Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
HCE Engels
› 11 11 tot 20
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
HCE Engels
11 11 tot 20
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
labourer = arbeider executive = directeur; leidinggevende clerical = administratief contractor = aannemer apprenticeship = stage enterprise = onderneming works = fabriek to merge = fuseren to outsource = uitbesteden occupation = beroep to recruit = werven to expire = aflopen; eindigen demanding = veeleisend accountable = verantwoordelijk diligent = ijverig conduct = gedrag strike = staking shift = ploeg; dienst to assign = opdragen to designate = aanwijzen; aanstellen to obtain = verkrijgen to exert = uitoefenen strenuous = zwaar; inspannend to accomplish = bereiken redundancies = ontslagen; werklozen to dismiss = ontslaan to resign = ontslag nemen post = baan vacancy = vacature union = vakbond term = voorwaarde prerequisite = vereiste disposal = beschikking to participate = deelnemen job centre = arbeidsbureau employment agency = uitzendbureau temp = uitzendkracht to do for a living = voor de kost doen merit = kwaliteit benefit = uitkering bedrijfsleven = industry fabriceren = to manufacture personeel = staff werknemer = employee stagiair = apprentice vooruitzichten = prospects aannemen = to hire aangesteld worden = to be appointed in dienst hebben = to employ solliciteren naar = to apply for sollicitatiegesprek = job interview overeenkomst = agreement vereiste = requirement inspanning = effort vraag en aanbod = supply and demand aangeven = to report bekennen = to confess betrokken bij = involved in diefstal = theft gerechtigheid = justice getuigenverklaring = testimony ondervragen = to interrogate onderzoeken = to investigate onterecht = falsely overtreding = offence proces = trial verdachte = suspect vonnis = sentence winkeldief = shoplifter zakkenroller = pickpocket accomplice = medeplichtige an accessory to = medeplichtig aan bail = borgtocht caution = waarschuwing charged with = beschuldigd van clue = aanwijzing crook = oplichter crucial = erg belangrijk custody = hechtenis defendant = verdachte homicide = moord; doodslag illicit = onwettig impostor = oplichter inmate = gevangene juvenile delinquency = jeugdcriminaliteit magistrate = politierechter menace = bedreiging parole = voorwaardelijke invrijheidstelling penalty = straf penitentiary = gevangenis perpetrator = dader plea = pleidooi riot = rel sexual herassment = ongewenste intimiteiten solicitor = advocaat to acquit = vrijspreken to combat = bestrijden to confine to = opsluiten in to convict of = veroordelen voor; schuldig bevinden aan to deceive = bedriegen to detain = vasthouden to detox = afkicken to patrol = toezicht houden; patrouilleren to prosecute = vervolgen to pursue = achtervolgen to release = vrijlaten to seize = grijpen; beetpakken to stab = steken to strangle = wurgen to trespass = op verboden terrein zijn Apocalypse = einde van de wereld House of Commons = Tweede Kamer;L agerhuis Labour Party = arbeiderspartij; PvdA House of Lords = Eerste Kamer; Hogerhuis Royals = leden van de koninklijke familie administration = regering adversary = tegenstander afterlife = hiernamaals alliance = verbond civil = burger- clergy = geestelijkheid constitution = grondwet councillor = raadslid crusade = kruistocht deity = god; godheid dispute = geschil divine = goddelijk domestic = binnenlands exile = ballingschap expenditure = uitgaven knight = ridder legislation = wetgeving monastry = klooster outcome = uitslag progressive = progressief; veranderingsgezind prohibition = verbod proposal = voorstel rebellion = opstand representative = vertegenwoordiger sacred = heilig salvation = verlossing sanction = strafmaatregel scheme = project secular = niet-kerkelijk; wereldlijk sermon = preek the polls = de stembus to baptize = dopen to suppress = onderdrukken treaty = verdrag vicar = dominee allochtoon = immigrant ambtenaar = civil servant asielzoeker = asylum seeker beleid = policy burgemeester = mayor burger = citizen heersen = to rule lid worden van = to join ministerie van Binnenlandse Zaken = Home Office ministerie van Buitenlandse Zaken = Foreign Office onderdrukker = oppressor raad; gemeenteraad = council verkiezing = election verklaring = declaration vluchteling = refugee assumption = veronderstelling averse to = afkerig van conscience = geweten controversial = geruchtmakend; omstreden devoted = toegewijd elated = verrukt fierce = woest narrow-minded = bekrompen preoccupied = in beslag genomen scorn = minachting superstitious = bijgelovig to acquiesce in = instemmen met to alarm = verontrusten to anticipate = voorzien; verwachten to attempt = pogen to boast = opscheppen to cherish = koesteren to comfort = troosten to compel = dwingen to condemn = veroordelen; sterk afkeuren to cope with = aankunnen to deplore = betreuren to dissapprove of = afkeuren to distract = afleiden to endaevour = proberen to evoke = oproepen to flatter = vleien to glare = boos kijken to grumble = mopperen to harass = lastigvallen to honour = eren to presume = aannemen; vermoeden to question = in twijfel trekken to recall = zich herinneren to regard as = beschouwen als to resent = kwalijk nemen to resolve = oplossen to slap = slaan to tempt = verleiden to urge = dringend verzoeken aanbevelen = to recommend aarzelen = to hesitate bevestigen = to confirm doel = goal doen alsof = to pretend grof = rude het erg vinden = to mind in verlegenheid brengen = to embarrass minachting = contempt opzettelijk = deliberately overhalen = to persuade overwegen = to consider vastbesloten = determined veronderstellen = to assume zich voorstellen = to imagine aanvankelijk = at first echter = however integendeel = on the contrary intussen = in the meantime kortom = in short niettemin = still; nevertheless ondanks = despite; in spite of ten slotte = finally tenzij = unless tot en met = up to and including trouwens = after all trouwens = by the way tussen twee haakjes = by the way vanwege = because of voorlopig = for the time being after all = immers all in all = alles bij elkaar ancient = heel oud annual = jaarlijks as a matter of fact = in feite at hand = op handen; heel dichtbij beforehand = van tevoren consequently = als gevolg daarvan current = huidig dawn = dauw; dageraad decade = decennium; 10 jaar dusk = schemering era = tijdperk eternal = eeuwig eventually = ten slotte; tenslotte formerly = vroeger fortnight = veertien dagen impending = dreigend in due course = tezijnertijd initially = aanvankelijk meanwhile = intussen occasionally = af en toe on account of = vanwege on the contrary = integendeel owing to = vanwege perpetual = eeuwig premature = voorbarig present = huidig previous = vorig previously = eerder; daarvoor prior to = voorafgaand aan prospective = potentieel; aanstaand provided that = mits; op voorwaarde dat rarely = zelden simultaneously = tegelijkertijd subsequently = vervolgens temporary = tijdelijk thus = dus; aldus to postpone = uitstellen towards = tegen unprecedented = ongekend funds = geld to allocate = toewijzen; toekennen to purchase = kopen deposit = aanbetaling to estimate = schatten prosperous = welvarend affluent = rijk to boom = bloeien to thrive = bloeien destitute = berooid; zonder bezittingen slump = crisis; diep dal deficit = tekort; financieel tekort cut = bezuiniging to soar = omhoogschieten to deduct = aftrekken booth = kraampje corporation = bedrijf viable = levensvatbaar; uitvoerbaar board = bestuur proprietor = eigenaar {van een zaak} incentive = stimulans merchandise = koopwaar stock = voorraad stock exchange = beurs; aandelenbeurs commerce = handel liability = verantwoordelijkheid {om te betalen} supplier = leverancier shortage of = tekort aan; gebrek aan refund = vergoeding bargain = koopje billboard = reclamebord to target; to target at = richten op turnover = omzet revenue = inkomsten {overheid, bedrijf} belongings = bezittingen legacy = erfenis heir = erfgenaam rate = tarief interest = rente to impose = opleggen concurrent = competitor handel = trade kosten = expenses onderhandelen = to negotiate {met betrekking tot geld} vragen = to charge eisen = to claim waarde = value gebrek aan = a lack of armoede = poverty verschuldigd zijn = to owe schuld = debt zich veroorloven = to afford erven = to inherit pinautomaat = cash machine; ATM kassabon = receipt to implement = uitvoeren to apply to = toepassen op to erect = bouwen to take apart = uit elkaar halen adjustment = aanpassing to measure = meten scrutiny = nauwkeurig onderzoek findings = conclusies breakthrough = doorbraak dimensions = afmetingen rectangular = rechthoekig trial and error = vallen en opstaan inventive = vindingrijk proponent = voorstander wire = kabel fabric = stof concrete = beton marble = marmer gear = versnelling gauge = peil; meter ; peilglas appliance = apparaat hinge = scharnier hose = waterslang lever = hefboom to detect = ontdekken; waarnemen to generate = opwekken friction = wrijving to contain = bevatten manually = met de hand radiation = straling corrosion = roest detergent = wasmiddel; afwasmiddel ray = straal X-ray = röntgenfoto