Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
kosmos h
› 45
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
kosmos h
, deel 1
hoofdstuk 45
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ἡ παρθενος = het meisje πεντε = vijf δεκα = tien ὁ ἐνιαυτος = het jaar ἡ θυγατηρ, -τρος = de dochter το ὀνομα, -ματος = de naam ἀνα = verspreid over {+ acc.} ἐρχομαι = ik ga εἰσ-ερχομαι = ik ga naar; ik ga naar binnen παρα = naar; naar ... toe; naar ...; naar {+ acc.} γυμναζω = ik oefen; ik train βουλομαι = ik wil; ik wil liever ὁ ἀθλητης = de atleet ἐγενομην = ik word; ik ontsta {them. aor. van γιγνομαι} ἐξ-ερχομαι = ik ga naar buiten ἀναγκαιος = noodzakelijk ἐνδον = binnen αὐτου, αὐτης, αὐτου = van hem; van haar; van het ἡ δουλη = de slavin ἐργαζομαι = ik werk {impf. εἰργαζομην} ἡ ἑσπερα = de avond μεγας = groot καμνω = ik span me in; ik word moe; ik ben ziek κοιμαομαι = ik ga slapen; ik ga naar bed ὁ ἑταιρος = de vriend πολλακις = vaak; dikwijls ὁ αὐτος = dezelfde ὁ ὀνειρος = de droom ὁ νεανιας = de jongen; de jongeman κατα-λειπω = ik verlaat; ik laat achter πολυς = veel και δη και = en speciaal; en vooral ἐγειρομαι = ik word wakker ἐπι-νοεομαι = ik bedenk me οὐποτε, οὐ ποτε = nooit τις, τινος = een of ander {Bijvoeglijk} τις, τινος = iemand {Zelfstandig} ἀνεωξα = ik open {them. aor. van ἀν-oιγω} ἠρομην = ik vroeg {aor.} τíς, τíνος? = welk? {Bijvoeglijk} τíς, τíνος? = wie? {Zelfstandig} ὁ ἀνηρ, ἀνδρος = de man τριακοντα = dertig ὁ δεσποτης = de heer; de meester δια-λεγομαι = ik spreek met {+ dat.} το πραγμα, πραγματος = de zaak; het ding; de gebeurtenis κατα-λαμβανω = ik tref aan καιπερ = hoewel {+ ptc.} ἀπ-ειμι = ik ben afwezig ἐπισταμαι = ik weet; ik ken εἰ = als; of ἡ σχολη = de vrije tijd δια = door; vanwege {+ acc.} ὀργιζομαι = ik ben boos θεμις ἐστι = het is geoorloofd voor; ... mag; mag πρωτος = eerste ἐσθιω = ik eet δυναμαι = ik kan; ik ben in staat βραδεως = langzaam {Bijwoord} ἀν-ισταμαι = ik sta op ἁμα = tegelijkertijd {Bijwoord} χαιρετε = gegroet; 'verheug jullie'; verheug jullie πλουσιος = rijk ὁ οἰκος = het huis; het huishouden; de familie ἀφ-ικνεομαι = ik kom aan; ik arriveer ἠνεγκον = ik bracht; ik droeg {aor.} ἐπιθομην = ik geloof; ik gehoorzaam {them. aor. van πειθομαι} γαμεω = ik trouw met een vrouw; ik trouw met γαμεομαι = ik trouw met een man; ik trouw met {+ dat.} ἱκανος = voldoende; toereikend δεομαι = ik mis; ik heb nodig; ik verlang; ik verzoek {+ gen.} ὁ ἱππος = het paard ποτε = eens; ooit ἀπ-εβαλον = ik werp ervan af {them. aor. van ἀπο-βαλλω} ὀλιγον (τι) = een beetje {Bijwoord} ἡ σιγη = het zwijgen; de stilte ὁ γαμος = het huwelijk ὁμολογεω = ik stem in met ἀλληλιος = elkaar {dat.} φραζω = ik toon; ik deel mee ἀρα μη? = toch niet? ἀποκρινομαι = ik antwoord; antwoorden οἰ(ο)μαι = ik meen; ik denk προσηκει = het past; het is passend ἀθλιος = ongelukkig λυπεομαι = ik ben er verdrietig over {+ dat.} ἡ ἀγγελια = het bericht ἀγγελλω = ik bericht εὐφραινομαι = ik verheug me; ik ben blij ὑστερον = later {Bijwoord} ὁ μην, μηνος = de maand δια-μενει = het duurt οὑτος, αὑτη, τουτο = die; dat; deze; dit {Bijvoeglijk} οὑτος, αὑτη, τουτο = hij; zij; het {Zelfstandig} ἁγιος = gewijd; heilig ἡ κρηνη = de bron κομιζω = ik breng; ik haal ὑπο = door {+ gen.} κοσμεω = ik orden; ik versier; ik tooi κατα-σκευαζω = ik maak gereed; ik rust uit πασχω = ik lijd; ik doorsta κατα = volgens {+ acc.} αὐριον = morgen {Bijwoord} μονος = alleen προτερος = eerder; vroeger λοιπος = overig ὁ βιος = het leven δια-λογιζομαι = ik overweeg; ik overdenk δευτερος = tweede προς = bij {+ dat.} ὁ τοπος = de plaats ἡ ἑορτη = het feest το δωρον = het geschenk φοβεομαι = ik ben bang; ik vrees κοιμαομαι = ik ga slapen το δακρυον = de traan ῃσθομην = ik merk op; ik neem waar {them. aor. van αἰστανομαι} παυομαι = ik houd op met {+ ptc.} θαρρεω = ik ben vol vertrouwen ἑσπομην = ik ga mee; ik volg {them. aor. van ἑπομαι} συνεχως = onafgebroken μεχρι = tot aan {+ gen.} ὁ ὑμνος = het lied; de hymne ᾳδω = ik zing ἀφ-ικoμηv = aor. van ἀφ-ικvεoμαι; aoristus van ἀφ-ικvεoμαι; aor. van aph-ikneomai; aoristus van aph-ikneomai ὁ κωμoς = de optocht; de feestelijke optocht κατα-λυω = ik ontbind; ik beëindig; ik maak een einde aan ὁ φιλoς = de vriend ἐπ-αv-ερχoμαι = ik keer terug naar πρoσ-αγω = ik breng naar ἑαυτou | ἑαυτης = van zichzelf; van haarzelf δεχoμαι = ik ontvang; ik neem aan εἰσ-αγω = ik breng naar; ik breng in ἠγαγov = ik leid; ik voer; ik breng {aoristus van ἀγω} χθες = gisteren {Bijwoord} πρoτερov = vroeger; eerder; tevoren; voorheen {Bijwoord} παρ-ειμι = ik ben aanwezig bij; ik help {+ dat.} ἐπυθoμηv = ik vraag na; ik informeer; ik verneem {them. aor. van πυvχαvoμαι} πλειωv, πειovoς = meer {Bijvoeglijk naamwoord} ἡδυς = zoet; aangenaam
Ingezonden op 31-03-2015 - 387x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
06-04-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!