Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Paktoets MTI II
› 1 MTI
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Paktoets MTI II
, deel 1
1 MTI
Jaar 4 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Lokale anaesthetica blokkeren ionkanalen. = juist Lokale anaesthetica stimuleren ionkanalen. = onjuist Het effect van stimulatie van steroidreceptoren treedt langzaam in. = juist Het effect van stimulatie van steroidreceptoren treedt snel in. = onjuist Beta-blokkers worden onder andere toegepast bij bepaalde hartritmestoornissen. = juist Beta-blokkers kunnen niet worden toegepast bij hartritmestoornissen. = onjuist Beta-blokkers brengen bronchodilatatie teweeg en worden toegepast bij astma. = onjuist Beta-blokkers brengen geen bronchodilatatie teweeg en worden niet toegepast bij astma. = juist Beta-blokkers verlagen de bloeddruk. = juist Beta-blokkers verlagen niet de bloeddruk 2 Beta2-sympathicomimetica brengen bronchodilatatie teweeg. = juist Beta2-sympathicomimetica brengen bronchoconstrictie teweeg. = onjuist Beta2-sympathicomimetica worden toegepast bij astma. = juist Beta2-sympathicomimetica worden niet toegepast bij astma. = onjuist Beta2-sympathicomimetica worden niet toegepast bij hartritmestoornissen. = juist Beta2-sympathicomimetica worden toegepast bij hartritmestoornissen 2 Parasympathicolytica verwijden de bronchiën. = juist Parasympathicolytica vernauwen de bronchiën. = onjuist Parasympathicolytica verlagen de hartfrequentie. = onjuist Parasympathicolytica verhogen de hartfrequentie. = juist Parasympathicomimetica verlagen de hartfrequentie. = juist Parasympathicomimetica verhogen de hartfrequentie. = onjuist Bronchodilatatie behoort tot de bijwerkingen van beta-blokkers. = onjuist Een geneesmiddel met een kleine therapeutische breedte is een veilig geneesmiddel. = onjuist Een geneesmiddel met een grote therapeutische breedte is een veilig geneesmiddel. = juist Geneesmiddelallergie is een bijwerking die gerelateerd is aan de toegediende dosis. = onjuist Geneesmiddelallergie is een bijwerking die niet gerelateerd is aan de toegediende dosis. = juist Geneesmiddelallergie is een bijwerking die reeds bij zeer lage dosis op kan treden. = juist Geneesmiddelallergie is een bijwerking die bij zeer lage dosis in de regel niet optreedt. = onjuist Farmacokinetiek beschrijft de snelheid waarmee geneesmiddelen worden opgenomen, verdeeld en weer worden uitgescheiden = juist Farmacokinetiek beschrijft de effecten van een geneesmiddel in het lichaam. = onjuist Het voordeel van orale toediening is dat een first-pass effect niet kan optreden. = onjuist Het voordeel van rectale toediening is dat een first-pass effect niet kan optreden. = juist Het voordeel van parenterale toediening ten opzichte van orale toediening kan zijn dat het effect sneler optreedt. = juist Het voordeel van parenterale toediening ten opzichte van orale toediening is het toedieningsgemak voor de patient. = onjuist Het voordeel van rectale toediening is dat in de regel een lagere dosering kan worden gegeven. = onjuist Het voordeel van rectale toediening kan zijn dat ook bij misselijkheid en braken het geneesmiddel kan worden toegediend. = juist Rectale toediening kan zowel lokale als systemische therapie beogen. = juist Rectale toediening beoogt uitsluitend systemische therapie. = onjuist Intraveneuze toediening leidt het snelst tot een systemische effect. = juist Intraveneuze toediening leidt niet het snelst tot een systemische effect. = onjuist Een prodrug moet eerst enzymatisch worden omgezet alvorens werkzaam te zijn. = juist Een prodrug moet eerst geglucuronideerd worden omgezet alvorens werkzaam te zijn. = onjuist Bij intraveneuze toediening is de biologische beschikbaarheid = juist . = juist Bij orale toediening is de biologische beschikbaarheid = juist . = onjuist De biologische beschikbaarheid van intraveneuze toediening is altijd hoger dan die van orale toediening. = juist De biologische beschikbaarheid van intraveneuze toediening is altijd lager dan die van orale toediening. = onjuist Een korte halfwaardetijd leidt in de regel tot een hoge toedieningsfrequentie. = juist Een korte halfwaardetijd leidt in de regel tot een lage toedieningsfrequentie. = onjuist Een lange halfwaardetijd leidt in de regel tot een lage toedieningsfrequentie. = juist Een lange halfwaardetijd leidt in de regel tot een hoge toedieningsfrequentie. = onjuist Tijdens de absorptiefase stijgt de bloedspiegel. = juist Tijdens de absorptiefase daalt de bloedspiegel. = onjuist Excretie en biotransformatie leiden tot eliminatie van een geneesmiddel. = juist Excretie en biotransformatie dragen slechts in beperkte mate bij aan de eliminatie van een geneesmiddel. = onjuist Biotransformatie kan noodzakelijk zijn om beter wateroplosbare producten te maken die in de urine kunnen worden uitgescheiden. = juist Biotransformatie kan noodzakelijk zijn om lipofielere producten te maken die in de urine kunnen worden uitgescheiden. = onjuist Biotransformatie is van groot belang voor de excretie van geneesmiddelen. = juist Biotransformatie is een