Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
!Na Klar! Duits vwo tto
› 1 ich lernbox 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
!Na Klar! Duits vwo tto
, deel 1
1 ich lernbox 2
Jaar 2 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ärgern=irriteren die Ferien=de vakantie genauso=even gerne=graag leiden können=kunnen uitstaan in der Nähe=in de buurt niemals=nooit später=later tauschen=ruilen ziemlich=tamelijk Grammatik C ich habe=ik heb du hast=jij hebt er hat=hij heeft sie hat(enkelvoud)=zij heeft es hat=het heeft wir haben=wij hebben ihr habt=jullie hebben sie haben(meervoud)=zij hebben Sie haben=u heeft ich(hebben) =habe du(hebben) =hast er(hebben) =hat(hij) sie(hebben)(enkelvoud) =hat(zij enkelvoud) es(hebben) =hat (het) wir(hebben) =haben ihr(hebben) =habt sie(hebben)(meervoud)=haben(zij meervoud) Sie(hebben) =haben(U) gehabt=gehad ich bin=ik ben du bist=jij bent er ist=hij is sie ist(enkelvoud)=zij is es ist=het is wir sind=wij zijn ihr seid=jullie zijn sie sind(meervoud)=zij zijn Sie sind=u bent ich(zijn) =bin du(zijn) =bist er(zijn) =ist(hij) sie(zijn)(enkelvoud) =ist(zij enkelvoud) es(zijn) =ist (het) wir(zijn) =sind ihr(zijn) =seid sie(zijn)(meervoud)=sind(zij meervoud) Sie(zijn) =sind(U) gewesen=geweest ich werde(worden) =ik word du wirst(worden) =jij hebt er wird(worden) =hij heeft sie wird(enkelvoud) (worden) =zij heeft es wird(worden) =het heeft wir werden(worden) =wij hebben ihr werdet(worden) =jullie hebben sie werden(meervoud) (worden) =zij hebben Sie werden(worden) =u heeft ich werde(zullen) =ik zal du wirst(zullen) =jij zult er wird(zullen) =hij zal sie wird(enkelvoud) (zullen) =zij zal es wird(zullen) =het zal wir werden(zullen) =wij zullen ihr werdet(zullen) =jullie zullen sie werden(meervoud) (zullen) =zij zullen Sie werden(zullen) =u zult ich(worden/zullen) =werde du(worden/zullen) =wirst er(worden/zullen) =wird(hij) sie(worden/zullen)(enkelvoud) =wird(zij enkelvoud) es(worden/zullen) =wird (het) wir(worden/zullen) =werden ihr(worden/zullen) =werdet sie(worden/zullen)(meervoud)=werden(zij meervoud) Sie(worden/zullen) =werden(U) geworden=geworden ich wohne=ik woon du wohnst=jij woont er wohnt=hij woont sie wohnt(enkelvoud)=zij woont es wohnt=het woont wir wohnen=wij wonen ihr wohnt=jullie wonen sie wohnen(meervoud)=zij wonen Sie wohnen=u woont ich(wonen) =wohne du(wonen) =wohnst er(wonen) =wohnt(hij) sie(wonen)(enkelvoud) =wohnt(zij enkelvoud) es(wonen) =wohnt (het) wir(wonen) =wohnen ihr(wonen) =wohnt sie(wonen)(meervoud)=wohnen(zij meervoud) Sie(wonen) =wohnen(U) gewohnt=gewoont
Ingezonden op 02-09-2015 - 538x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!