Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Grandes Lignes, deel 1

1 Hstk 1+ 2 Alle woordjes + être en avoir + tellen tot 20 en alle prahses-clés

Jaar 1 (havo/vwo)

zéro = 0
un =1
deux = 2
trois = 3
quatre = 4
cinq = 5
six = 6
sept = 7
huit = 8
neuf = 9
dix = 10
onze = 11
douze = 12
treize = 13
quatorze = 14
quinze = 15
seize = 16
dix-sept = 17
dix-huit = 18
dix-neuf = 19
vingt = 20
je suis = ik ben
tu es = jij bent
il est = hij is
paul est = paul is
elle est = zij is
anne est = anne is
on est = we zijn
nous sommes = wij zijn
vous êtes = jullie zijn
ils sont = zij zijn
paul et anne sont = paul en anne zijn
elles sont = zij zijn
anne et marine sont = anne en marine zijn
tu es américain = ben jij amerikaanse
marieke est malade = marieke is ziek
nous sommes á la terrasse = wij zijn op het terras
J'ai = Ik heb
Tu as = Jij hebt
Il a = Hij heeft
Elle a = Zij heeft
On a = Men heeft
Nous avons = Wij hebben
Vous avez = Jullie hebben/ U heeft
Ils ont = Zij hebben
Elles ont = Zij hebben
Ça va? = Hoe gaat het?
Comment tu t'appelles? = Hoe heet je?
Tu es Américain(e)? = Ben jij Amerikaan(se)?
Tu parles français? = Spreek je Frans?
Tu as quel âge? = Hoe oud ben je?
Ça va bien/Ça ne va pas bien = Het gaat goed/Het gaat niet goed
Je m'appelle Marieke = Ik heet Marieke
Non, je suis Hollandais(e) = Nee, ik ben Nederlander (Nederlandse)
Oui, un petit peu/Non, pas du tout = Ja, een beetje/Nee, helemaal niet
J'ai 12 ans = Ik ben 12 jaar
tu habites où = waar woon je
j'habite à paris = ik woon in parijs
quel est ton numéro de téléphone = wat is je telefoonnummer
c'est le = dat is
tu as un chien = heb je een hond
non j'ai un chat = nee ik heb een kat
un chat qu'est-ce que c'est = een kat wat is dat
c'est un animal = dat is een dier
Où est la boulangerie? = Waar is de bakker?
C'est tout droit. = Het is rechtdoor.
C'est tout à gauche. = Het is linksaf.
C'est tout à droite. = Het is rechtsaf.
C'est loin? = Is het ver?
Non, c'est à cinq minutes. = Nee, het is vijf minuten hier vandaan.
C'est à côté de l'école? = Is het naast de school?
Non, c'est en face de l'école. = Nee, het is tegenover de school.
Tu habites où? = Waar woon je?
J'habite en ville. = Ik woon in de stad.
Vous habitez dans une maison? = Wonen jullie in een huis?
Non, on habite dans un appartement. = Nee, we wonen in een appartement.
Pour demander. = Om te vragen.
Pour répondre. = Om te antwoorden.
Madame, la piscine, s'il vous plaît? = Mevrouw, het zwembad, alstublieft?
C'est tout droit.= Het is rechtdoor.
C'est ouvert? = Is het open?
Oui, de dix heures à six heures. = Ja, van tien uur tot zes uur.
Quelle heure est-il?= Hoe laat is het?
Il est midi. = Het is 12 uur 's middags.
Le zoo est ouvert le lundi? = Is de dierentuin open op maandag?
Je ne sais pas. = Ik weet het niet.
Non, ce n'est pas loin. = Nee, het is niet ver.
le cousin = de neef
aujourd'hui = vandaag
s'il vous plaît = alstublieft {als je iets vraagt}
merci = bedankt
chercher = zoeken
trouver = vinden
regarder = kijken; kijken naar; kijken (naar)
où = waar
le centre commercial = het winkelcentrum
la boulangerie = de bakker; de bakkerij
la piscine = het zwembad
le supermarché = de supermarkt
bien = goed
allô = hallo {aan de telefoon}
en face de = tegenover
devant = voor; voor (van plaats)
à gauche = links
à droite = rechts
tout droit = rechtdoor
loin = ver
tout près = dichtbij
d'accord = oké
à = in; naar
la ville = de stad
le centre-ville = het centrum van de stad; het stadscentrum
le village = het dorp
la campagne = het platteland
la maison = het huis
l'appartement = het appartement; de flat
la ferme = de boerderij
l'étage = de verdieping
la chambre = de slaapkamer
le séjour = de woonkamer
la cuisine = de keuken
le jardin = de tuin
le cinéma = de bioscoop
le magasin = de winkel
aimer = houden van; leuk vinden
adorer = dol zijn op
habiter = wonen
travailler = werken
près de = dichtbij; dicht bij
beau; belle = mooi
cool = te gek
petit; petit(e); petite= klein
voilà; voici = alstublieft {als je iets geeft}
lundi = maandag
mardi = dinsdag
mercredi = woensdag
jeudi = donderdag
vendredi = vrijdag
samedi = zaterdag
dimanche = zondag
ouvert = open
fermé = gesloten
l'adulte = de volwassene
l'enfant = het kind
la blague = de grap
la BD = de strip
je voudrais = ik zou graag willen; ik zou willen
bien sûr = natuurlijk
combien = hoeveel
tiens = alsjeblieft {als je iets geeft}
attention! = pas op!
payer = betalen
parler = spreken; praten
rencontrer = ontmoetenOui = ja
Non = nee
Et = en
Comment = hoe
je m'appelle = ik heet
tu vas = jij gaat
il rencontre = hij ontmoet
tu parles = jij praat, spreekt
viens! = kom!
regarde! = kijk!
un peu = een beetje
qu'est-ce que c'est? = wat is dat?
Là = daar
Dans = in
Aussi = ook
tu veux = jij wilt / wil jij?
une glacé = een ijsje
devant = voor ( van plaats )
la langue = de taal
l'anglais = het Engels
l'allemand = het Duits
le hollandais = het Nederlands
le français = het Frans
l'Américain(e) = de Amerikaan / de Amerikaanse
l'Allemand(e) = de Duitser / de Duitse
le/la Hollandais(e) = de Nederlander / de Nederlandse
le/la Marocain(e) = de Marokkaan / Marokkaanse
le/la Français(e) = de Fransman / de Française
Avec = met
c'est = het is
Génial = te gek
Super = super
Grand = groot
Cher = duur
Ici = hier
Mais = maar
la Photo = de foto
les parents = de ouders
le copain = de vriend
la copine = de vriendin
le musée = het museum
il y a = er is / er zijn
Malade = ziek
le fromage = de kaas
la salade = de salade
les frites = de frietjes
le poulet = de kip
le thé = de thee
le café = de koffie
le coca = de cola
l'adresse = het adres
le numéro de téléphone = het telefoonnummer
l'âge = de leeftijd
l'animal = het dier
les animaux = de dieren
le chat = de kat
le chien = de hond
le garçon = de jongen
la fille = het meisje
l'ami = de vriend
l'amie = de vriendin
le/la prof = de leraar/de lerares
le frère = de broer

Ingezonden op 22-11-2015 - 605x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Staat niet helemaal op volgorde. Ik maak het hier op zodat ik het makkelijk kan leren in WRTS

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Grandes Lignes, deel 1

1 Hstk 1+ 2 Alle woordjes + être en avoir + tellen tot 20 en alle prahses-clés