Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
!Na Klar! Duits vwo tto
› 2 Schule Lernbox 1-6 +redemittel
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
!Na Klar! Duits vwo tto
, deel 1
2 Schule Lernbox 1-6 +redemittel
Jaar 2 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
das Ausland=het buitenland der Austausch=de uitwisseling das Bundesland=de deelstaat denn=want der Monat=de maand der Streit=de ruzie teilen=delen traurig=verdrietig sich verabschieden=afscheid nemen das Zimmer=de kamer der Abschluss=het diploma die Ausbildung=de opleiding die Ausnahme=de uitzondering dauern=duren sich entscheiden=beslissen die Grundschule=de basisschool die Hauptschule=het vmbo die Realschule=de havo der Unterricht=de les zum Beispiel=bijvoorbeeld het eindexamen vwo; het eindexamen gymnasium=das Abitur het vak=das Fach het huiswerk=die Hausaufgaben het proefwerk=die Klassenarbeit studeren=studieren het lesrooster=der Stundenplan scheikunde=Chemie aardrijkskunde=Erdkunde geschiedenis=Geschichte beeldende vorming=Kunst wiskunde=Mathematik Nederlands=Niederländisch Duits=Deutsch Engels=Englisch natuurkunde=Physik maatschappijleer=Sozialkunde Redemittel: Kom je op mijn feest?=Kommst du zu meiner Party? Kan ik het boek krijgen?=Kann ich das Buch haben? Dat meen je toch niet?=Das ist doch nicht dein Ernst? Wat ben je nu aan het doen?=Was machst du jetzt? Wie is er ziek?=Wer ist krank? Wanneer ben je jarig?=Wann hast du geburtstag? Welk huiswerk hebben we op voor woensdag?=Welche Hausaufgaben haben wir für mittwoch auf? Welk cijfer heb je voor Frans?=Welche Note hast du in Französisch? Ik heb geen zin in school.=Ich habe keinen Bock auf die Schule. Pak toch je agenda!=Nimm doch deinen Terminkalender! Nee, ik kan niet.=Nein, ich kan nicht. Het spijt me. Ik heb geen tijd.=Es tut mir leid. Ich habe keine Zeit. Ik nodig je uit voor een feestje.=Ich lade dich zu meiner Party ein. Ik heb een 10 voor biology.=Ich habe eine 1 in Biologie. Ja, direct.=Ja, sofort. Leuk. Dat doen we.=Toll. Das machen wir. Ik ben op 29 juni jarig.=Ich habe am 29. Juni Geburstag. Ik moet misschien stoppen.=Ich muss vielleicht Schluss machen. Nodig je je zus ook uit?=Lädst du deine Schwester auch ein? Ik wil graag goede cijfers.=Ich möchte gute Noten haben. aber=maar bisher=tot nu toe deswegen=daarom dürfen=mogen etwa=ongeveer das Gebäude=het gebouw gemeinsam=samen hereinkomen=naar binnen komen statt=in plaats van unbedingt=beslist Lernbox 5: außerdem=bovendien erklären=uitleggen die Hausaufgabenbetreuung=de huiswerkklas die Nachhilfe=de bijles oft=vaak die Prüfung=het proefwerk überhaupt=helemaal verrückt=gek verstehen=begrijpen würdest=zou de maandag=der Montag de dinsdag=der Dienstag de woensdag=der Mittag de donderdag=der Donnerstag de vrijdag=der Freitag de zaterdag=der Samstag de zondag=der Sonntag 's morgens=morgens 's middags=am Nachmittag 's avonds=am Abend 's nachts=in der Nacht We zaten op dezelfde basisschool.=Wir waren in derselben Grundschule. Op maandag heb ik eerste uur natuurkunde.=Am Montag habe ich die erste Stunde Physik. Bevalt jouw rooster je?=Gefällt dir dein Stundenplan? Nee, op dinsdag en woensdag heb ik tot laat les.=Nein, am Dienstag und Mittwoch habe ich bis spät Unterricht. Wat bevalt jouw beter, Geschiedenis of Duits?=Was gefällt dir besser, Geschichte oder Deutsch? Het lesuur was heel leuk.=Die stunde war sehr toll. Vind jij Frans belangrijk?=Findest du Französisch wichtig? Dat is heel belangrijk.=Das ist sehr wichtig. Ik vind Engels interessant, maar aardrijkskunde is saai.=Ich finde Englisch interessant, aber Erdkunde ist langweilig. Hoe goed ben jij in biologie?=Wie gut bist du in Biology? Wiskunde vind ik moelijk.=Mathematik finde ich schwierig. Ik wil zaterdag naar de bioscoop.=Ich will am Samstag ins Kino gehen. In het weekend wil ik alleen nog maar uitrusten.=Am Wochenende möchte ich mich nur noch ausruhen. Ben je het met hem eens?=Bist du mit mir einverstanden? Nee, helemaal niet.=Nein, überhaupt nicht. Ik heb een hekel aan scheikunde.=Ich hasse Chemie.
Ingezonden op 29-10-2015 - 622x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!