Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

SNT Italiaans 5e jaar volwassenenonderwijs, deel 5

5 Dacia Maraini 'L'uomo piccione'

Jaar 5 (volwassenenonderwijs)

orrecchie a sventola=flaporen
sventola=1. waaier = ventola 2. oorveeg = schiaffo = ceffone
acceso=fel, vlammend
accendere=aansteken, vlam vatten
piegare=(dubbel)vouwen
incantato=1. betoverd 2. gefascineerd
incantare=betoveren, beheksen
colare=druipen, druppelen, lekken
prendere a=beginnen te
irrefrenabile=onbedwingbaar
stropicciarsi=wrijven
saltellare=huppelen
lucente=glanzend
fare il solletico a qn.=kietelen
goffo=lomp, onhandig
buffo=grappig
fare lo sgambetto a qn.=iemand een beentje lichten
afferrare=(vast)grijpen
stringere, stringo, stretto=vasthouden, vastklemmen
il laccio › laccetto=strik › strikje
scuotere=schudden
ciondolare=bengelen
a sera inoltrata=laat op de avond
ardito=moedig, dapper
briciola=kruimel
una bestiola=een beestje
svolazzare=fladderen
schiacciare=pletten, platdrukken
investire=1. bekleden met 2. investeren 3. aanrijden
palpebra=ooglid
spuntare=te voorschijn komen
salvo=behalve, tenzij
raffica=salvo
al di là di=aan de overkant
spingere lo sguardo=de blik richten
spingere=duwen
scorgere, scorgo, scorto=ontwaren, opmerken
iridiscente=iriserend (met de kleuren van de regenboog)
luccicare=glinsteren, schitteren
precipitarsi=haasten
poiché=aangezien
ruotare / rotare=ronddraaien
ruota=kring, cirkel
anziché=in plaats van
trottola=tol
rastrello=hark
ventaglio=waaier = ventola
ammaliato=betoverd, gefascineerd
ammaliare=betoveren, beheksen
a precipizio=overhaast, overijld
diligente=zorgvuldig, nauwkeurig
avviarsi=op weg gaan naar
tondo=rond
scrutare=aandachtig bekijken, onderzoeken
intanto=ondertussen
fitto=dicht
la salita=bestijging = ascesa
la discesa=afdaling
la sicura=het veiligheidsslot
la piccionaia=duiventil
levarsi=uittrekken (van kleren)
il gorgoglio=gegorgel, geklater, geborrel
gorgogliare=gorgelen, borrelen, klateren
rauco=hees
corvo=raaf
il ceffone=oorveeg
la gota=de wang
piagnucoloso=huilerig
sbattere=hard slaan
allibire=ontsteld zijn, verbijsterd zijn
sprangare=(ver)grendelen
spranga=grendel, staaf
pennuto ‹ penna=gevederd ‹ veer
allungare=uitstrekken
allargare=verbreden, opentrekken
slacciare=losmaken
scalciare=trappen, schoppen = tirare calci
torcere=wringen, omdraaien
velato=verduisterd (gesluierd)
stringere=(dicht)drukken
la giugulare=keelader, halsader
cofano=motorkap
screziato=gevlekt, bont, veelkleurig
singhiozzare=snikken
sussultare=opspringen, opschrikken (hier: sidderen)
reclinare=vooroverbuigen
molle=slap
lo spazzino=straatveger
la pineta=pijnbos
sporgere denuncia=aangifte doen
sporgere, sporgo, sporto=uitsteken
scuotare=schudden
violentare=verkrachten, geweld aandoen
spulciare=navlooien
la pulce=vlo
molestia=molestatie, last, hinder
il reformatorio=opvoedingsgesticht
sciocchezza=domheid, dwaasheid
la ghiaia=het grind
beccare=pikken
badare=1. zorgen voor 2. letten op
sbriciolare=verkruimelen
cascare=vallen
testemoniare=getuigen
un naso aquilino=haakneus
contagioso=besmettelijk, aanstekelijk
a posteriori=nadien
identikit (m)=robotfoto
la ruga, le rughe=rimpel, groef
picchiare=slaan
omicida (m, v)=moordenaar
cuoio=leder
lustro=glanzend
poveraccio=zielenpoot
benestante=welstellend
celeste=hemelsblauw
non avere arte né parte=nergens voor deugen
d'altronde=overigens, trouwens
la targa=nummerplaat
fare caso a=op iets letten
scrutinare=(cijfers) tellen
immatricolazione=inschrijving
storcere, storco, storto=verdraaien
giubbotto=windjak
calzettone=kniekous
arrotolare=oprollen
sciagurato=ongelukkig
impicciare=in de weg lopen
impicciarsi=zich bemoeien met
pentirsi=spijt hebben
sospettabile=verdacht
trovar sempre da ridire=altijd iets aan te merken hebben
ridire=doorvertellen, herhalen
ostinato=koppig
incappellato=met een hoed op
fabbro=smid
risultare=naar voren komen, blijken
di buona lega=van goed gehalte
lega=legering, metaalmengsel
bidello=conciërge
essere punto e da capo=terug bij af
la cute=de huid
appiccicare=vastplakken
strangolare=wurgen
avere riguardi=terughoudend zijn, voorzichtig zijn
il riguardo=1. zorg, aandacht 2. respect, eerbied, egards
la vicenda=gebeurtenis
in veste di=in de hoedanigheid van
dare retta a=luisteren naar
mazzo=bos, boeket, pak
il nonnulla=kleinigheid
pregiudicato=reeds eerder veroordeeld
inquisire=onderzoeken
pesciolino=visje
liquorizia / liquirizia=drop
scontrare con=botsen met
scontrarsi=tegen het lijf lopen
un urto=botsing = scontro
ciuffo=kuif
staccare=1. verwijderen 2. losmaken
cranio=schedel
inferocire=woest worden
ricacciare=wegjagen, verjagen

Ingezonden op 02-11-2015 - 461x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

SNT Italiaans 5e jaar volwassenenonderwijs, deel 5

5 Dacia Maraini 'L'uomo piccione'