Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Latijn basiswoorden
› 5 blz5
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Latijn basiswoorden
, deel 5
5 blz5
Jaar 6 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
responsum = antwoord respondere (-eo), respondi, responsus = antwoorden aura = wind;briesje;lucht periculum = gevaar periculum ne = er is gevaar dat terra = land;aarde;grond venire, veni, (venturus) = komen mittere, misi missus = werpen;zenden;laten gaan; cura = zorg curare = zorgen voor et = en;ook cernere, cerno, crevi, cretus = (onder)scheiden;zien;beslissen sanguis, sanguis = bloed castra, castrorum = legerkamp deesse, desum, defui, (defuturus) + dat = ontbreken (aan);afwezig zijn;in de steek laten alius, alia, aliud (gen: alterius, dat: alii) = (een) ander(e);nog een alii...alii = sommigen...anderen alius...alius = de één...de ander alius alio fugit = de één vlucht die kant op, de ander weer deze alius aliud dicit = de één zegt dit, de ander weer dat alius ac/alius atque = een ander dan nihil aliud nisi = niets anders dan alter, altera, alterum (alterius: gen.ev.) = de één (van twee) nasci (nascor), natus sum = geboren worden parare = voorbereiden;zich verschaffen;kopen parere (pareo), parui +dat = gehoorzamen parere (pario), peperi, partus = voortbrengen;verwerven parens, parentes (parentum) = ouder parcere (parco), peperci = sparen;ontzien addere, addidi, additus = toevoegen nusquam = nergens usquam = ergens numquam = nooit umquam = ooit abesse, afui (afuturus) = afwezig zijn;verwijderd zijn van res, rei = zaak;ding;situatie res novae = revolutie res familiares = bezittingen supplex, supplicis (m/v/n) = smekend causa = oorzaak;reden;zaak genitivus + causa (abl. sg.) = vanwege;terwille van;om ob eam causam = om die reden;daarom qua de causa = waarom;en/maar/want daarom malus = slecht mea causa = omwille van mij; van mijn part
Ingezonden op 09-10-2015 - 777x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!