Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

CHG Grieks 230 lijst

1 1e honderd

Jaar 4 (Gymnasium)

ὁ, ἡ, τό = de; het
ὅδε, ἥδε, τόδε = deze; dit ; hij; zij; het
ὧδε = zo; op deze manier
ὅς, ἥ, ὅ = die; dat; wie; wat
ὦ = voor een vocativus; niet vertalen
ἤ = of ; dan
οὗτος, αὕτη, τοῦτο = die; dat; deze; dit ; hij; zij; het
οὕτω(ς) = zo; op die manier
ἐκεῖνος, -η, -ο = die; dat ; hij; zij; het
ἐκεῖ = daar
ἐγώ, ἐμοῦ, ἐμοί, ἐμέ = ik; mij
ἐμός, ἐμή, ἐμόν = mijn
σύ, σοῦ, σοί, σέ = jij; jou
σός, σή, σόν = jouw
ἡμεῖς, ἡμῶν, ἡμῖν, ἡμᾶς = wij; ons
ἡμέτερος = ons; van ons
ὑμεῖς, ὑμῶν, ὑμῖν, ὑμᾶς = jullie
εἰμί = zijn
εἶμι = gaan
ἔρχομαι = gaan; komen
ἤλθον = gaan; komen
ἔξεστι(ν) + dat. = het is mogelijk (voor)
οἷος τε εἰμί = in staat zijn; kunnen
πάρειμι = aanwezig zijn
ἔχω = hebben; houden
εἶχο(ν) = impf. van ἐχω; hebben; houden
παρέχω = verschaffen; geven
δίδωμι = geven
ἔδωκα = geven
δεῖ + aci/inf = het is nodig
δέω = vastbinden
δέομαι + gen. = missen; nodig hebben ; verzoeken; verlangen
ἄγω = brengen; leiden
ἤγαγον = brengen; leiden
αἰσθάνομαι = opmerken; waarnemen
ᾐσθόμην = opmerken; waarnemen
ἀκούω (soms + gen.) = horen; luisteren naar
ἀποθνῄσκω = sterven
ἀπέθανον = sterven
ὁ θάνατος = dood
ἀφικνέομαι = aankomen; bereiken
ἀφικόμην = aankomen; bereiken
βαίνω = gaan
ἥκω = komen; gekomen zijn
βούλομαι = willen
ἐθέλω = willen
μέλλω = op het punt staan ; zullen; van plan zijn
γιγνώσκω = inzien; leren kennen; weten
γίγνομαι = worden ; geboren worden; ontstaan ; gebeuren ; zijn (aor.)
ἐγενόμην = worden ; geboren worden; ontstaan ; gebeuren ; zijn (aor.)
δοκέω = menen
δοκεῖ μοι + aci/inf = het schijnt mij (goed)
φαίνομαι = zich tonen; verschijnen ; schijnen te (+ inf.)
δύναμαι = kunnen; in staat zijn
ἐρωτάω = vragen
ἠρόμην = vragen
εὑρίσκω = vinden
ηὗρον = vinden
ζητέω = zoeken
λαμβάνω = pakken; nemen ; krijgen
ἔλαβον = pakken; nemen ; krijgen
λέγω = zeggen; spreken
εἶπον = zeggen; spreken
λείπω = verlaten; achterlaten
ἔλιπον = verlaten; achterlaten
μανθάνω = leren; begrijpen; vernemen
ἔμαθον = leren; begrijpen; vernemen
μένω = blijven; wachten
οἶδα = weten (perfectum 1e ev. actief)
οἴομαι = denken; menen
ὀνομάζω = noemen
νομίζω = menen; denken ; beschouwen als
ὁράω = zien
εἶδον = zien
ἔνδον = binnen
πάσχω = lijden; doorstaan
ἔπαθον = lijden; doorstaan
πείθω = overtuigen
πείθομαι = gehoorzamen
ἐπιθόμην = gehoorzamen
ἐπιθυμέω + gen. = verlangen naar
πυνθάνομαι = navragen; informeren ; vernemen (aor.)
ἐπυθόμην = navragen; informeren ; vernemen (aor.)
ποιέω = doen; maken
τυγχάνω + gen. = krijgen
τυγχάνω + ptc. = toevallig; nu eenmaal
ἔτυχον = krijgen ; toevallig; nu eenmaal
ἡ τύχη = lot
φέρω = brengen; dragen
ἤνεγκον = brengen; dragen
φημί = zeggen
ἡ πόλις, -εως = stad
πολύς, πολλή, πολύ = veel
πολλάκις = vaak
ἡ οἰκία = huis; familie
ὁ θεός = god

Ingezonden op 30-08-2015 - 479x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 01-02-2016.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

CHG Grieks 230 lijst

1 1e honderd