Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

neeeueee kontakte

1 Bestuursrecht Week 1

Jaar 2 (universiteit)

Bestuursrecht = instrumenten normen en mogelijkheden tegen het overheidsbestuur. Overheid noodzakelijk, vaak bij tegengestelde belangen.
Verticaal overheidsbestuur = overheid stelt eenzijdig vast wat recht is.
Functie overheid = ordenend, presterend, sturend, arbitrerend (grenzen stellen aan gebruik grondstoffen energie en ruimte).
Bestuursrecht doet aan legaliteitsbeginsel = rechtszekerheid en primaat van de wetgever is belangrijk.
Bij beleidsvrijheid en beoordelingsvrijheid toetst de rechter = marginaal. Er is echter nooit sprake van een rechtsvrije ruimte.
Repressief toezicht is = later iets vernietigen vanwege strijd met algemeen belang of recht en preventief toezicht is een bepaalde goedkeuring die je moet krijgen.
NL is een democratische rechtsstaat = overheidsmacht ligt bij burgers, legaliteitsbeginsel, machtenscheiding, verantwoording afleggen (gedeputeerde staten aan provinciale staten), openbaarheid van bestuur.
Specialiteitsbeginsel = doelgebonden bevoegdheden die bij wettelijk voorschrift zijn toegekend.
Formeel rechtzekerheids = alles moet duidelijk geformuleerd zijn (lex certa beginsel)
Materieel rechtzekerheids = toepassing van het geldende recht en in beginsel een verbod op terugwerkende kracht. Hangst samen met vertrouwensbeginsel.
Soms contra legem werking = wet moet wijken voor het beginsel
Gelijkheidsbeginsel uitgangspunten = niet gecodificeerd) gelijke behandeling betekent dat een persoon of groep alleen op nadeligere wijze mag worden behandeld dn een andere persoon of groep, als daarvoor een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat.
Publiekrechtelijk = exclusieve bevoegdheden die voor iedereen gelden.
Doelstellingen AWB = bevorderen eenheid, systematiseren en vereenvoudigen bestuursrechtelijke wetgeving, codificeren van ontwikkelingen, treffen van algemene voorzieningen die zich niet voor regeling in een bijzondere wet lenen.
Dwingend recht = regel die voor het hele bestuursrecht geldt, je wijkt er niet vanaf. 3 2 AWB
Regelend recht = tenzij bij wettelijk voorschift anders is bepaald” hoofdregel staat in Awb maar afwijking is mogelijk.
Aanvullend recht = restbepaling, je kijkt eerst in bijzondere wet en als daar niks staat gebruik je de hoofdregel. 4 13 Awb
Facultatief recht = regel is alleen van toepassing als daartoe uitdrukkelijk wordt besloten. Afdeling 3.4 Awb
Beginsel van procedurele autonomie = Unierecht bemoeit zich in beginsel niet met de wijze waarop het in de Nederlandse rechtsorde wordt toegepast.
Europeanisering bestuursrecht = harmonisatie door de Europese wetgever, gelijkwardigheidsbeginsel en effectiviteits en doeltrefendheidsbeginsel.
Gelijkwaardigheidsbeginsel = nationale bestuursrecht mag niet ongunstiger zijn dan internationale bestuursrecht.
Effectiviteits- doeltreffendheidsbeginsel = nationale regels mogen niet gemeenschapsrecht uitoefening onmogelijk maken.
2 doorwerkingsinstrumenten = rechtstreekse werking, conformer ip
Rechtstreekse werking = inroepbaarheid Europeesrechtelijke normen. Mensen kunnen bij nationale rechter bepalingen inroepen wanneer deze onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig zijn. Hierdoor moeten bestuursorganen dit rechtstreeks werkend gemeenschapsrecht toepassen.
Conforme interpretatie = nationale recht interpreteren overeenkomstig het Europees recht. Uitbreiding van rechtsbeschermingsmogelijkheden.
Maar 1 soort rechtspersoonlijkheid = privaatrechtelijke.
Bestuursorgaan als persoon = bestuursorgaan oefent bevoegdheid uit op eigen naam en verantwoordelijkheid, treedt op in beroep als de verwerende partij, en in voorziening als eisende partij, bestuursorganen bezitten over het algemeen geen EV.
A orgaan = iemand die altijd bestuursorgaan is, ook bij privaatrechtelijk handelen -› bestuur als organisatie.
Orgaan = burgmeester, college B&W, gedeputeerde state, commissaris, belastinginspecteur.
Rechtspersoon = gemeente, provincie, staat
Krachtens publiekrecht ingesteld = ontleent zijn bestaan aan de wet. Bijv. burgemeester kan je vinden in de Gemeentewet. Zelfstandige positie in de wet.
B orgaan = alleen bestuursorgaan voor zover het de Awb in acht neemt -› bestuur als activiteit.
Openbaar gezag = taak en bevoegdheid: het kunnen verrichten van publiekrechtelijke rechtshandelingen ofwel het nemen van besluiten in de zin van 1:3 Awb.
Eisen belanghebbende = vindt men van het besluit een feitelijk effect,Belang moet aan iemand toekomen. Belang moet rechtstreeks betrokken zijn bij een besluit