ondergeschikt mechanisme om geneesmiddelen te elimineren. = onjuist Cytochroom-P450 enzymen bevinden zich in de lever en katalyseren de oxidatie van geneesmiddelen. = juist Bij herhaalde toediening van geneesmiddelen met een lange halfwaardetijd bestaat het risico op cumulatie. = juist Bij herhaalde toediening van geneesmiddelen met een lange halfwaardetijd is het risico op cumulatie niet groot. = onjuist Parenterale toediening kan noodzakelijk zijn wanneer het geneesmiddel niet in het maag-darmkanaal wordt opgenomen of daar wordt afgebroken. = juist Parenterale toediening is niet noodzakelijk wanneer het geneesmiddel niet in het maag-darmkanaal wordt opgenomen of daar wordt afgebroken. = onjuist Interacties kunnen worden onderverdeeld in farmacokinetische interacties en farmacodynamische interacties. = juist Interacties kunnen worden onderverdeeld in farmacologische interacties en fysiologische interacties. = onjuist Wanneer er sprake is van een interactie kunnen geneesmiddelen nooit gecombineerd worden. = onjuist Wanneer er sprake is van een interactie kunnen geneesmiddelen soms toch gecombineerd worden. = juist Wanneer er sprake is van een contraindicatie kunnen geneesmiddelen niet gecombineerd worden. = onjuist Wanneer er sprake is van een contraindicatie kunnen geneesmiddelen soms toch gecombineerd worden. = juist Een interactie is de wisselwerking tussen 2 geneesmiddelen waardoor de werkzaamheid en/of bijwerkingen van = juist of beide middelen wordt beïnvloed. = juist of beide middelen wordt versterkt. = onjuist Een contraindicatie is een ziekte of omstandigheid waarmee bij het voorschrijven van geneesmiddelen rekening gehouden dient te worden. = juist Een contraindicatie is een ziekte of omstandigheid waarbij geen geneesmiddelen kunnen worden voorgeschreven. = onjuist Enzyminductie kan leiden tot het versnelde metabolisme van farmaca. = juist Enzyminductie kan leiden tot het vertraagde metabolisme van farmaca. = onjuist Carbamazepine veroorzaakt enzyminductie. Als gevolg hiervan worden bepaalde geneesmiddelen versneld afgebroken. = juist Carbamazepine veroorzaakt enzyminductie. Als gevolg hiervan worden bepaalde geneesmiddelen langzamer afgebroken. = onjuist Enzymremming heeft tot gevolg dat sommige geneesmiddelen langzamer worden afgebroken. = juist Enzymremming heeft tot gevolg dat alle geneesmiddelen langzamer worden afgebroken. = onjuist Enzymremming kan leiden tot hogere bloedspiegels van een geneesmiddel. = juist Enzymremming kan leiden tot lagere bloedspiegels van een geneesmiddel. = onjuist Bij enzymremming kan het metabolisme van geneesmiddelen worden vertraagd = juist Bij enzymremming kan het metabolisme van geneesmiddelen worden versneld. = onjuist Geneesmiddel X wordt door een enzym Y afgebroken. Remming van enzym Y leidt tot een langzamer metabolisme van geneesmiddel X. = juist Geneesmiddel X wordt door een enzym Y afgebroken. Remming van enzym Y leidt tot een sneller metabolisme van geneesmiddel X. = onjuist Geneesmiddel X wordt door een enzym Y afgebroken. Remming van enzym Y leidt tot een sneller metabolisme van geneesmiddel X. = juist Een enzyminductor kan niet het eigen metabolisme versnellen. = onjuist Enzymremming kan leiden tot versterking van bijwerkingen van geneesmiddelen. = juist Enzymremming kan leiden tot afname van bijwerkingen van geneesmiddelen. = onjuist Enzyminductie kan leiden tot afname van de werkzaamheid van een geneesmiddel. = juist Enzyminductie kan leiden tot toename van de werkzaamheid van een geneesmiddel. = onjuist Propranolol vertraagt en dobutamine verhoogt de hartfrequentie. Hier is sprake van een farmacodynamische interactie. = juist Propranolol vertraagt en dobutamine verhoogt de hartfrequentie. Hier is sprake van een farmacokinetische 2 Salbutamol verwijdt en propranolol vernauwt de bronchiën. Hier is sprake van een farmacodynamische interactie. = juist Salbutamol verwijdt en propranolol vernauwt de bronchiën. Hier is sprake van een farmacokinetische interactie. = onjuist Salbutamol verwijdt de bronchiën, ipratropium ook. Hier is niet sprake van een farmacodynamische interactie. = onjuist Salbutamol verwijdt de bronchiën, ipratropium ook. Hier is sprake van een farmacodynamische interactie. = juist Grapefruitsap remt leverenzymen, waardoor het metabolisme van simvastatine wordt vertraagd. Hier is sprake van een farmacokinetische interactie. = juist Grapefruitsap remt leverenzymen, waardoor het metabolisme van simvastatine wordt vertraagd. Hier is sprake van een farmacodynamische interactie. = onjuist Alcoholgebruik kan tot enzyminductie leiden, waardoor bepaalde geneesmiddelen sneller worden afgebroken. Hier wordt gesproken van een farmacokinetische interactie. = juist Antacida verlagende de pH van de maag, waardoor sommige geneesmiddelen vertraagd worden geabsorbeerd. Dit is een farmacokinetische interactie. = juist Antacida verlagende de pH van de maag, waardoor sommige geneesmiddelen vertraagd worden geabsorbeerd. Dit is een farmacologische interactie. = onjuist Polyfarmacie vergroot de kans op interacties. = juist Polyfarmacie