Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Neue Kontakte Duitss
› 5 Woordenlijst 1, 2, 3 N-D (B)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Neue Kontakte Duitss
5 Woordenlijst 1, 2, 3 N-D (B)
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
de auto = der Wagen de (auto/fiets)band = der Reifen de arts = der Arzt/ die Ärztin ;der Arzt; die Ärztin de brief = der Brief de buitenlander = der Ausländer/ die Ausländerin;der Ausländer;die Ausländerin de cent = der Cent de computer = der Computer de euro = der Euro de liter = der Liter de motor = der Motor het ongeluk, ongeval = der Unfall het paspoort = der Reisepass; der Pass het adres = die Adresse de bank (geldinstituut) = die Bank de credit card = die Kreditkarte de e-mail = die E-Mail het e-maildres = die E-Mail-Adresse de hulp = die Hilfe de kaart, het kaartje= die Postkarte de kassa = die Kasse het kengetal = die Vorwahl de lucht = die Luft de politie = die Polizei de post = die Post de postzegel = die Briefmarke het telefoonnummer = die Telefonnummer de benzine = das Benzin de mobiele telfoon = das Handy de olie = das Öl de telefoon = das Telefon het hotel = das Hotel het internet = das Internet het pakket(je) = das Paket het probleem = das Problem het telefoonboek = das Telefonbuch het visum = das Visum het vuur = das Feuer het ziekenhuis = das Krankenhaus aanbellen = klingeln aankomen = ankommen branden = brennen duren = dauern gaan = gehen genoeg zijn = genügen geven = geben halen = holen helpen = helfen horen = hören informeren over = informieren über kiezen = wählen kosten = kosten krijgen = bekommen opbellen = anrufen parkeren = parken repareren = reparieren roepen = rufen spreken met = sprechen mit sturen = schicken telefoneren = telefonieren toestaan = erlauben verliezen = verlieren verstaan, begrijpen = verstehen vinden = finden vol tanken = voll tanken wisselen = wechseln zoeken = suchen bezet = besetzt daarginds= dort drüben de hele dag = den ganzen Tag erg = schlimm kapot = kaputt neem plaats = Setz dich neemt u plaats = Setzen Sie sich op, aan = an verleden week = letzte Woche volgend jaar = nächstes Jahr voorbij = vorbei zich scheren= sich rasieren zich wassen=sich washen zich herinneren=sich erinnern zich interesseren=sich interessieren zich verheugen=sich freuen elkaar ontmoeten=sich treffen
Ingezonden op 25-05-2015 - 664x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!