Een persoon die geen normadressaat is heeft slechts een rechtstreekt bij het besluit betrokken belang als voldaan is aan alle volgende criteria = opera
Eigen belang = niet een anders belang, tenzij je gemachtigd bent.
Persoonlijk belang = onderscheiden van de rest. (dus geen algemeen belang)
Concurrentiebelang = hetzelfde marktsegment en in dezelfde buurt
Actueel belang = een onzeker in de toekomst gelegen belang is onvoldoende. Op moment besluit moet je al een daadwerkelijk belang hebben. Je moet een begin van uitvoering hebben.
Rechtstreeks belang = causaal verband tussen besluit en iemands belang. Direct geraakt worden. Dus afgeleid belang telt niet: als iemands belang via het belang van een ander bij het besluit is betrokken.
Rechtstreeks, Hier zijn wel 2 uitzonderingen op = belang is niet afgeleid als het tegengesteld is aan het belang van een ander: huurder/verhuurder, werknemer/werkgever. als iemand wordt beperkt in het gebruik van zijn eigendomsrecht of in een fundamenteel verdragsrecht
Rechtspersoon als belanghebbende = 1:2 lid 3 + Rechtstreeks en Actueel belang.
Blijkens doelstelling en feitelijke werkzaamheden behartigen = doelstelling voldoende specifiek omschreven zijn. Bundeling van individuele belangen ook toegelaten.
Rechtspersoonlijkheid = Voldoende ledensubstraat hebben,Voldoende organisatiestructuur en gericht zijn op een bepaald doel,Groep als eenheid deelnemer aan het rechtsverkeer.
Bestuursorgaan belanghebbende = toevertrouwde belangen (in de wet kijken) + Rechtstreeks en actueel belang.
Relativiteitsleer = het belang waarin de belanghebbende beschermd wilde worden hoefde door de geschonden rechtsnorm te worden beschermd. Je kan dus niet tegen alles in bezwaar komen. In bezwaar geldt het relativiteitsvereiste niet.
Attributie = scheppen van een nieuwe bevoegdheid. Staat i.t.t. delegatie en mandaat niet in de Awb. Attributie is een daad van wetgeving. Soms attributie aan zelfstandige bestuursorganen, niet hierarchisch ondergeschikt en zijn geen verantwoording verschuldigd, wat weer slecht is voor de parlementaire controle.
Soms attributie aan ambtenaren = teveel besluiten, men heeft vaktechnische deskundigheid nodig, de praktische noodzaak om terstond op te kunnen treden.
Als je attributie krijgt ben je dus een bestuursorgaan maar = je blijft ondergeschikt.
Delegatie = overdragen door bestuursorgaan van een al bestaande bevoegdheid. Nu moet de gedelegeerde de bevoegdheid onder eigen verantwoording uitoefenen dus moet ook zelf bij beroep aanwezig zijn. Delegatie kan altijd door het hogere bestuursorgaan ongedaan gemaakt worden. Je kan nooit delegeren aan ondergeschikten!!’
Geclausuleerd delegatiebesluit = bestuursorgaan maakt voorbehouden en delegeert dus niet.
Mandaat = machtigen va neen ander om een al bestaande bevoegdheid onder de naam van het bestuursorgaan die deze bevoegdheid heeft gegeven uit te oefenen. Er is geen wettelijke grondslag vereist.
Actieve openbaarheid = het uit eigen beweging verstrekken van informatie door een bestuursorgaan.zoals een AVV
Passieve openbaarheid = verstrekken van informatie na een verzoek van een burger
Een beslissing inzake een verzoek om informatie is = een besluit.
Motie voortman = goede en snelle toegang tot overheidsinformatie. Wob verplicht de overheid niet om informatie te geven ove de totstandkoming van beslissingen.
Knelpunten Wob = te weinig rekening met individuele gevallen, privacy lastig, overheden uitgesloten, verzoeker weet niet welke documenten zich bij de overheid bevinden, hoge kosten.
Verdrag Tromso = uitbreiding openbaarheid bewerkstelligen, heeft geen absolute beperkingsmogelijkheden zodat aan een weigering altijd een belangenafweging vooraf moet gaan. Daarnaast gaat het verdrag uit van een breder toepassingsbereik dan de Wob.
3 voorstellen = Verdrag Tromso ratificeren, peters en robs voorstel.
Peters = recht op informatie, actieve openbaarmaking, beperkende bestuursorgaanbegrip losgelaten, register, informatiecommissaris en antimisbruikbepalingen.
Rob = nieuwe wet met plicht tot actieve openbaarmaking.
vereniging ook kijken naar = geografische en functionele doeleinden.
raadsgriffier en bode a organen? = raadsgriffierwel 107 a Gemeentewet, bode niet heeft geen zelfstandige plek in de wet.
privaatrechtelijke bevoegdheid = eenzijdig meerzijdig, contractvrijheid in beginsel mag alles
publiekrechtelijk bevoegdheid = eenzijdig, attributie of delegatie
