Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Spaans I. Werbrouck, deel a

3 Spaans/Nederlands 4 Unidad 3 Publicidad y moda

Jaar 4 (volwassenenonderwijs)

a este respecto = in dat opzicht, wat dit betreft
abrochar los botones = knopen dicht doen (kledij)
acerca de = wat betreft, omtrent, t.a.v.
acortar = inkorten (kleding)
actractivas posaderas = aantrekkelijke billen
aguja = naald (met een gaatje)
ajustado/a = nauwsluitend
alargar = uitlaten, langer maken (kleding)
alfiler = speld
amargado/a = nors, zuur , verbitterd
la americana = de Amerikaanse/jack, colbert, jasje
de antelación = op voorhand
articulaciones = gewrichten
atar los cordones = de linten dichtknopen (schoen)
atrevido = vrijpostig, gewaagd, brutaal, schaamteloos
ave de paso = trekvogel p
bisutería = namaakjuwelen
cabal = verstandig, bezonnen / compleet, geheel, grondig, volslagen
calidad = eigenschap die is voelbaar, tastbaar, stoffelijk, concreet (tangible)
certamen = de prijsvraag/literaire discussie
chaleco plumífero = een "gevoerde" jas zonder mouwen
chanclas = slippers, sloffen
chancletas = slippers
contundente = raak, treffend, vernietigend, overtuigend, afdoend, klemmend
conveniente = treffend, passend, toepasselijk, geschikt
una convocatoria = een oproep, oproep tot samenkomst,inschrijving, vergadering, het geschreeuw, de roepstem
la costura = de naad
cualidad = eigenschap die slechts virtueel is, niet tastbaar (intangible)
desconfiar de = wantrouwen
desteñirse = verkleuren (stoffen) WW
dividir = delen (wiskundig)
echar de menos = iemand misssen
el aguijón = de angel
el cachalote = de potvis
el cuello = de kraag
el delantal = de schort
el engaño = het bedrog
el gorión = de mus
el intruso = de indringer, wat er niet bijhoort
el lino = linnen, vlas
el marco = de kader
el niqui = de T-shirt
el sueño = de slaap
el tejido = de stof, het weefsel
el vestido = de jurk
engañoso/a = bedrieglijk
ensanchar = wijder maken (kleding, weg, rivier)
entre = gedeeld door (wiskundig)
más=plus(wiskundig)
escasa = schaars
escasear = schaars zijn (als werkwoord)
escote in pico V = V-hals
escote palabra de honor = bustier
escote redondo = ronde hals
está hasta los topes = het is volledig vol (met mensen)
estrechar = nauwer maken (kleding)
faltas propias y ajenas = tekorten van zichzelf en anderen
hay que apretar el cinturon = men moet de buikriem aansnoeren
hilo = wollen draad
honradez = eerlijkheid, oprechtheid, openheid
inquilino = huurder
instantáneo = onmiddellijk
invernar = overwinteren
la apuesta = de inzet, de inleg, de weddenschap
la carpa = de "grote" tent, de feesttent
la chaqueta = de vest, de jas
la corriente = de stroom (elektriciteit)
la dentadura = het gebit
la escasez = de schaarste
la feria = de jaarbeurs, jaarmarkt
la franela = het flanel
la lámina = het vel, het doek, de tekening
la perilla = de sik
la sortija = de zegelring
las manoplas = de wanten
le doy el pésame = mijn deelneming (bij overlijden)
llevar los pantalones pitillo = de broek heel strak aan de enkels dragen
lo cortés, no quita la valiente = een beetje beleefdheid kan gaan kwaad
los tirantes = de bretellen
maniquíe = mannequin, modepop
multiplicar = vermenigvuldigen(wiskundig)
no le des más vueltas. Ve al grano = draai er niet omheen, kom terzake
otorgar = verlenen, toekennen, bedelen
pagar en la caja = een ticket krijgen (betaald) of herstellingsbonnetje
pasarela = loopplank, catwalk
payaso = clown
la peluca = pruik
poner de relieve = onder de aandacht brengen
ponte como una moto = vlieg er maar in
por tanto = omdat, dus, daarom, bijgevolg
probarse una ropa = iets passen (kledij) WW
reductor = verminderend, dalend
restar = aftrekken(wiskundig)
sandalias = sandalen
ser un chaquetero = een "kazakkendraaier" zijn (politiek)
sospechar de algo = van iets verdenken, wantrouwen
sujetar = vastmaken, vasthechten, vastriemen, vastgespen
sujeto a = onderhevig, onderworpen
sumar = samentellen(wiskundig)
superpuesto/a = overlappend
te encaja... = het past je goed,fleurt je op...
te favorece... = het bevoordeelt je, je staat er goed mee...
tener la cara dura = geen schaamte hebben, ser sinvergüenza
tintorería = stomerij, nieuwkuis
un año bisiesto = un schrikkeljaar
un ave migratoria = een trekvogel m
un chándal = een training (kledingstuk)
un conjunto = een combinatie
un medio millar de personas = 500 personen
un millar = een duizendtal
una cura = een kuur
una pesadilla = een nachtmerrie
veranear = de zomer doorbrengen
vigorizante = versterkend
zapatillas = sportschoenen
¡descuida! = rustig blijven! maak je niet druk!
¿Qué talla tiene? = Welke maat heb je?
pongámonos como una moto=laten wij er invliegen!
más=plus (wiskundig)
por=maal(wiskundig)

Ingezonden op 03-10-2015 - 727x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 06-04-2017.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Spaans I. Werbrouck, deel a

3 Spaans/Nederlands 4 Unidad 3 Publicidad y moda