Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
onderbouw Van alles en nog meer Grieks & Latijn
› 29 Latijn Woordjes 29 + 30
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
onderbouw Van alles en nog meer Grieks & Latijn
29 Latijn Woordjes 29 + 30
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ancilla = slavin rettuli = referre {pf van...?} referre = terugbrengen; terugdragen; berichten; melden vetui = vetare {pf van ...?} occidere = doden mori = sterven {deponens} sin = maar als; als echter salvus = behouden; ongedeerd relictus = relinquere {ppp van ...?} mortuus sum = mori {pf van ...?} multo post = veel later rectus = juist merito = met recht; terecht commisi = committere {pf van ...?} epistula = brief sermo = gesprek sermo = sermones m {mv? geslacht?} virtus = moed; dapperheid; voortreffelijkheid virtus = virtutes v {mv? geslacht} corona = kroon; krans offerre = aanbieden valere = waard zijn; sterk zijn; gezond zijn; sterk/gezond zijn ornamentum = sieraad pretiosus = kostbaar dum + coni = totdat mirari = zich verwonderen; zich verbazen {deponens} mirari + acc = bewonderen familiaris = vertrouwd; bevriend uti = gebruiken; benutten; omgaan met {deponens} arcessivi = arcessere {pf van ...?} arcessere = ontbieden; laten komen; oproepen praeclarus = beroemd; zeer mooi visus = videre {ppp van ...?} quare = waarom servitus = slavernij servitus = servitutes v {mv? geslacht?} pavor = angst pavor = pavores m {mv? geslacht?} affectus = afficere {ppp van ...?} afficere = vervullen; aandoen temere = zomaar; onbezonnen audere = durven; wagen {semi-deponens} circa = om ... heen; rondom; omstreeks capere = innemen; nemen; grijpen; gevangennemen; (in)nemen pecunia = geld affere = aandragen; brengen; halen dimissus = dimittere {ppp van ...?} quadraginta = veertig mansi = manere {pf van ...?} manere = wachten; te wachten staan; blijven ultus sum = ulcisci {pf dep ... van?} ulcisci = zich wreken; zich wreken op; zich wreken (op); wreken; straffen {deponens} allatus = afferre {ppp van ...?} exposui = exponere {pf van ...?} exponere = buitenzetten; aan land zetten distuli = differre {pf van ...?} abiens, abeuntes = abire {ppp van ...?} persectuus sum = persequi {pf dep van ...?} persequi = achtervolgen; inhalen natura = natuur; aard; wezen lenis = zacht; kalm; mild praebere se = zich gedragen crux = kruis crux = cruces v {mv? geslacht?}
Ingezonden op 31-05-2015 - 1019x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!