Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
follow up 4. 5. 6.
› 4 4, 5, 6
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
follow up 4. 5. 6.
4 4, 5, 6
Jaar 4 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
relationship = relatie engaged = verloofd engagement = verloving to celebrate = vieren to divorce = scheiden divorce = scheiding because of; on account of = vanwege to live together; to cohabit = samenwonen to separate = uit elkaar gaan single = alleenstaand to desert; to abandon = in de steek laten to bring up; to raise = grootbrengen foster parents = pleegouders stepfather = stiefvader relative = familielid orphan = wees ancestor = voorouder to descend (from) = afstammen (van) descendant = afstammeling bachelor = vrijgezel parental = ouderlijk adult = volwassene grown-up = volwassen to regard; to consider = beschouwen acquaintance = kennis striking = opvallend in common = gemeen; gemeenschappelijk among = onder to owe (to) = te danken hebben (aan) human = menselijk appearance = uiterlijk scar = litteken familiar = bekend; vertrouwd tan = bruine kleur sensitive = gevoelig to expose (to) = blootstellen (aan) exposure =blootstelling sight = gezichtsvermogen perspiration = transpiratie bald = kaal to dye = verven {haar/kleding} muscle = spier plastic surgery = plastische chirurgie to remove =verwijderen obese = zwaarlijvig obesity = zwaarlijvigheid slim = slank to slim = afslanken; afvallen features = gelaatstrekken wrinkle = rimpel to resemble = lijken op resemblance =gelijkenis remarkable = opmerkelijk graceful = gracieus; sierlijk skull = schedel sense = zintuig naked; nude = naakt health = gezondheid healthy = gezond disease = ziekte to cause = veroorzaken cause = oorzaak malignant = kwaadaardig germ = bacterie risk = risico ordinary = gewoon pneumonia = longontsteking to consult = raadplegen to examine = onderzoeken tranquilliser = kalmeringsmiddel label = etiket habit = gewoonte disabled = invalide disability = handicap to relieve = verlichten/verzachten relieved = opgelucht relief = opluchting defective = gebrekkig asset = waardevol bezit frail = zwak to regain = terugkrijgen to monitor = controleren to ensure = ervoor zorgen relief = hulp tranquil = rustig; kalm
Ingezonden op 01-09-2015 - 321x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!