attributie delegatie vs mandaat = bij eerste 2 bevoegdheid zelf overgedragen, bij mandaat alleen in naam van
delegatie = niet op de formele wetgever van toepassing, geen ebstuursorgaan.
wetgevende bevoegdheid delegati = bij of krachtens, regels of regelen formele wetgever
bestuursbevoegdheid delegatie = lagere wetgever, 10:!5 awb wettelijke grondslag
Bestuursrecht = recht voor (bevoegdheden/instrumenten in de wet), van/over (normen in de wet) en tegen (belanghebbende in beroep) het overheidsbestuur.
Wetgever = democratisch gelegitimeerde macht die de regels maakt. Parlement.
Uitvoerende macht = bestuur gaat aan de slag met die regels.
Rechterlijke macht = onafhankelijke rechters waar bestuursrechters het handelen van bestuur controleren.
A orgaan = in de wet staat dat deze mensen rechtspersoonlijkheid hebben. Bijv. WHW de openbare universiteiten zijn rechtspersonen. Organen van de universiteit zijn dan bestuursorganen: examinatoren. 
B organen = De personen of colleges die geen A orgaan zijn maar wel in de wetbevoegdheden gekregen hebben. Bijv. APK keurmeester. Een persoon die in de wet een bevoegdheid heeft.
Organisatorisch criterium = onder publiekrechtelijk rechtspersoon dus een orgaan.
Buitenwettelijke personen materieel criterium = kan u rechtspositie eenzijdig vaststellen zonder dat dat in de wet staat. Stichting silicose
Stichting silicose = privaatrechtelijke rechtspersoon. Vroeger staatmijnen met mijnwerkers, maar de mijnwerkers werden ziek. Kregen silicose. Was de staat nou verantwoordelijk voor de zieke oude mijnwerkers? Nee zei de staat want we wisten niet dat je daar ziek van werd. Nou vanaf een bepaald tijdstip wist de staat of kon het weten dat je heel ziek kon worden. Overheid richtte stichting op, moest geld uitkeren aan oude mijnwerkers. Iemand vond dat die recht had op geld maar kreeg het niet. Kan hij hier tegen in bezwaar? Hebben we hier met een bestuursorgaan te maken? Raad van State Er zijn situaties waarin het niet goed geregeld is. Het is wel een bestuursorgaan geld, overheidsgeld wordt er gebruikt en ik zie bestuursorganen die zich bemoeien met de manier waarop het geld moet worden verdeeld. Dus er geldt een financieel en een inhoudelijk criterium.
Strategische jurisprudentie = bestuursrechter bepaalt zijn positie ten opzichte van het bestuur. Hoever laat ik het bestuur gaan om te ontsnappen aan mijn rechtszaal en om terecht te komen in de civiele rechtszaal.
Publieke taak jurisprudentie = als rechter besluit dat het een bestuursorgaan is, kan je uit de feitelijke omstandigheden leiden dat de stichting uitvoering doet aan de publieke taak.
Schiphol = opnieuw stichting opgericht om een probleem rondom geluidsoverlast op te lossen. Regeling Schiphol en Noord Holland, als je heel veel last hebt van geluid kan je geld krijgen. Weer iemand die geen geld krijgt, gaat procederen. Opnieuw discussie over 2e categorie bestuursorgaan. Opnieuw voldoen aan een financiële band (als ten minste 2/3 van de gelde afkomstig zijn van a bestuursorganen) en een inhoudelijke band (criteria in beslissende mate bepaald door bestuursorganen a). hier werd niet aan voldaan dus het is geen bestuursorgaan.
Presterend bestuur = overheid die dingen toekent, vergunning uitkering subsidie.
Schadeveroorzakend bestuur = overheid die aansprakelijk is.
Men vergeet in NL vaak een bevoegd bestuursorgaan aan te wijzen = arrest Zorg en Zekerheid, waar staat dan dat dit mag?
Zorg en Zekerheid = elk jaar krijgt NL verzekeringsmaatschappij bijdrage. Zorg en zekerheid verweert zich tegen besluit tot herziening van de definitieve vaststelling van de vereveningsbijdrage over 2007 en het besluit tot terugvordering van de ruim 4 miln euro. Beroept zich op vertrouwensbeginsel, dat slaagt niet. ECommissie stelt vast dat er sprake is van onrechtmatige staatssteun bij een te hoge vereveningsbijdrage. Hier staat geen bezwaar open. ZVW heeft zelf geen bevoegdheid tot herstel van foute beschikkingen. Afdeling stelde eerder dat de terugvordering van de steun niet rechtstreeks voortvloeit uit het gemeenschapsrecht maar een grondslag is vereist in het nationale recht. De Afdeling neemt de bevoegdheid voor de lidstaat in dit geval als een gegeven. Op grond van dit uitgangspunt en het beginsel van loyale samenwerking acht de afdeling het Zorginstituut bevoegd en verplicht het terugvorderingsbesluit te nemen.

Ingezonden op 02-09-2015 - 709x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 07-09-2015.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

neeeueee kontakte

1 Bestuursrecht Week 1