken met constateren = vaststellen suggereren = op subtiele wijze een voorstel doen corresponderen = overeenstemmen met resulteren = als uitkomst hebben baseren (op) = steunen op, uitgaan van nuanceren = een bewering iets afzwakken verbloemen = verbergen achter schone schijn, maskeren activeren = aansporen tot handelen betogen = trachten aan te tonen, aannemelijk maken (zich) conformeren (aan) = zich voegen naar rectificeren = rechtzetten, verbeteren interrumperen = onderbreken delibereren = beraadslagen, gezamenlijk overleggen preciseren = nauwkeurig omschrijven, nader aanduiden
Ingezonden op 30-03-2015 - 1021x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!