Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
El aula
› 2 Quiero aprender español
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
El aula
, deel 2
2 Quiero aprender español
Jaar 1 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
A dónde? = Waarheen? a la plancha = gegrild abuelo/a = de opa/oma además = bovendien alguien = iemand algún, alguno/a = een, enkele América Latina = Latijns-Amerika aprender = leren bastante = redelijk bien = goed bueno/a = goed Buenos Aires = Buenos Aires buscar = zoeken cada año = elk jaar caro = duur casi = bijna casi todo = bijna alles chatear = chatten chico/a = de jongen/het meisje chileno/a = Chileens colombiano/a = Colombiaans commigo = met mij Cómo se escribe? = Hoe schrijf je dat? Cómo te apellidas? = Wat is je achternaam? Cómo? = Hoe? compañero = de partner, de college comprender = begrijpen conocer = kennen, leren kennen contar = vertellen, tellen Cuándo? = Wanneer? De dónde? = Waarvan? doble = dubbel Dónde? = Waar? el artículo determinado = het bepaald lidwoord el baile = de dans el bar = het café, de bar el carro = de auto el chile = de chilipeper el club social = de sociale activiteiten el curso = de cursus el diseño = het ontwerp, het design el fin = het einde el flamenco = de flamenco el francés = het Frans el gazpacho = de gazpacho el guacamole = de guacamole el habla = de taal, de spraak el idioma = de taal el inglés = het Engels el intercambio = de uitwisseling el internet = het internet el jueves = de donderdag el macho = de macho el melón = de meloen el merengue = de merengue el mundo = de wereld el ojo = het oog el padre = de vader el país = het land el partido = de (sport)wedstrijd el periódico = de krant el plato = het gerecht el portugués = het Portugees el pueblo = het dorp el secreto = het geheim el tango = de tango el tepuy = de tepui, de tafelberg el torero = de stierenvechter el trabajo = het werk, de baan el vino = de wijn entender = begrijpen es lo mismo = het is hetzelfde es mentira = dat is niet waar escuchar = luisteren naar espacio = spatie España = Spanje estadounidense = Amerikaans estudiar = studeren femenino/a = vrouwelijk frío/a = koud hacer = doen, maken hacer deporte = sporten hacer fotos = foto's maken hasta la vista = tot ziens hermano/a = de broer/zus hispanoamericano/a = Spaans-Amerikaans ir de compras = winkelen irlandés/esa = Iers Italia = Italië la actividad cultural = de culturele activiteit la amistad = de vriendschap la canción = het lief la carne = het vlees la cata de vinos = de wijnproeverij la ciudad = de stad la cocina española = de Spaanse keuken la excursión = de excursie, het uitstapje la experiencia = de ervaring la exposición = de expositie, de tentoonstelling la familia = de familie, het gezin la fiesta = het feest la gente = de mensen la información = de informatie la lengua materna = de moedertaal la lengua oficial = de officiële taal la liga española = de Spaanse competitie la literatura española = de Spaanse literatuur la literature = de literatuur la lluvia = de regen la montaña = de berg la movida = het nachtleven, de beweging la muestra = het teken, het bewijs la música = de muziek la naturaleza = de natuur la noche = de avond, de nacht la paella = de paella la Patagonia = Patagonië la película = de film la persona = de persoon la pronunciación = de uitspraak la revista = het tijdschrift la salsa = de salsa la sangría = de sangria la semana = de week la sopa = de soep la telenovela = de soapserie la tortilla mexicana = de Mexicaanse tortilla la universidad = de universiteit la versión original = de originele versie la vida nocturna = het nachtleven las clases particulares = de privélessen las noticias = de nieuwsberichten las postales = de ansichtkaarten latinoamericano/a = Latijns-Amerikaans llorar = huilen lo comprenden = ze begrijpen het los Estados Unidos = de Verenigde Staten masculino/a = mannelijk me apellido = mijn achternaam mejor = beter mejorar = verbeteren mi amor = mijn liefje muchos = veel muy = heel, erg muy bien = heel goed nativo/a = de moedertaalspreek, de native speaker ni = ook niet normalmente = normaal gesproken nosotros/as = wij novio/a = de vaste vriend(in) nuevo/a = nieuw pasar = doorbrengen pasear = wandelen, een ommetje maken per ejemplo = bijvoorbeeld pero = maar plural = het meervoud politécnico/a = technisch por = vanwege, voor, door Por qué? = Waarom? porque = omdat practicar = oefenen pues = nou Quantos? = Hoeveel? Qué hace usted? = Wat doet u? Qué haces? = Wat doe je? Qué? = Wat? querer = willen Quien? = Wie? relacionado/a = verbonden salir = uitgaan salir de noche = 's avonds uitgaan ser = zijn Serbia = Servië serbio/a = Servisch siempre = altijd singular = het enkelvoud su = zijn/haar Sudamérica = Zuid-Amerika también = ook te amo = ik hou van je terminado/a = eindigend, die eindigt típico/a = typisch, karakteristiek todo el mundo = iedereen todo/a = alles, heel, alle turista = de toerist un poco de = een beetje usar = gebruiken usted = u (ev) visitar = bezoeken vivir = wonen, leven
Ingezonden op 09-10-2015 - 344x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!