verkleint de kans op interacties. = onjuist Ook als er geen interacties zijn tussen twee geneesmiddelen, kunnen bij combinatie van de middelen toch bijwerkingen optreden. = juist Als er geen interacties zijn tussen twee geneesmiddelen, kunnen bij combinatie van de middelen geen bijwerkingen optreden. = onjuist Combinatie van slaapmiddelen met codeïne kan tot versterkte sedatie leiden. Hier is sprake van een farmacodynamische interactie. = juist Combinatie van slaapmiddelen met codeine kan tot versterkte sedatie leiden. Hier is sprake van een farmacokinetische interactie. = onjuist Tot de bijwerkingen van beta-blokkers behoren o.a.: bronchoconstrictie, bradycardie en koude extremiteiten. = juist Tot de bijwerkingen van beta-blokkers behoren o.a.: bronchodilatatie, bradycardie en koude extremiteiten 2 Droge mond behoort tot de bijwerkingen van anticholinergica. = juist Droge mond behoort niet tot de bijwerkingen van anticholinergica. = onjuist Afhankelijkheid van geneesmiddelen is een psychische, vaak met lichamelijke symptomen gepaard gaande toestand, gekarakteriseerd door de aanhoudende drang een (genees)middel te nemen. = juist Afhankelijkheid is een aanhoudende drang om steeds meer van een (genees)middel in te nemen om hetzelfde effect te bereiken. = onjuist Anticholinergica is een andere naam voor parasympathicolytica. = juist Anticholinergica is een andere naam voor sympathicolytica. = onjuist Tolerantie is het optreden van vermindering van het farmacologisch effect van een stof bij herhaalde toediening. = juist Tolerantie is een psychische, vaak met lichamelijke symptomen gepaard gaande toestand, gekarakteriseerd door de aanhoudende drang een (genees)middel te nemen. = onjuist De halfwaardetijd is de tijd die nodig is om de plasmaconcentratie met 50% te laten dalen. = juist Halfwaardetijd is de tijd die nodig is om het plasma van farmacon te ontdoen. = onjuist Geneesmiddel A wordt sneller geabsorbeerd dan geneesmiddel B. Geneesmiddel A wordt daarom frequenter gedoseerd dan geneesmiddel B. = onjuist Geneesmiddel A wordt sneller geabsorbeerd dan geneesmiddel B. Dit betekent niet dat geneesmiddel A daarom frequenter wordt gedoseerd dan geneesmiddel B. = juist Wanneer snel na het starten met een farmacon tolerantie optreedt wordt van tachyfylaxie gesproken. = juist Het onwerkzaam worden van een geneesmiddel wordt ook wel tachyfylaxie genoemd. = onjuist Allergische reactie is een bijwerking die in de regel niet vermindert bij toediening van een lagere dosering. = juist Allergische reactie is een bijwerking die in de regel vermindert bij toediening van een lagere dosering. = onjuist Kruisallergie betekent dat een overgevoeligheidsreactie optreedt na blootstelling aan een chemisch sterk gelijkende stof. = juist Kruisallergie betekent dat een overgevoeligheidsreactie optreedt na blootstelling aan een stof met dezelfde farmacologische eigenschappen. = onjuist Naast de NAW gegevens en het telefoonnummer van de voorschrijver en de NAW gegevens van de patiënt dient een recept de naam van het geneesmiddel, de dosering en het gebruik te bevatten. = juist Een recept dient tenminste de naam van het geneesmiddel, de dosering en het gebruik te bevatten. = onjuist Op een recept kunnen meer dan = juist geneesmiddel worden voorgeschreven. = juist Op een recept kunnen niet meer dan = juist geneesmiddel worden voorgeschreven. = onjuist Tandartsen zijn alleen bevoegd om geneesmiddelen voor te schrijven die noodzakelijk zijn voor de tandheelkundige behandeling. = juist Tandartsen zijn bevoegd om behalve lokale anaesthetica, antibiotica en analgetica ook andere geneesmiddelen voor te schrijven. = onjuist Lokale anaesthetica remmen de instroom van natrium via potentiaal-afhankelijke natriumkanalen. = juist Lokale anaesthetica remmen de Na+/K+ ATPase. = onjuist Adrenaline wordt toegevoegd aan lokale anaesthetica vanwege de vasoconstrictoire eigenschappen = juist Adrenaline wordt toegevoegd aan lokale anaesthetica vanwege de vasodilatoire eigenschappen. = onjuist Bij geneesmiddelen met een geringe therapeutische breedte treden gemakkelijker interacties op. = onjuist Bij geneesmiddelen met een geringe therapeutische breedte treden gemakkelijker bijwerkingen op. = juist Polyfarmacie werkt bijwerkingen in de hand. = juist Polyfarmacie leidt zeer zelden tot meer bijwerkingen. = onjuist Bij een kortere halfwaardetijd zal het doseringsinterval in de regel kleiner zijn. = juist Bij een kortere halfwaardetijd zal het doseringsinterval in de regel groter zijn. = onjuist Van een potenter geneesmiddel is in het algemeen een lagere dosering nodig. = juist Van een potenter geneesmiddel is in het algemeen een hogere dosering nodig. = onjuist Intrapleurale druk komt doordat longen en thoraxwand beide elastische structuren zijn = juist De intrapleurale druk is subatmosferisch op het ademrustniveau = juist Oppervlaktespanning geeft de longblaasjes de neiging dicht te klappen = juist Tijdens inspiratie wordt als eerste de thoraxinhoud vergroot door spierinspanning = juist Tijdens passieve expiratie beweegt het diafragma omhoog = juist