Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
of course engelssss
› 0 irregular verbs
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
of course engelssss
0 irregular verbs
Jaar 4 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
aansteken = light lit,lighted lit,lighted barsten = burst burst burst bederven = spoil spoilt,spoiled spoilt,spoiled bedoelen = mean meant meant beginnen = begin began begun begrijpen = understand understood understood behandelen = deal dealt dealt bellen = ring rang rung betalen = pay paid paid betekenen = mean meant meant bijten = bite bit bitten binden = bind bound bound blazen = blow blew blown bloeden = bleed bled bled bouwen = build built built branden = burn burnt,burned burnt,burned breken = break broke broken brengen = bring brought brought wegbrengen = take took taken buigen = bend bent bent delen = deal dealt dealt denken = think thought thought dragen = wear wore worn drinken = drink drank drunk doorbrengen = spend spent spent dromen = dream dreamt,dreamed dreamt,dreamed eten = eat ate eaten gaan = go went gone geboren worden = be born was born geven = give gave given gooien = throw threw thrown graven = dig dug dug groeien = grown grew grown handelen = deal dealt dealt hangen = hang hung hung horen = hear heard heard houden = keep kept kept huilen = weep wept wept kiezen = choose chose chosen knip = cut cut cut komen = come came come kopen = buy bought bought kosten = cost cost cost krijgen = get got got kruipen = creep crept crept kunnen = can could been able kwetsen = hurt hurt hurt laten = let let let leggen = put put put leiden = lead led led lenen = lend lent lent leren = learn learned,learnt learned,learnt leunen = lean leant,leaned leant,leaned lezen = read read read liggen = lie lay lain maken = make made made menen = mean meant meant nemen = take took taken ondergaan = set set set opkomen = rise rose risen pijn doen = hurt hurt hurt plakken = stick stuck stuck rennen = run ran run rijden = drive drove driven ruiken = smell smelt,smelled smelt,smelled scheuren = tear tore torn schieten = shoot shot shot schijnen = shine shone shone schrijven = write wrote written schuden = shake shook shaken slaan = hit hit hit slapen = sleep slept slept sluiten = shut shut shut snijden = cut cut cut spellen = spell spelt,spelled spelt,spelled splijten = split split split spreken = speak spoke spoken springen = leap leapt,leaped leapt,leaped staan = stand stood stood steken= sting stung stung stelen = steal stole stolen stijgen = rise rose risen stinken = stink stank stunk sturen = drive drove driven tekenen = draw drew drawn terugtrekken = withdraw withdrew withdraw tonen = show showed shown uitgeven = spend spent spent uitzenden = broadcast broadcast broadcast vallen = fall fell fallen vangen = catch caught caught vasthouden = hold held held vastklemmen = cling clung clung vechten = fight fought fought vegen = sweep swept swept verbergen = hide hid hidden verbieden = forbid forbade forbidden verbouwen = grow grew grown verdragen = bear bore borne vergeten = forget forgot forgotten vergeven = forgive forgave forgiven verhuren = let let let verkopen = sell sold sold verlaten = leave left left verliezen = lose lost lost verslaan = beat beat beaten verstaan = understand understood understood vertellen = tell told told verwennen = spol spoilt,spoiled spoilt,spoiled vinden = find found found vliegen = fly flew flown vloeken = swear swore sworn voeden = feed fed fed voelen = feel felt felt voorspellen = forecast forecast forecast waaien = blow blew blown wakker worden = awake awoke awoken wedden = bet bet bet werpen = throw threw thrown weten = know knew known winnen = win won won worden = become became become zeggen = say said said zenden = send sent sent zetten = put put put zien = see saw seen zijn = be was,were been zingen = sing sang sung zinken = sink sank sunk zitten = sit sat sat zoeken = seek sought sought zwemmen = swim swam swum zweren = swear swore sworn
Ingezonden op 10-09-2015 - 420x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!