to recharge = opladen proliferation = groei; toename to expand = uitzetten to dilute = verdunnen; aanlengen range = reeks gravity = zwaartekracht methode = approach aanpassen = to adapt verbetering = improvement natuurkundige = physicist verkennen = to explore voorspellen = to predict zonne-energie = solar energy stekker = plug stopcontact = wall socket vloeistof = liquid uitdagend = challenging voordeel = advantage nadeel = disadvantage zuinig = economical artefact = kunstvoorwerp sculptor = beeldhouwer tapestry = wandkleed china = porselein cabinet = glazenkast; pronkkast curator = museumbeheerder preface = inleiding; voorwoord quotation = citaat proverb = spreekwoord synopsis = samenvatting abridged = ingekort witty = geestig fictitious = fictief; verzonnen protagonist = hoofdpersoon villain = schurk narrator = verteller narrative = verhaal adaptation = bewerking acquisition = aankoop; aanwinst pageant = optocht box office = kassa {van theater of bioscoop} blockbuster = kaskraker shortlisted = genomineerd to meet with critical acclaim = door de critici toegejuicht to depict = beschrijven to portray = beschrijven renowned = beroemd stature = status; formaat outstanding = uitstekend celebrated = gevierd cast = acteurs; rolbezetting to feature = in de hoofdrol hebben rerun = herhaling {op tv} draft = versie; ontwerp outline = overzicht to compile = samenstellen vintage = zeer goed {van een bepaald jaar} contemporary = hedendaags indigenous = autochtoon; oorspronkelijk to restore = restaureren gedicht = poem leesboeken = fiction toneelstuk = play abonnement = subscription recensie = review opstel = composition artiest = performer beeldhouwwerk = sculpture podium = stage middeleeuws = medieval tentoonstelling = exhibition aflevering = episode uitbrengen = to release songtekst = lyrics inhoud = contents polluter = vervuiler litter = afval disposal = het weggooien; het opruimen disposable = wegwerp-; wegwerp natural resources = natuurlijke hulpbronnen exploitation = gebruik ecological = milieu-; milieu conservation = milieubeheer to preserve = behouden; beschermen objective = doel site = terrein bank = oever edge = rand abyss = afgrond slope = helling spot = plek GM food = genetisch gemanipuleerd voedsel edible = eetbaar to yield = opleveren to sow = zaaien drought = droogte flood = overstroming to deluge = overstromen forecast = voorspelling humidity = vochtigheid vapour = damp to thaw = dooien; doen smelten demand for = vraag naar layer = laag current = stroom; stroming shallow = ondiep rough = ruw universe = heelal infinite = oneindig global = wereldomvattend hemisphere = halfrond power station = elektriciteitscentrale toxic = giftig hazardous = gevaarlijk odour = geur; stank milieu = environment milieubeschermer = environmentalist kernafval = nuclear waste vervuiling = pollution broeikaseffect = greenhouse effect oppervlak; oppervlakte = surface omgeving = surroundings natuur; natuurschoon = scenery schadelijk voor = damaging to ten koste van = at the expense of landbouw = agriculture gewas = crop gunstig = favourable miezeren = to drizzle spuiten = to spray to accelerate = versnellen to cease = ophouden; stoppen to decline = afnemen; verminderen; langzaam afnemen to dwindle = verminderen to distinguish = onderscheiden; onderscheid maken to restrict = beperken to summarize = samenvatten to pass away = overlijden aimless = doelloos to proceed = verder gaan devoid of = zonder bruised = gekneusd torn = gescheurd obsolete = verouderd posh = deftig solemn = plechtig fragile = kwetsbaar exhausted = uitgeput to startle = schrikken jeopardy = gevaar upheaval = opschudding to deteriotate = verslechteren to fade = verdwijnen; langzaam verdwijnen to eradicate = uitroeien to snap = knappen inextricably = onlosmakelijk to detach = losmaken to scatter = verspreiden to polish = poetsen to alter = veranderen to distort = verdraaien to disguise = vermommen to forge = vervalsen to shrink = krimpen to draw = trekken to reveal = onthullen to evolve = ontwikkelen to trigger = veroorzaken alternate = afwisselend irrevocably = onherroepelijk plaatsvinden = to occur verdwijnen; plotseling verdwijnen = to vanish stijgen = to increase afnemen = to decrease bewustzijn = awareness toeval = coincidence buiten gebruik = out of order verlamd = paralysed rampzalig = disastrous beperkt = limited kwetsbaar = vulnerable slepen = to drag zich verzetten tegen = to oppose zich overgeven = to surrender onafhankelijkheid = independence
Ingezonden op 01-11-2015 - 527x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!