Door de elasticiteit van de long kan de expiratie passief geschieden = juist Door de elasticiteit van de long kan de inspiratie passief geschieden 2 De interne tussenribspieren worden actief bij de expiratie = juist Een ademfrequentie van = juist 6/min en een ademdiepte van 500 ml geeft een ademminuutvolume van 8L/min = juist 6/min en een ademdiepte van 500 ml geeft een alveolaire ventilatie van 8L/min 2 Tijdens de inspiratie daalt de intrapulmonale druk (wordt meer negatief) = juist Het residuale volume is goed met een spirometer te schatten 2 De functionele residuale capaciteit blijft over na volledige uitademing 2 De totale longcapaciteit is de som van vitale en functionele residuale capaciteit 2 De alveolaire dode ruimte zijn wel geperfundeerde maar niet geventileerde longblaasjes 2 Het ademteugvolume draagt in z’n geheel bij aan de verversing van de longenlucht 2 De grootste weerstand ondervindt de lucht in de gezamenlijke hogere luchtwegen = juist De grootste weerstand ondervindt de stromende lucht in de gezamenlijke kleinste luchtwegen 2 De longcompliantie is een goede maat voor de longelasticiteit = juist Alveolaire ventilatie is de werkelijke verversing van de longenlucht = juist De fysiologische dode ruimte is de som van de anatomische dode ruimte en de alveolaire dode ruimte = juist Bij een geforceerde expiratie worden de luchtwegen gecomprimeerd = juist Bij een geforceerde expiratie worden de luchtwegen verwijd 2 Bij een geforceerde inspiratie worden de luchtwegen gecomprimeerd 2 Bij een geforceerde inspiratie worden de luchtwegen verwijd 2 Bij een geforceerde expiratie wordt de stroomsterkte van de uitgeademde lucht beperkt door de vernauwde luchtwegen = juist Bij een geforceerde inspiratie wordt de stroomsterkte van de ingeademde lucht beperkt door de vernauwde luchtwegen = juist De perifere chemosensoren liggen in het glomus caroticum = juist De perifere chemosensoren liggen in het juxtaglomerulaire apparaat 2 De centrale chemosensoren liggen in het juxtaglomerulaire apparaat 2 De centrale chemosensoren liggen in de hersenstam = juist De perifere chemosensoren reageren alleen op de pH van het arteriële bloed 2 De perifere chemosensoren reageren alleen op de pH van het arteriële bloed 2 De perifere chemosensoren reageren op de pH, de partiële zuurstofdruk, en partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed = juist De centrale chemosensoren reageren alleen op de pH van het arteriële bloed 2 De centrale chemosensoren reageren alleen op de pH van het arteriële bloed 2 De centrale chemosensoren reageren op de pH, de partiële zuurstofdruk, en partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed 2 De centrale chemosensoren reageren alleen op de pH van het hersenvocht 2 De centrale chemosensoren reageren alleen op de pH en de partiële zuurstofdruk van het hersenvocht 2 De centrale chemosensoren reageren alleen op de partiële zuurstofdruk, en partiële koolstofdioxidedruk in het hersenvocht 2 De centrale chemosensoren reageren alleen op de pH en de partiële koolstofdioxidedruk van het hersenvocht = juist Een lage pH, lage partiële zuurstofdruk, en lage partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed geven allen hyperventilatie 2 Een lage pH, hoge partiële zuurstofdruk, en lage partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed geven allen hyperventilatie 2 Een hoge pH, lage partiële zuurstofdruk, en lage partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed geven allen hyperventilatie 2 Een hoge pH, hoge partiële zuurstofdruk, en lage partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed geven allen hyperventilatie 2 Een lage pH, lage partiële zuurstofdruk, en hoge partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed geven allen hyperventilatie = juist Een lage pH, hoge partiële zuurstofdruk, en hoge partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed geven allen hyperventilatie 2 Een hoge pH, lage partiële zuurstofdruk, en hoge partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed geven allen hyperventilatie 2 Een hoge pH, hoge partiële zuurstofdruk, en hoge partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed geven allen hyperventilatie 2 Een lage pH, lage partiële zuurstofdruk, en lage partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed geven allen hypoventilatie 2 Een lage pH, hoge partiële zuurstofdruk, en lage partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed geven allen hypoventilatie 2 Een hoge pH, lage partiële zuurstofdruk, en lage partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed geven allen hypoventilatie 2 Een hoge pH, hoge partiële zuurstofdruk, en lage partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed geven allen hypoventilatie = juist Een lage pH, lage partiële zuurstofdruk, en hoge partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed geven allen hypoventilatie 2 Een lage pH, hoge partiële zuurstofdruk, en hoge partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed geven allen hypoventilatie 2 Een hoge pH, lage partiële zuurstofdruk, en hoge partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed geven allen hypoventilatie 2 Een hoge pH, hoge partiële zuurstofdruk, en hoge partiële koolstofdioxidedruk in het arteriële bloed geven allen hypoventilatie 2 Hypercapnie geeft hyperventilatie = juist Hypercapnie geeft hypoventilatie 2 Hypercapnie geeft hypoventilatie 2 Hypocapnie geeft hypoventilatie = juist De krachtigste stimulans voor de ademhaling is hypoxie 2 De krachtigste stimulans voor de ademhaling is hypocapnie 2 De krachtigste stimulans voor de ademhaling is hypercapnie = juist De diepte van de inademing wordt beperkt door rekreceptoren in de longen die het ademhalingscentrum remmen = juist De diepte van de uitademing wordt beperkt door rekreceptoren in de longen die het ademhalingscentrum remmen 2 De arteriële bloeddruk ontstaat doordat de wand van de arteriën elastisch zijn en bovendien is de wand oor de vulling van de arteriën met bloed gerekt is = juist De arteriële bloeddruk ontstaat door ‘overvulling’ van de arteriën met bloed zodat zij enigszins gerekt zijn = juist De arteriële bloeddruk ontstaat doordat door ‘overvulling’ van de arteriën met bloed de diameter van de arteriën groter is dan wanneer zij leeg zijn = juist De arteriële bloeddruk verhoogt als de cardiac output groter wordt dan de uitstroom van bloed uit de arteriële vaatboom = juist De polsdruk is het verschil tussen de systolische en diastolische bloeddruk = juist De polsdruk neemt toe als de aortawand stijver wordt (minder compliant) = juist De polsdruk neemt af als de aortawand stijver wordt (minder compliant) 2 De elasticiteit van de aorta beperkt de drukschommelingen die samenhangen met de hartactie = juist De elasticiteit van de aorta laat toe dat deze opgepompt wordt = juist De elasticiteit van de aorta laat toe dat deze opgepompt wordt zodat er nog steeds druk is ook al is het hart van de aorta ‘afgekoppeld’ (aortakleppen gesloten) = juist De elasticiteit van de bloedvaten laat toe dat de diameter van het bloedgevulde vat groter is dan de diameter van het lege vat worden zodat steeds sprake is van bloeddruk = juist Adem en spierpomp helpen bij de veneuze terugstroming = juist De bloeddruk wordt op de korte termijn geregeld door het bestaande bloedvolume anders te verdelen (baroreflex) = juist De bloeddruk wordt op de korte termijn geregeld door meer water en zout vast te houden zodat het bloedvolume toeneemt 2 De lange termijn bloeddrukregulatie is erop gericht de keukenzoutreabsorptie door de nier te verhogen (waardoor secundair ook meer water wordt vastgehouden) = juist De lange termijn bloeddrukregulatie is erop gericht alleen de waterreabsorptie door de nier te verhogen 2 De lange termijn bloeddrukregulatie is erop gericht de keukenzoutreabsorptie door de nier te verhogen waardoor er meer water door het lichaam wordt vastgehouden = juist De osmosensoren meten het effectief circulerende volume 2 De volumesensoren meten het effectief circulerende volume = juist De volumesensoren meten de vulling van de arteriële vaatboom = juist Het effectief circulerende volume bevindt zich in de arteriële vaatboom = juist Het effectief circulerende volume bevindt zich in de veneuze vaatboom 2 Als de barorecpetoren in de arcus aortae en het glomus caroticum een te hoge vulling van de arteriële vaatboom meten scheiden zij renine uit 2 Als de barorecpetoren in de arcus aortae en het glomus caroticum een te hoge vulling van de arteriële vaatboom meten scheiden zij aldosteron uit 2 Als de barorecpetoren in de arcus aortae en het glomus caroticum een te hoge vulling van de arteriële vaatboom meten scheiden zij antidiuretisch hormoon uit 2 Als de barorecpetoren in de arcus aortae en het glomus caroticum een te hoge vulling van de arteriële vaatboom meten verhogen zij de sympaticustonus 2 Bij een te laag effectief circulerend volume gaan de nieren eerst meer keukenzout reabsorberen dan via het dieet opgegeten wordt = juist Bij een te hoog effectief circulerend volume gaan de nieren eerst meer keukenzout reabsorberen dan via het dieet opgegeten wordt 2 Bij een te laag effectief circulerend volume gaan de nieren eerst minder keukenzout reabsorberen dan via het dieet opgegeten wordt 2 Bij een te hoog effectief circulerend volume gaan de nieren eerst minder keukenzout reabsorberen dan via het dieet opgegeten wordt = juist Bij een te laag effectief circulerend volume gaan de nieren eerst meer water reabsorberen dan via het dieet opgedronken wordt 2 Bij een te hoog effectief circulerend volume gaan de nieren eerst meer water reabsorberen dan via het dieet opgedronken wordt 2 Bij een te laag effectief circulerend volume gaan de nieren eerst minder water reabsorberen dan via het dieet opgedronken wordt 2 Bij een te hoog effectief circulerend volume gaan de nieren eerst minder water reabsorberen dan via het dieet opgedronken wordt 2 Insuline wordt uitgescheiden door de ß-cellen uit de eilandjes van Langerhans = juist Insuline wordt uitgescheiden door de α-cellen uit de eilandjes van Langerhans 2 Glucagon wordt uitgescheiden door de ß-cellen uit de eilandjes van Langerhans 2 