Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Basiskennis Biologie
› 8 Energie en elektriciteit
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Basiskennis Biologie
8 Energie en elektriciteit
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat is energie? = het vermogen om arbeid te verrichten. Wanneer er arbeid verricht wordt er energie van de ene vorm in de andere omgezet Noem 5 vormen van energie = warmte-energie, geluidsenergie, chemische energie, elektrische/bewegingsenergie en lichtenenergie Wat houdt de Wet van behoud van energie in? = energie gaat nooit verloren maar wordt omgezet in een andere vorm van energie Elk apparaat heeft een ... nodig om te werken. Wat heeft het nodig? = energiebron Hoe zijn atomen geladen? = positief geladen kern en daarom heen negatief geladen elektronen Kenmerken : lading zit min of meer vast, ontstaat door wrijving. Wat voor elektriciteit is dit? = statische elektriciteit Kenmerken : lading is in beweging (stroomt), afspraak van stroomrichting is van + naar - maar in werkelijkheid is dit andersom. Wat voor elektriciteit is dit? = Dynamische elektriciteit Stroomsterkte = geeft aan hoe sterk de stroom is oftewel hoeveel lading elektronen er per seconde doorheen loopt Stroomsterkte meet je in ... (A) = ampère Spanning = geeft aan hoeveel energie het voor de elektronen kost om van een bepaald punt in de stroomkring naar een ander bepaald punt te bewegen Spanning meet je in ... (V) = volt Weerstand = om elk materiaal kost het voor elektronen een bepaalde hoeveelheid energie om er doorheen te bewegen Weerstand meet je in ... (-O-) = Ohm Geleiders = metalen, elektronen kunnen hier doorheen Isolatoren = glas/porselein/hout, hier komen bijna geen elektronen doorheen Serieschakeling = 2 lampjes in één stroomkring Parallelschakeling = 2 lampjes in 2 stroomkringen Vermogen = geeft aan hoe sterk een apparaat is. Hoe groter het vermogen, hoe sterker het apparaat is en hoe meer energie het kost om het apparaat te laten werken
Ingezonden op 06-06-2015 - 997x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!