Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Grieks Homerus
› 2 Homerus 578-629
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Grieks Homerus
2 Homerus 578-629
Jaar 5 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ὠφελέω + acc =helpen, een dienst bewijzen ὠφέλιμος (2 uitg.) = nuttig ἀφλαός = schitterend ἄγχι =nabij, dichterbij ἄγω = leiden, brengen ἄξετε (imp. Mv. Aor. Akt.) = jullie moeten brengen ἀεικής, ἀεικέοσ = onbetamelijk, smadelijk ἀείρω = optillen, opheffen αἰ -› εἰ =1. indien, als (conditioneel) 2. of (in afh. Vraag) αἰεί = altijd, steeds αἰέν = altijd, steeds αἰνός = vreselijk, verschrikkelijk ὁ/ἡ αἴξ, αἰγός= bok, geit αἰυίοχος = de aegis dragend αἰπύς, αἰπέος= steil, moeilijk ἀίσσω =opspringen, snellen aor. ἤϊξα =ik vloog αἶψα = snel, plotseling τὸ ἄλγος, ἄλγεοσ = 1. beproeving 2. pijn, verdriet ἀργαλέος = pijnlijk, smartelijk ἡ ἀλκή = (afweer)kracht ἅλλομαι = springen ἡ ἄλοχος = echtgenote ὁ ἅλς, ἁλός = zout ἡ ἅλς, ἁλός = zee ἀμείβω = wisselen, ruilen ἀπαμείβομαι = antwoorden ἀμύμων, ἁμύμονος = smetteloos, onberispelijk, prachtig ἡ ἀμφίπολος = dienares ἀνάσσω (+gen of dat) = (als koning) heersen over ὁ ἄναξ, ἄνακτος = koning ἄντα = ertegenover ἀντίον = tegenovergesteld, daartegenover ἀντίθεος = tegen de goden opwegend, godgelijk ἀνώγα (perf.) = aansporen ἀνώγω = aansporen ἀραρίσκω = 1. in elkaar passen, samenvoegen 2. voorzien van, gereedmaken ἀτάρ = maar αὐτάρ = maar, toch αὐδάω = spreken αὖθι / αὐτόθι = op de plaats zelf, ter plaatse αὖ/αὖτε/αὖτις = 1. wederom, opnieuw 2. aan de andere kant 3. op mijn beurt, daarentegen αὔτως = zo maar ἄχνυμαι = bedroefd zijn τὸ ἄχος, ἂχεος = smart, verdriet ἄψ = terug βαίνω = stappen, gaan ἐβήσετο (3e p. ev. Aor. Med.) = hij ging (ebh) βεβάμεν (inf. Perf. Act.) = gegaan te zijn βεβάασι(ν) (3e p. mv. perf. Act.) = zij zijn gegaan βεβαώς (ptc. Perf. Act) = gegaan zijnde βῆ δ΄ ἴμεν(αι) = hij ging op weg βάλλω = 1. werpen 2. (aor.) treffen) aor. Med. (pass. Betekenis) ἐβλήμην = aor med ballw perf. Pass. βέβλημαι = perf pass ballw τὸ βέλος, βέλεος = werptuig, pijl ὁ βιός = boog βροτός = sterfelijk ἄμβροτος = onsterfelijk, goddelijk ἄμβρόσιος = onsterfelijk, goddelijk γίγωομαι = geboren worden ἐγεινάμην (aor. Med.) = ik bracht voort γεγάασι(ν) (3e p. mv. perf. Act.) = zij zijn geboren, zij leven γεγαώς (ptc. Perf. Act.) = geboren zijnde, levend γλαυκῶπις = uilogig, met glanzende ogen γλαφυρός = hol, gewelfd ὁ γόος = weeklacht, jammerklacht τὰ γυῖα = ledematen, armen en benen δαίνυμι = onthalen, een maaltijd geven ἡ δαίς, δαιτός = portie, maaltijd δάμνημι = temmen, bedwingen, doden, overweldigen aor. Pass. ἐδμήθην/ἐδάμην = aor pass damnhmi perf. Pass. Δέδμημαι = perf pass damnhmi δείδια (perf.) = bang zijn, vrezen ἔδεισα (aor.) = ik werd bang τὸ δέπας = beker δέχομαι = aannemen, ontvangen aor. ἐδέγμην = aor dexomai δῖος = edelgeboren διoτρεφής, διοτρεφέος = onder de bescherming van Zeus opgevoed/opgegroeid ὁ δίφρος = wagen(bak), stoel ἡ δμῳή = slavin ὁ δμώς, δμωός = slaaf τὸ δόρυ, δουρός/δόρατος = balk, speer βίος = leven
Ingezonden op 26-08-2015 - 726x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
27-08-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!