Glucagon wordt uitgescheiden door de α-cellen uit de eilandjes van Langerhans = juist Insuline verhoogt de glucosespiegel 2 Insuline verlaagt de glucosespiegel = juist Glucagon verhoogt de glucosespiegel = juist Glucagon verlaagt de glucosespiegel 2 De prikkel tot het vrijzetten van insuline is een dalende glucosespiegel 2 De prikkel tot het vrijzetten van insuline is een stijgende glucosespiegel = juist De prikkel tot het vrijzetten van glucagon is een dalende glucosespiegel = juist De prikkel tot het vrijzetten van glucagon is een stijgende glucosespiegel 2 Insuline en glucagon beïnvloeden als enige de suikerspiegel 2 Endocarditis profylaxe is geïndiceerd bij patiënten met een kunsthartklep. = juist Endocarditis profylaxe is geïndiceerd bij patiënten die al eens endocarditis hebben gehad = juist Endocarditis profylaxe is geïndiceerd bij patiënten met een hartklepinsufficiëntie. = onjuist Endocarditis profylaxe is geïndiceerd bij patiënten met een hartklepstenose. = onjuist Post-exposure profylaxe na een hoogrisico prikaccident dient binnen 72 uur te starten = juist De kans op besmetting met HIV na een prikaccident ligt rond de 0,3%. = juist HIV kan zich in de mond manifesteren als ernstige parodontitis. = juist HIV kan zich in de mond manifesteren met Kaposisarcoom. = juist Na een prikaccident dient men de huid te spoelen met water. = juist Na een spataccident dient men de ogen te reinigen met alcohol. = onjuist Het vocht in de blaasjes van een herpes zoster laesie zijn niet besmettelijk. = onjuist Het vocht in de blaasjes van waterpokken is zeer besmettelijk. = juist Syfillis kan zich op zeer veel verschillende manieren uiten. = juist Candida infectie komt vaak voor als de afweer van een persoon verlaagd is. = juist Bij gelijktijdig gebruik van een tetracycline met antacida is sprake van een farmacokinetische interactie. = juist Een veel voorkomende bijwerking van penicilline is diarree. = juist Penicillines en tetracyclines kunnen zonder probleem worden gecombineerd. = onjuist Gebruik van antibiotica kan leiden tot ontwikkeling van resistentie. = juist Penicillines werken antibacterieel door remming van de eiwitsynthese van bacteriën. = onjuist Tetracyclines werken antibacterieel door remming van de eiwitsynthese van Bacteriën. = juist Clindamycine is een eerste keus antibioticum wanneer endocarditisprofylaxe toegepast dient te worden 2 Resistentie tegen tetracyclines komt vooral door de inwerking van bètalactamase. = onjuist Resistentie tegen penicillines kan veroorzaakt worden door de inwerking van Betalactamase. = juist Een positieve Mantoux test betekent dat de patiënt vroeger besmet is geweest met tuberculose = juist Een positieve Mantoux test betekent dat de patiënt nooit in contact is geweest met tuberculose 2 Een positieve Mantoux test betekent dat de patiënt ooit is ingeënt tegen tuberculose. = juist Witte plekjes op het buccale mondslijmvlies bij een kind met koorts kan wijzen op waterpokken. = onjuist Witte plekjes op het buccale mondslijmvlies bij een kind met koorts kan wijzen op Mazelen. = juist Een kind dat op vakantie is geweest in Mexico heeft koorts en een dubbelzijdige zwelling van de wang. Dit wijst op de bof. = juist Een kind dat op vakantie is geweest in Mexico heeft koorts en een dubbelzijdige zwelling van de wang. Dit wijst op de Mexicaanse griep. = onjuist In de mond van een 40-jarige man ziet u orale candida en hairy leukoplakie. Dit zou kunnen wijzen op diabetes mellitus type 2. = onjuist In de mond van een 40-jarige man ziet u orale candida en xerostomie. Dit zou kunnen wijzen op diabetes mellitus type 2. = juist In de mond van een 40-jarige man ziet u orale candida en hairy leukoplakie. Dit zou kunnen wijzen op HIV. = juist Als tandarts zou u syfilis kunnen oplopen van een patiënt door inademen van de aerosol van de boor. = onjuist Als tandarts zou u gonorroe kunnen oplopen van een patiënt door inademen van de aerosol van de boor. = onjuist Als tandarts zou u gonorroe kunnen oplopen van een patiënt door inademen van de aerosol van de boor. = juist Herpes Zoster infectie is een reactivatie van het mazelen virus. = onjuist Herpes Zoster infectie is een reactivatie van het waterpokken virus. = juist Herpes labialis wordt veroorzaakt door het mazelen virus. = onjuist Herpes labialis wordt veroorzaakt door het herpes virus. = juist Herpes labialis wordt veroorzaakt door het varicella zoster virus. = onjuist Corticosteroïden worden bij voorkeur oraal toegepast vanwege de bijwerkingen. = onjuist Corticosteroïden zijn middelen met milde bijwerkingen. = onjuist Corticosteroïden worden ondermeer toegepast bij astma, eczeem, chronische darmontsteking. = juist Tot de korte termijn bijwerkingen van corticosteroïden behoren hypertensie, volle maansgezicht, veranderde vetverdeling, botafbraak. = onjuist Tot de korte termijn bijwerkingen van corticosteroïden behoren hypertensie, volle maansgezicht, veranderde vetverdeling, botafbraak. = juist Levothyroxine is een thyreostaticum. = onjuist Carbimazol remt de schildklierwerking. = juist Behandeling met radioactief jodium kan