Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Histologie
› 1 21-30
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Histologie
1 21-30
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Bespreek rood beenmerg = actief merg. Dit is het beenmerg dat actief is tijdens de hemopoiese (bloedvorming). Het is de eerste beenmergsoort die ontstaat en is de enigste die aanwezig is bij zuigelingen. Gelegen in de mergholtes. Parenchym van rood beenmerg bevat stamcellen, rijpende bloedcellen en rijpe cellen in afwachting van vrijzetting. Bespreek geel beenmerg = Bevat grote hoeveelheden vet. Gaat geleidelijk de rode variant vervangen in de diafyse van lange pijpbeenderen en in bepaalde korte beenderen tijdens de groeifase. Als het hemopoiese proces gestimuleerd wordt kan geel beenmerg, rood beenmerg vormen. Wat is een plasmacel = een gedifferentieerd B-lymfocyt: een geactiveerde B-lymfocyt gaat transformeren naar een plasmablast en die zullen uitrijpen tot plasmacellen. Plasmacellen gaan in grote hoeveelheden immunoglobine vrijgeven waarmee de B-lymfocyt reageerde op het antigen. Maakt deel uit van de eerste verdedigingslinie. Ze komen voor in het bloed of bindweefsel waar ze werkzaam zijn. Hebben alle kenmerken van een segregerende cel, basofiel cytoplasma en een heterochromatische spaakvormige kern. Geeft een voorbeeld van meerlagig onverhoord plaveiselepitheel = De slokdarm, vagina, mond, cornea Wat is de definitie van een gepolariseerde cel = Deze cel heeft verschillende domeinen en is altijd op dezelfde manier georiënteerd. Nodig om hun functie te kunnen uitoefenen vb: epitheelcel. We kunnen 3 verschillende domeinen onderscheiden. Apicaal domein: aan kant lumen/ uitwisseling van water, elektrolieten en moleculen, moet direct mee kunnen interageren/ Vaak oppervlakte specialisaties die nodig zijn voor de functie van de cel in het orgaan (microvilli die oppervlakte 10-20 keer vergroten, stereocilia, cilia die slagbeweging maken, flagellen). Lateraal domein: onderling nauw verbonden door celjuncties, desmosomen. − Thv de desmosomen binden cel adhesie moln CAMs in de intercellulaire ruimte aan elkaar. − Thv het cytoplasma van naastliggende cellen zijn er hechtingsplaatsen die verbonden zijn met keratine filamenten. Basaal domein: gericht naar basale membraan/ Basale membraan wordt gevormd door zowel epitheel als bindweefsel cellen en vormt de grens met het onderliggend bindweefsel./ Vertoont een complexe gelaagdheid: lamina basalis die bestaat uit een lamina lucida en lamina densa./ En lamina reticularis. Onderling nog verbonden door bindweefselvezels (meestal collageen) voor extra versteviging./ Lamina basalis heeft een − Hechtende functie. − Regulerende ftie door mogelijke binding van groeifactoren Epitheelcellen hangen vast met hemidesmosomen aan de lamina basalis Lamina basalis wordt gevormd door de epitheelcellen. Lamina reticularis wordt gevormd door BW cellen. Lateraal en basaal domein hebben gelijkaardige functionele kenmerken en wordt ook wel het basolaterale domein genoemd. Leg microtubulair organisatie centrum uit = Een centriolenpaar in het midden van de centrosomen. En vanuit gedupliceerde centrosomen wordt de mitotische spoelfiguur gevormd. Tijdens de profase van de karyokinese (mitose van de M-fase). Wat is een ependymcel = Steuncellen voor het centraal zenuwstelsel. Vormen een endotheellaag rondom de canalis centralis in het ruggenmerg en de hersenholten. Het zijn cillindrische cellen met aan de apicale kant oppervlaktespecialisaties zoals microvilli of cilia. Bevorderen de circulatie van het cerebrospinaal vocht. Wat is Cdc 2 = Bij activatie van Cdc 2 proteïne-kinase gaat gewone celdeling starten. En gaat lamine fosforyleren, kernmembraan verdwijnt op het einde van de profase. En zorgt voor de activatie van condensine. − Dit is en eiwitcomplex dat DNA doet oprollen tot compacte structuur en condensatie van DNA tijdens de mitose. Bij inactivatie van Cdc2 gaat het kernmembraan terug verschijnen op het einde van de mitose. Wat is separase = Enzym dat start van de anafase induceert, gaat cohensine klieven zodat zusterchromatiden van elkaar loskomen en elk naar andere pool getrokken worden door verkorting van de microtubuli. Wat is de functie van de nucleolus = Diameter van 1-3 micrometer. Het is een rond gebied in de kern dat NIET omgeven wordt door een membraan. Hier worden de ribosomale subeenheden gevormd, rRNA wordt gevormd. Thv NOR = nucleaire organisator regio wordt het RNA geproduceert. De verdere verwerking en associatie gebeurt initieel ook hier en vervolgens op de fibrilaire regio en erna in de granulaire regio van de nucleolus. Het aantal en de vorm van de nucleoli is afhankelijk van het celtype, het organisme en de fysiologische activiteit van de cel. − Nucleolus is bij een inactieve cel nauwelijks te onderscheiden. − Nucleolus volgt tijdens de karyokinese de celdeling van de chromosomen en verdwijnt op einde van profase. − Aanhechtingsplaatsen blijven wel zichtbaar = nucleolaire zone. En satelliet is het terminale gedeelte van chromosoom waar op het einde van de mitose een nieuwe nucleolus wordt gevormd.
Ingezonden op 25-05-2015 - 1466x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!