Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
texte
› 51
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
texte
hoofdstuk 51
Jaar 4 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Het handelsrecht= Le droit commercial de rechten en plichten van de handelaar=les droits et les obligations du commerçant de Kamer van Koophandel en Fabrieken= la Chambre de Commerce et d’Industrie zich inschrijven bij de handelsrechtbank=s’inscrire auprès du tribunal de commerce de inschrijving in het Handelsregister= l’immatriculation au Registre du commerce de handelsnaam, de firmanaam= la raison sociale de advocaat= l’avocat Handelaars mogen elkaar vrij beconcurreren.=Les commerçants sont libres de se faire concurrence het Wetboek van Koophandel= le Code de commerce We zien ons genoodzaakt de zaak voor de handelsrechtbank te brengen.= Nous nous voyons contraints de porter l’affaire devant le tribunal de commerce. een zaak in der minne schikken= régler une affaire à l’amiable een minnelijke schikking= un règlement (à l’) amiable een regeling treffen met een schuldenaar= prendre des arrangements avec un débiteur de ondernemingsvorm= la forme juridique de l’entreprise de particuliere sector= le secteur privé de openbare sector= le secteur public een bedrijf oprichten= créer, fonder une entreprise de privatisering van een staatsbedrijf= la privatisation d’une entreprise publique een naamloze vennootschap= une société anonyme een maatschappij met een kapitaal van 1 miljoen euro= une société au capital d’un million d’euros het aandeel= l’action (f) Een besloten vennootschap wordt geleid door een beheerder=Une Société Privée à Responsabilité Limitée est dirigée par un gérant de firma= la firme, la société, l’établissement (f) de handelsfirma= la maison de commerce de handelsmaatschappij= la société commerciale de compagnon= l’associé (m) Dit moederbedrijf heeft verschillende= Cette maison mère a plusieurs filiales zelfstandige dochterondernemingen.= (f) autonomes. een filiaal= une succursale een multinational= une (entreprise) multinationale Het concern heeft vestigingen in de hele wereld.= Le groupe a des établissements dans le monde entier. fuseren= fusionner een vereniging zonder winstoogmerk= une association sans but lucratif een joint venture= une association en participation Een holding is een naamloze vennootschap die een groep bedrijven controleert.= Un holding est une société anonyme qui contrôle un groupe d’entreprises. het aandelenkapitaal= le capital social, le capital nominal de insolventie= l’insolvabilité (f) Het bedrijf heeft het faillissement aangevraagd bij de handelsrechtbank.= La société a déposé le bilan auprès du tribunal de commerce. de faillissementsaanvraag= le dépôt du bilan een bedrijf van het faillissement redden= sauver une entreprise de la faillite Het bedrijf is failliet verklaard.= La société a été déclarée en liquidation de biens. Deze winkelier is failliet gegaan.= Ce commerçant a fait faillite. Hij is failliet.= Il est en faillite. een failliete handelaar= un commerçant failli de fraude, het bedrog= la fraude De schuldenaar wordt verdacht van verduistering van gelden. = On soupçonne le débiteur de détournement de fonds de openbare verkoop van de bezittingen= la vente publique des biens Het begrotingsbeleid= La politique budgétaire de rijksbegroting= le budget de l’Etat (m) de minister van Financiën= le ministre des Finances (f) het financieel beleid= la politique financière de nationale begroting opstellen= établir, dresser le budget national de begrotingsvoorstellen= les propositions (f) budgétaires budgetteren= budgétiser de budgettering= la budgétisation de begroting goedkeuren= approuver le budget de rijksfinanciën, de openbare middelen= les finances de l’Etat, les finances publiques de schatkist= le Trésor, la Trésorerie de inkomsten en de uitgaven= les recettes (f) et les dépenses (f) het begrotingstekort= le déficit budgétaire
Ingezonden op 02-11-2015 - 754x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
10-12-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!