Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Na Klar! .
› 1 redemittel
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Na Klar! .
1 redemittel
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat een vieze lucht! = So ein Mief! Hier heb je een sterke maag nodig. = Hier braucht man einen starken Magen. Mijn maag draait zich om. = Mir stülpt der Magen um. Wat een smeerboel! = So eine Schweinerei! Het is ook altijd hetzelfde. = Es ist auch immer das Gleiche. Dat is een plas braaksel. = Das ist eine Pfütze Erbrochenes. Het lijkt op pizza of zoiets. = Es sieht nach Pizza oder so etwas aus. Je stikt zowat. = Da bleibt einem die Luft weg. Het is hier minstens 35 graden. = Es ist hier mindestens 35 Grad. En dan die stank! = Und dann dieser Gestank! Nou, dan gaan we maar eens beginnen. = Tja, dann fangen wir mal an. De kots ruikt afschuwelijk. = Die Kotze riecht widerlich. Wie ruimt al die kleren op? = Wer räumt die ganzen Klamotten auf? Dat verfrommelde t-shirt kun je hier laten liggen. = Das zerknüllte T-Shirt hier kannst du liegen lassen. Op zich wel. = An und für sich ja. De platgetrapte chips moeten allemaal weg. = Die zertretenen Chips müssen alle weg. Goed, daar gaan we... = Also dann... Sorry, maar ik moet even snel weg. = Entschuldige, aber ich muss mal schnell raus. Alweer bij bewustzijn? = Schon wieder bei Bewusstsein? Ja, zo'n beetje. = Ja, so einigermaβen. En wat doen jullie hier zoal? = Und was macht ihr hier so? Wat zo'n beetje gangbaar is. = So das Übliche. Wat dan allemaal? = Was denn alles? Wilt u ook een koud biertje? = Möchten Sie auch ein kühles Bier? Dat zou mij een beetje te vroeg zijn. = Wär mir noch ein bisschen zu früh. Nou, wat dan? = Also was nun? Bijvoorbeeld? = Zum Beispiel? Hou houd je dat vol? = Wie hält man da durch? Je moet over een bepaald punt heen. = Man muss einen bestimmten Punkt überwinden. Uiteraard. = Versteht sich. Dan kun je bijna eindeloos feestvieren. = Dann kann man fast unbegrenzt feiern. Maakt dat de reis zo mooi? = Macht das der ganze Trip so toll? Je kunt je geen coolere vakantie wensen. = Man kann sich keine cooleren Ferien wünschen. Met wie ben je hier? = Mit wem bist du hier? Mijn beste schoolvrienden zijn ook hier. = Meine besten Klassenkameraden sind auch hier. Ze liggen waarschijnlijk nog te pitten. = Sie pennen wahrscheinlich noch. Vannacht was me toch een beetje te veel. = Heute Nacht war mir doch etwas zu viel. Heb je geen kater? = Hast du keinen Kater? Dat is lekker bier. = Das ist ein leckeres Bier. Dat is altijd nog het beste medicijn. = Das ist immer noch die beste Medizin. Eet je geen ontbijt? = Isst du kein Frühstuck? Jawel, maar... = Schon, aber... Wat doen jullie daar dan? = Was macht ihr denn da? Het is dus vast niet jullie eerste keer hier. = Das ist also bestimmt nicht euer erstes Mal hier. Nee, we doen hier al ons derde rondje. = Nee, wir drehen hier schon unsere dritte Runde. Jullie zijn hier dus al voor de derde keer? = Ihr seid hier also schon zum dritten Mal? Ik kan er gewoon niet genoeg van krijgen. = Ich krieg einfach nicht genug davon. Meer jongens dan meisjes hier, hè? = Mehr Jungs als Mädchen hier, ne? Het is niet makkelijk er eentje aan de haak te slaan. = Es ist nicht leicht, eine abzuschleppen. Er zijn te veel jongens. = Es gibt zu viele Jungs. Elke jongen wil hetzelfde. = Jeder Junge will das Gleiche. Maar alleen enkelen lukt het. = Nur manchen gelingt es. Wie is die vrouw daar? = Wer ist jene Frau dort? Was zeker niks, hè? = War wohl nix, was? Zal ik haar ook eens interviewen? = Soll ich sie auch mal interviewen? Nu wil ik naar harde muziek luisteren. = Jetzt möchte ich laute Musik hören. Je moet minder hamburgers eten. = Du sollst weniger Burger essen. Ik kon nauwelijks slapen. = Ich konnte kaum schlafen. Wat doet hij in plaats daarvan? = Was macht er stattdessen? Wil je een studiereis maken? = Möchtest du eine Studienreise unternehmen? Is dat naar je smaak? = Ist das nach deinem Geschmack? Hoe heet die badplaats? = Wie heiβt dieser Badeort? We gaan afscheid van school vieren. = Wir werden Abschied von der Schule feiern. We zullen het laten knallen. = Wir werden es krachen lassen. Doet hij de vervangende dienstplicht? = Leistet er Zivildienst? Hoe beviel de all-in-reis? = Wie gefiel der Pauschaltrip? Je hoeft niet jaloers op haar te zijn. = Sie ist nicht zu beneiden. Ze komt bij van de lange nacht. = Sie erholt sich von der langen Nacht. Ga onder de parasol zitten. = Setz dich unter den Sonnenschirm! Mag ik even met je praten? = Darf ich mich mal mit dir unterhalten? Ze kan ongeremd huilen. = Sie kann hemmungslos weinen. Ze wil nieuwe vriendin leren kennen. = Sie möchte neue Freunde kennen lernen. En wat verder nog? = Und sonst? De jongens zitten naar ons te kijken. = Die Jungs beobachten uns.
Ingezonden op 17-10-2015 - 686x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!