tot hypothyreoïdie leiden. = juist Adrenaline kan bij mensen met hyperthyreoïdie een thyreotoxische crisis uitlokken. = juist Articaïne is gecontraïndiceerd bij hyperthyreoïdie. = onjuist Bij zwangeren vindt de tandheelkundige behandeling bij voorkeur na de bevalling = juist Bij zwangeren bestaat mogelijk gevaar voor vroeggeboorte als er parodontitis is. = juist Zwangere vrouwen hebben vaak last van gingivitis. = juist Epulis komt vaker voor bij vrouwen aan de anticonceptiepil. = onjuist Acromegalie kan groei van de kaken veroorzaken. = juist Acraomegalie kan glucose-intolerantie veroorzaken. = juist Acromegalie kan heupproblemen veroorzaken. = juist Bij de ziekte van Addison is er een overmaat aan cortisol. = onjuist Bij de ziekte van Addison is er een tekort aan cortisol. = juist Bij de ziekte van Cushing verwacht u het verschijnsel hypertensie. = juist Bij de ziekte van Cushing verwacht u het verschijnsel osteoporose. = juist Bij de ziekte van Cushing verwacht u het verschijnsel glucose-intolerantie. = juist Bij de ziekte van Cushing verwacht u afgenomen lengtegroei. = onjuist Bij de ziekte van Cushing verwacht u toegenomen lengtegroei. = onjuist Adrenaline is gecontraïndiceerd bij patiënten met maagzuurgerelateerde klachten. = onjuist NSAID’s zijn gecontraïndiceerd bij patiënten met maagklachten. = juist Ibuprofen is gecontraïndiceerd bij patiënten met maagklachten. = juist Paracetamol is gecontraïndiceerd bij patiënten met maagklachten. = onjuist Domperidon wordt gebruikt bij misselijkheid. = juist Metoclopramide wordt gebruikt bij diarree. = onjuist Lactulose is werkzaam bij diarree. = onjuist Lactulose wordt gebuikt bij verstopping. = juist H2 remmers werken bij maagzuurgerelateerde klachten door remming van de Protonpomp. = onjuist Bij gelijktijdig gebruik van penicilline en antacida is er sprake van een farmacodynamische interactie. = onjuist Bij gelijktijdig gebruik van penicilline is er sprake van een farmacokinetische interactie. = onjuist Bij gelijktijdig gebruik van antacida en tetracycline moet ten minste 2 uur tussen het innemen van de beide geneesmiddelen liggen. = juist Bij coeliakie kan het gebit van een kind tandglazuur hypoplasie vertonen. = juist Bij coeliakie komen vaak aften in de mond voor. = juist Aspirine (acetylsalicylzuur) zorgt voor een sterk verminderde werking van de bloedplaatjesaggregatie. = juist Vrijwel alle stollingsfactoren worden door de lever geproduceerd. = juist Cyclokapron is een fibrinolytisch medicament. = onjuist Cyclokapron kan de bloedstolling bevorderen. = juist De behandeling van hemofilie bestaat uit het op peil brengen van de ontbrekende stollingsfactor. = juist De behandeling van een patiënt die trombocytenaggregatieremmers gebruiken, wordt gemonitord met behulp van de INR waarde. = onjuist De behandeling van een patiënt die vitamine-K antagonisten gebruikt, wordt emonitord met behulp van de INR waarden. = juist Momenteel (20= juist = juist ) is de richtlijn dat er maximaal 3 elementen tegelijk geëxtraheerd mogen worden als de patiënt acetylsalicylzuur gebruikt. = juist De patiënt dient het gebruik van acetylsalicylzuur te staken voor een bloedige tandheelkundige ingreep. = onjuist Bij patiënten die cumarinederivaten gebruiken moet voor extractie van elementen de hoogte van de INR worden vastgesteld. De normaalwaarde bij gezonde personen is = juist .0 = juist Hypertensie wordt tegenwoordig voor alle volwassenen gedefinieerd als een bloeddruk hoger dan = juist 40 mm Hg systolisch en/ of 90 mm Hg diastolisch. = juist Bij alcoholisten, mensen met overgewicht of diabetes mellitus treedt zelden hypertensie op 2 Shock wordt gekenmerkt door een verhoogde arteriële bloeddruk. = onjuist Shock wordt gekenmerkt door een verhoogde arteriële bloeddruk. = juist Een collaps of syncope is een plotselinge voorbijgaand verlies van het bewustzijn als gevolg van een tijdelijke toename van de bloedstroom naar de hersenen. = onjuist Pijn veroorzaakt door angina pectoris is midden op de borst gelokaliseerd en straalt uit naar de keel, kaken of de linkerarm, met name de pink. = juist Een myocardinfarct kan tijdens de tandheelkundige behandeling worden uitgelokt door pijn, angst of toediening van adrenaline. = juist Een myocardinfarct kan tijdens de tandheelkundige behandeling worden uitgelokt door pijn, angst of toediening van adrenaline. = onjuist Door elektromagnetische interferentie van tandheelkundige apparatuur zou de correcte werking van een pacemaker verstoord kunnen worden, waardoor ritmestoornissen of een circulatiestilstand zouden kunnen ontstaan. = juist Patiënten met ernstige decompensatio cordis kunnen niet lang platliggen. = juist Bij een aanval van angina pectoris dient u de patiënt adrenaline onder de tong toe. = onjuist Patiënten met een kunstklep hebben grotere kans op een endocarditis dan patiënten zonder een kunstklep. = juist De belangrijkste symptomen van astma zijn aanvalsgewijze perioden met kortademigheid, piepen op de borst en hoesten. = juist De voornaamste oorzaak van astma is roken. = onjuist De voornaamste oorzaak van COPD is roken. = juist