Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
chiller leren
› 3 App. 1,2,3,4 + extra
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
chiller leren
, deel 4
3 App. 1,2,3,4 + extra
Jaar 3 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Apprendre 1: la critique = de kritiek dès = vanaf ; meteen bij le concours = de wedstrijd sélectionner = selecteren le parcours = de route utile = nuttig diffuser = uitzenden réel ; réelle = echt l'entreprise = de onderneming la source = de bron le tissu = de stof le cuir = het leer joindre les deux bouts = de eindjes aan elkaar knopen s'efforcer = zich inspannen qu'est-ce qui = wat occuper = bezighouden offrir = bieden ; aanbieden le pièce de théâtre = het toneelstuk à la suite de = volgend op le conseil = de raad se lancer = zich erin storten ; ervoor gaan le bout = het eind le regret = de spijt Apprendre 2: veronderstellen = supposer krullend = frisé de baard = la barbe meten = mesurer de student = l'étudiant energiek = énergique kunnen opschieten met = s'entende avec binnen = à l'intérieur het broekje = la culotte de emmer = le seau inzepen = savonner wrijven = frotter spoelen = rincer het bad = le bain de warmte = la chaleur kletsen = bavarder de thee = le thé de beurt = le tour Apprendre 3: Wat een schatje! = Qu'il est mignon! Hij lijkt op zijn vader. { / moeder } = Il ressemble à son père. { / sa mère } Hij heeft zwarte ogen. = Il a les yeux noirs. Hoe is Omar? = Omar est comment? Heb je een foto? = Tu as une photo? Hij ziet er sportief uit. = Il a l'air sportif. Hij heeft een baard. = Il a une barbe. Zij is slank. = Elle est mince. Zij is erg energiek. = Elle est très énergique. Ik kan goed met hem { / haar } opschieten. = Je m'entends bien avec lui. { / elle } Vond je het leuk? = Tu as aimé? Apprendre 4: la bande dessinée = het stripverhaal il { / elle } se lit = je leest het als... en = ervan ; erover le passage = het voorbijkomen lâcher = losmaken l'évènement = de gebeurtenis gâcher = bederven le chapitre = het hoofdstuk la lettre = de letter ; de brief le bouquin = het boek le livre électronique = het e-book la nouvelle = het verhaal le maison d'édition = de uitgeverij l'éditeur = de uitgever l'imprimerie = de drukkerij la publicité = de reclame la distribution = de verspreiding le lecteur = de lezer la librairie = de boekhandel la bibliothèque = de bibliotheek ; de boekenkast
Ingezonden op 02-11-2015 - 772x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!