Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Taaltraining Nederlands - Semester 2 - AP
› 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Taaltraining Nederlands - Semester 2 - AP
, deel 2
hoofdstuk 2
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
gepersifleerd = bepaalde aspecten van hun persoonlijkheid werden op grandioze wijze uitvergroot try-outs = voor ze met hun voorstellingen op tournee gingen, gaven de acteurs eerst een paar tr-outs om de reacties van het publiek te peilen. conferencier = Artiest, Beroep, ambt of functie, Cabaretier, Humorist, Inleider, Persoonsbenaming, Redenaar, Voordrachtskunstenaar No-theater = Choreografie = De volgorde en combinaties van passen waaruit een dans is opgebouwd. Reprise = hernieuwde opvoering van een theatervoorstelling Foyer = ruimte in bioscoop of schouwburg waar je iets kunt drinken matinee / engelenbak = middagvoorstelling overacting = Overdreven acteren. parterre = begane grond, benedenverdieping, gelijkvloers entr’acte = illusionisme = goochelkunst vaudeville = tooneelstuk met zang en samenspraak bühne = podium, toneel epiek = de verhalende literatuur lyriek = de poëzie dramatiek = het toneel (3 genres in de letterkunde) manuscripten = handgeschreven documenten colofon = naam van de lopiist of de verluchter acrostichon = in de middeleeuwen signeerde de auteurs hun werk soms door middel van een acrostichon/naamvers satire = spottende immitatie whodunit = een verhaal waarin een misdaad wordt opgelost 7. intrige = stiekem, gemeen plan 8. debuut = eerste keer dat iemand optreedt voor publiek 9. plagiaat = diefstal van tekst van iemand anders en die als eigen werk publiceren 10. copyright = auteursrecht 11. novelle = boek met een betrekkelijk kort, verzonnen verhaal over mensen 12. pulpliteratuur = 13. writer’s Block = 14. apologie = Mondelinge of schriftelijke verdediging van een persoon, zaak of leer, tegen onrechtvaardige aanvallen 15. flashback = onderdeel van een film of verhaal waarin aan iets uit het verleden teruggedacht wordt 16. polemieken = Agressieve, scherp geformuleerde twistgeschriften, waarin dikwijls een beleid of een mening wordt betwist 17. Cursiefjes = 18. gothic novel = Horrorachtige fictie die op de sensatielust van de lezer mikt 19. epitaaf = grafschrift, opschrift van kruis of grafsteen 20. pastiche = Bedrieglijke nabootsing 21. parodie = spottende nabootsing 22. sleutelroman = soort roman 23. necrologie = levensbeschrijving 23. trilogie = Een samenhangend drietal zelfstandige literaire werken 24. aforisme = korte en bondige uitspraak 25. protagonist = held of hoofdrolspeler antagonist = Tegenspeler van de hoofdpersoon (protagonist) in een literair werk 26. elegieën = 27. haiku = Japanse dichtvorm 28. adagium = spreuk, motto 29. pamflet = stuk papier waarop kort en duidelijk een standpunt staat 30. ghostwriter = Iemand die voor een ander teksten schrijft 10.8 1. loge = gedeelte van een schouwburg of stadion met enkele zitplaatsen 2. laureaten = 3. polyfonie = Meerstemmig muziekstuk 4. akoestiek = wijze van geluidsweerkaatsing 5. ouverture = meestal instrumentaal muziekstuk dat als opening fungeert van een opera of operette 6. oratorium = gebedsruimte 7. allegro = levendig, vlug 8. libretto’s = 9. partituur = boek waarin in notenschrift een muziekstuk staat 10. a capella = zonder instrumentale begeleiding 11. schlager = nummer uit de dans -en amusementssector met een goed in het oor liggende melodie. 12. didgeridoo = Blaasinstrument van de aboriginals 13. reggae = Jamaicaanse muzieksoort 14. aubade = ochtendhulde met muziek 15. folkmuziek (zonder liggend streepje als woord op zelfde lijn staat) = 16. dixieland(muziek) = jazzstijl 17. blues = langzaam, melancholiek lied of melodie in vierkwartsmaat 18. serenade = Muzikale hulde in de avonduren. 19. muzak = achtergrondmuziek behangselmuziek = 20. auditie = proefoptreden waarbij musici, dansers of acteurs laten zien wat ze kunnen 21. pizzicato’s = 22. cajun(muziek) = Amerikaanse folkloristische muziek 23. quatre-mains = muziekstuk voor vier handen gezet 24. nocturne = romantisch muziekstuk 25. adagio = Langzame, ondersteunde passen en bewegingen die vloeiend in elkaar overgaan. 26. backing = ondersteuning, ruggensteun 27. fanfare = muziekkorps met alleen koperen blaasinstrumenten en slagwerk harmonie = muziekgezelschap met houtblazers en koperblazers 28. benefiet = voorstelling ten bate van een goed doel (persoon of zaak) 29. karaoke = het meezingen van de tekst van een populair liedje vanaf een monitor met de muziek ervan 30. bootleg = illegale kopie van muziek of film, welke meestal beschikbaar is, zelfs voordat het originele product op de markt is
Ingezonden op 25-05-2015 - 331x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!