Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Basiskennis Biologie
› 7 Stofeigenschappen en dichtheid
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Basiskennis Biologie
7 Stofeigenschappen en dichtheid
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Er zijn 2 soorten stoffen, welke 2? = zuivere stoffen en mengsels Kenmerken: kleur, geur, kook-/smeltpunt, dichtheid, smaak, geleidingsvermogen. Dit zijn ... = eigenschappen Kleinste deeltje van een stof noem je = molecuul Kleinste deeltje van een element noem je = atoom Moleculen zijn opgebouwd uit = atomen Welke 3 toestanden van fasen zijn er? = vast, vloeibaar en gas Wat gebeurd er bij de fasetoestand : vast?= trillen moleculen op hun plaats, ze zitten vast in een bepaald patroon Wat gebeurd er bij de fasetoestand : vloeibaar?= bewegen de moleculen langs elkaar, er is nauwelijks ruimte tussen de deeltjes, er is geen vast patroon Wat gebeurd er bij de fasetoestand : gas?= bewegen de deeltjes snel door de ruimte, er is veel ruimte tussen de deeltjes De fasetoestand bij vast kun je (vastpakken, zien, ruiken) = vastpakken en zien De fasetoestand bij vloeibaar kun je (vastpakken, zien, ruiken) = zien De fasetoestand bij gas kun je (vastpakken, zien, ruiken) = ruiken Van vast naar gas noem je = sublimeren Van gas naar vast noem je = rijpen Van vast naar vloeibaar noem je = smelten Van vloeibaar naar vast noem je = stollen Van gas naar vloeibaar noem je = verdampen Van vloeibaar naar gas noem je = condenseren Er zijn 5 soorten mengels, welke? = oplossing, suspensie, emulsie, schuim en legering Oplossing = mengsel van vaste stof en vloeistof, vloeistof heet oplosmiddel (helder) Suspensie = mengsel van vaste stof en vloeistof, waarbij vaste stof niet oplost (troebel) Emulsie = mengsel van 2 vloeistoffen, die niet echt goed mengen (troebel) Schuim = mengsel van vloeistof en gas Legering = mengsel van metalen Zweven= levilatie, verheffing/laten zweven van een object Zinken = dalen van een voorwerp in vloeistof/gas Drijven = deel onder het niveau van het oppervlak
Ingezonden op 06-06-2015 - 1550x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!