Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
psychologie begrippen deel 1
› 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
psychologie begrippen deel 1
hoofdstuk 1
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Psychologie = Studie van de geest/wetenschap van gedrag en mentale processen Psychiatrie = Medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandeling van mentale stoornissen Pseudopsychologie = Niet onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke waarheden worden gepresenteerd Biologisch perspectief = Gedrag wordt verklaard door functioneren van geen, hersenen etc. Cognitieve perspectief = Gedrag wordt bepaald door interpretatie of gedachten over onze omgeving Behavioristische perspectief = Gedrag ontstaat als reactie op omgeving, aangeleerd door negatieve ervaring Perspectief vanuit gehele persoon = Freud, Maslow perspectief Ontwikkelingsperspectief = Gedrag wordt bepaald door interactie tussen erfelijke eigenschappen en onze omgeving Socioculturele perspectief = Gedrag wordt bepaald door de sociale situatie en/of cultuur waarin je je bevindt Persoonlijkheid = Psychologische kenmerken die een zekere continuïteit verlenen aan het gedrag van Big Five = Persoonlijkheidskenmerken bepalen het gedrag en de manier van reageren Open = gesloten, nieuwsgierig, leergierig Betrouwbaar = onbetrouwbaar, zorgvuldig Extravert = introvert, sociaal dominant Warm = koel, vertrouwen Gelijkmatig = nerveus, emotionele stabiliteit gesloten = Open, nieuwsgierig, leergierig onbetrouwbaar = Betrouwbaar, zorgvuldig introvert = Extravert, sociaal dominant koel = Warm, vertrouwen nerveus = Gelijkmatig, emotionele stabiliteit Psycho-analyse van Freud = Het onbewuste speelt een grote rol. Onbewuste verlangens, impulsen, ervaringen uit het verleden en conflicten bepalen de persoonlijkheid Bewuste = conscious Onbewuste = Het deel van de geest waarvan een individu zich niet bewust is, maar waar zich onderdrukte impulsen, drijfveren en conflicten bevinden die geen toegang hebben tot het bewuste ID, unconscious = Primitief, onbewust (duiveltje) Ego, preconscious = Rationeel bewust, sluit compromissen Superego, unconscious = Normen en waarden, morele attitude, ons geweten (engeltje) Verdringing = Verbanning van onacceptabele gedachten en gevoelens uit het bewustzijn (kind is boos op papa, laat niet zien anders krijgt ze straf) Ontkenning = Lastige situaties vermijden door te ontkennen dat deze bestaat (ik heb geen probleem) Rationalisatie = Acceptabele redenen geven voor gedrag wat sociaal onacceptabel is (iedereen doet het) Reactieformatie = Zich precies tegengesteld gedragen aan hun onbewuste verlangens (actievoeren seksboekjes) Verschuiving = Je woede afreageren op een veiliger persoon of object Regressie = Terugkeren naar eerdere ontwikkelingsfase (huilen, gooien, broekplassen) Sublimatie = Opgekropte seksuele energie en een uitlaatklep zoeken in vorm van hobby of werk Projectie = Aangetrokken voelen tot iemand anders en partner beschuldigen van vreemdgaan De humanistische stroming van Maslow = Persoonlijkheidstheorie bepaald door de behoefte om te groeien, uit te blinken, door het menselijke potentieel in plaats van de invloeden uit het verleden Volledig functionerend persoon = Carl rogers term voor een zelfbeeld wat zowel postief is als in overeenstemming met realiteit Onvoorwaardelijke positieve waardering = Ouderlijke liefde NIET afhankelijk van gedrag Persoonlijkheidsstoornis: A Zonderling = Schizotypisch, Schizoïde, Paranoïde Persoonlijkheidsstoornis: B Dramatisch = Theatraal, Antisociaal, Borderline, Narcistisch Persoonlijkheidsstoornis: C Angstig = Obsessief-compulsief, Afhankelijk, Vermijdende Locus of control = Heft in handen nemen of aan lot overlaten Optimisme = Een houding waarbij stressoren over het algemeen worden geïnterpreteerd als specifiek, situationeel en tijdelijk Sensatie = Wereld-›stimulus-›zintuig-›receptor (transductie)-›neutrale impuls-›naar hersenen Sensatie/perceptie-pijn = Stimulus-›pijnreceptor-›ruggenmerg-›hersenen Perceptie = Neutrale impuls-›hersenen-›persoonlijke betekenis Transductie = Omzetten stimulusinformatie naar zenuwimpuls Receptoren = Zetten informatie van een stimulus om in elektrochemische signalen Absolute drempel = Hoeveel stimulatie heb je nodig om iets waar te nemen Verschildrempel = Kleinst waarneembare verschil wat je meet Wet van weber = De verschildrempel is groot als de intensiteit van de stimulus groot is. Sensorische adaptie = Receptorcellen worden minder gevoelig voor de stimulus ls deze een bepaalde tijd op hetzelfde niveau blijft Impliciete pijn theorie = Pijn beïnvloed door situatie, verwachtingen, gedachten, herinneringen, emoties, gedrag Pijntolerantie = Hoeveel pijn kun je aan tot de pijn ondraaglijk wordt Pijndrempel = Hoeveel van een stimulus/hoe sterk moet een stimulus zijn voordat het pijn is Placebo = Neppe medicijnen, bevatten alleen suiker Stress = Lichamelijke en psychische respons op een uitdaging of een bedreigende situatie Stressor = Stressvolle stimulus of situatie, situatie waarin die iemands geestelijke of lichamelijke veiligheid bedreigd en daardoor gevoelens van angst, afschuw of hulpeloosheid oproept Traumatische stressor = Een situatie die iemands geestelijke of lichamelijke veiligheid bedreigt en daardoor gevoelens van angst, afschuw of hulpeloosheid oproept Chronische stressor = Toestand van stressvolle arousal die langere tijd aanhoudt Chronische stressor voorbeeld = rouw, miskende rouw. Maatschappelijke stressor, burnout, Maatschappelijke stressor = werk, studie, moeite met baan compassion fatigue, compassion satisfaction Compassion fatigue = gevoelloos tegenover degene in nood Compassion satisfaction = voelt je niet gewaardeerd/betrokken in team Burnout = uitgeblust op bank Social readjustment rating scale = Relatie tussen een levensverandering en de hoeveelheid stress die daarbij hoort en hoeveel kans je maakt op een stress gerelateerde ziekte Fight and flight = Vechten/vluchten voor bedreiging Algemeen aanpassingssyndroom (GAS) = algemeen patroon van lichamelijke responsen waardoor het lichaam in essentie op elke ernstige stressor op dezelfde manier reageert Alarmfase = Het eerste stadium van het aanpassingssyndroom, waarin het lichaam zijn hulpbronnen mobiliseert om de stressor het hoofd te bieden. Weerstandsfase = Het tweede stadium van het aanpassingssyndroom, waarin het lichaam zich lijkt aan te passen aan de aanwezigheid van de stressor. Uitputtingsfase = Het derde stadium van het aanpassingssyndroom, waarin het lichaam zijn hulpbronnen volkomen uitput. Tend-and-befriend = Nakomelingen beschermen en sociale ondersteuning zoeken Moderatoren = Interventies die stress voorkomen Moderatoren voorbeelden = persoonlijkheid, locus of control, optimisme, weerbaarheid, veerkracht Weerbaarheid = Uitdaging, ervoor gaan Veerkracht = Toch door blijven gaan Copingsstrategieën = Strategieën die stress verminderen Copingsstrategieën voorbeelden = probleemgericht, emotiegericht, cognitieve herstructurering, sociale vergelijking, positieve emoties, betekenis vinden Probleemgericht coping = probleem stress oplossen Emotiegericht coping = verwerken, potje huilen Cognitieve herstructurering coping = gedachtegang aanpassen Sociale vergelijking = het kan veel erger Betekenis vinden = wat ervaar ik? Wat kan ik ervan leren? Positieve keuzen t.a.v. levenswijze = sociale ondersteuning, lichaamsbeweging, voeding en dieet, slaap en meditatie Aangeleerde hulpeloosheid = Na herhaaldelijk falen geen pogingen meer ondernemen Vermijdende copingsstrategieën/afweer = Inspanningen verrichten om de symptomen van stress of het bewustzijn van stress te verminderen.
Ingezonden op 28-05-2015 - 2603x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!