Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Basiskennis Biologie
› 1 Levende natuur
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Basiskennis Biologie
1 Levende natuur
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Organisme = Een levend wezen. Plant, dier, schimmel en bacterie Orgaanstelsel = Groep van samenwerkende organen Orgaan = Deel van een organisme met één of meerdere functies Weefsel = Groep cellen met dezelfde vorm en functie Symbiose = Het samenleven van twee ongelijksoortige organismen, die er beide een voordeel aanhebben Saprofyt = Plantaardig organisme dat zijn organische celmateriaal opbouwt door het opnemen van organische stoffen uit dode andere organismen Mimicry = Lijkt een dier of plant op een andere plant of dier, veel meer dan toeval, levenswijze of gezamenlijke afstamming verwacht mocht worden. Een van beide soorten bootst de andere soort na Parasiet = Een levensvorm die zich ten koste van een ander organisme waarmee hij samenleeft in stand houdt en vermenigvuldigt Mycelium = Schimmeldraad Kenmerken: Klontje DNA, vastzet aan het bloed. Geen cellen/energie, vermenigvuldigt wel. Ebola is een voorbeeld. Welke groep is dit? = Virussen Kenmerken: 1,5 - 2 kilo bestaat eruit van je lichaam. Altijd ééncellig en het kan een symbiose zijn. Welke groep is dit? = Bacteriën Kenmerken: Fotosynthese en ze zorgen voor zuurstof. Welke groep is dit? = Algen en wieren Kenmerken: Eéncellige en meercellige. Mycelium. Ze breken ook dode planten en dieren af. Welke groep is dit? = Schimmels Kenmerken: Fotosynthese. Het heeft een harde celwand. 1% heeft geen bladgroenkorrels. Welke groep is dit? = Planten Kenmerken: Wij zijn het zelf. Welke groep is dit? = Dieren (ook de mens) Bedektzadigen = Belangrijkste groep landplanten (Bloemen) Naaktzadigen = Groep planten te omschrijven als zaadplanten (Dennenappelachtigen) Sporenplanten = Planten zich voort met sporen (Varens, mossen, schimmels) Ordenen = Het indelen in groepen op basis van hetzelfde kenmerk Celkern = Regelt alles in de cel en bevat DNA Celwand = Stevige laag om de cel heen Vacuole = Blaasje gevuld met vocht dat zorgt voor stevigheid van de cel Van welke afdeling in het dierenrijk zijn deze dieren? Amoebe, pantoffeldiertje = Eéncellige Van welke afdeling in het dierenrijk is dit dier? Badspons = Sponzen Van welke afdeling in het dierenrijk zijn deze dieren? Kwal, zeeanemoon = Holtedieren Van welke afdeling in het dierenrijk zijn deze dieren? Regenworm, lintworm = Wormen Van welke afdeling in het dierenrijk zijn deze dieren? Mossel, slak, inktvis = Weekdieren Van welke afdeling in het dierenrijk zijn deze dieren? Duizendpoten, spinachtige, insecten, kreeftachtigen = Geleedpotigen Van welke afdeling in het dierenrijk zijn deze dieren? Zee-egel, zeester = Stekelhuidigen Van welke afdeling in het dierenrijk zijn deze dieren? Vissen, reptielen, amfibie, vogel, zoogdier = Gewervelden
Ingezonden op 14-05-2015 - 1557x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
17-05-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!