De voornaamste oorzaak van COPD is astma. = onjuist Het gebruik van inhalatiesteroïden bij astmapatiënten kan orale candidiasis veroorzaken. = juist Patiënten met chronische bronchitis en longemfyseem kunnen vrijwel niet van elkaar worden onderscheiden. = juist Wanneer het niet-nuchtere bloedglucosegehalte, liefst bij herhaling, hoger is dan = juist mmol/l is er sprake van diabetes. = juist Een extractie bij een diabetes type 2 patiënt kan je het liefst in de namiddag doen. = onjuist Aan een patiënt met diabetes dient met altijd te vragen of patiënt gegeten heeft. = juist Spierarbeid verlaagt de insuline gevoeligheid. = onjuist Spierarbeid verhoogt de insuline behoefte. = juist Bij het ontstaan van type 2 diabetes speelt auto-immuniteit een duidelijke rol. = onjuist Het HbA= juist c gehalte zegt iets over de instelling van de diabetes op korte termijn. = onjuist c gehalte zegt iets over de instelling van de diabetes op lange termijn. = juist Als verwacht resultaat op een parodontale behandeling uitblijft is alertheid van de tandarts vereist. Er kan in dit geval sprake zijn van een nog niet-gediagnosticeerde diabetes = juist Neuropathie is een frequent voorkomend complicatie van DM en kan aanleiding geven tot orale verschijnselen als gevoelloosheid, tintelingen en pijnsensaties = juist Acetylsalicylzuur wordt ter preventie gegeven bij de volgende aandoeningen: myocardinfact, CVA, epilepsie, en stabiele angina pectoris 2 Acetylsalicylzuur wordt ter preventie gegeven bij de volgende aandoeningen: myocardinfarct, TIA, CVA, stabiele angina pectoris = juist Het anti-epilepticum carbamazepine geeft inductie van leverenzymen. = juist Tot de middelen die bij migraine worden gebruikt behoren paracetamol, acetylsalicylzuur, en levodopa 2 Tot de middelen die bij migraine worden gebruikt behoren paracetamol, acetylsalicylzuur, en sumatriptan = juist Valproïnezuur (Depakine) is een anti-epilepticum = juist Als ik lokale anesthesie moet toepassen bij een patiënt met epilepsie kies ik Articaïne in een normale dosering en adrenaline in een normale dosering omdat er geen contra-indicaties zijn. = juist Als ik lokale anesthesie moet toepassen bij een patiënt met epilepsie kies ik Articaïne in een verlaagde dosering en adrenaline in een verlaagde dosering omdat er een contra-indicatie is voor zowel articaïne als adrenaline 2 Levodopa is een middel tegen de ziekte van Alzheimer. = onjuist Bij een CVA is de rechter pariëtale schors voor enige tijd verstoken geweest van bloed. Hierdoor heeft de patiënt sensorische stoornissen aan de linker lichaamshelft. = juist De meeste symptomen van epilepsie zijn te verklaren door zenuwen die geen actiepotentialen meer voortgeleiden. = onjuist Voordat de patiënt een gegeneraliseerde epileptische aanval kreeg begon zijn linkerhand sterk te schokken. Het focus van de ziekte ligt dan hoogstwaarschijnlijk in of vlakbij de frontale schors. = onjuist Een patiënt heeft 4 weken geleden een TIA gekregen. U wilt een element extraheren. U stelt de behandeling uit tot 3 maanden na het infarct. = juist Een patient met de ziekte van Parkinson zal heel waarschijnlijk klagen over gingivahyperplasie. = onjuist Een patient met de ziekte van Parkinson zal heel waarschijnlijk klagen over speekselvloed. = juist NSAID’s hebben een interactie met ace-remmers. Het farmacologische mechanisme berust op remming van de prostaglandinesynthese waardoor de doorbloeding van de nier verder wordt verminderd. = juist Bij de behandeling van reumatoïde arthritis is paracetamol een eerste keuze middel vanwege de beperkte gastrointestinale bijwerkingen. = onjuist Etanercept wordt onder andere gebruikt bij de behandeling van reumatoïde artritis en is een tnf-α-blokker welke subcutaan gegeven wordt. = juist Als ik een pijnstiller wil adviseren/voorschrijven bij een patiënt met reumatoïde arthritis adviseer ik/schrijf ik bij voorkeur een NSAID voor omdat dit goed werkt en ook voor zijn reuma helpt. = onjuist Als ik lokale anesthesie wil toepassen bij een patiënt met reuma geef ikalleen een lokaal anestheticum in een lagere dosering 2 Een patiënt heeft = juist 0 jaar geleden botkanker gehad en is destijds behandeld met intraveneus toegediende bisfosfonaten. Men heeft haar verteld dat ze dit moet melden aan de tandarts. Dat is nodig vanwege de kans op osteonecrose na ingrepen in het kaakbot. = juist Uw patiënt vertelt u dat hij de ziekte van Lyme heeft. Dat betekent dat hij is gebeten door een mug die besmet was met Lyme 2 Een patiënt heeft de ziekte Sarcoïdose. U zou als (orale) verschijnselen zou u kunnen aantreffen: xerostomie, opgezwollen halsklieren, ulceraties op de huig. = juist De ziekte van Bechterew kenmerkt zich door rugklachten met ochtendstijfheid en verbetering bij beweging = juist Het syndroom van Sjögren kenmerkt zich door toegenomen traan- en speekselproductie. = onjuist Een patient die hemodialyseert heeft een Arterioveneuze shunt. = juist Een patient die hemodialyseert heeft een Arterioveneuze shunt. = onjuist
Ingezonden op 22-05-2015 - 816x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!